Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid De Pater-Postma over de dreigende hakbijl voor bomen in middenberm van A28 tussen Wezep en Nunspeet
Vragen van het lid De Pater-Postma (CDA) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de dreigende hakbijl voor bomen in middenberm van A28 tussen Wezep en Nunspeet (ingezonden 9 augustus 2019).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
5 september 2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «Dreigt de hakbijl voor bomen in middenberm van A28 tussen Wezep
en Nunspeet»?1
Antwoord 1
Ja, ik heb kennisgenomen van dit bericht.
Vraag 2
Kunt u aangeven of het de verwachting is dat extra maatregelen zullen moeten worden
genomen om de verkeersveiligheid te verbeteren op de A28 tussen Wezep en Harderwijk?
Antwoord 2
Het is niet de verwachting dat er extra maatregelen zullen moeten worden genomen aanvullend
op de huidige werkzaamheden.
Vraag 3
Bent u op de hoogte van het beleid van de provincie Gelderland waarbij veiligheid
en bomenbehoud rond provinciale wegen voortdurend zorgvuldig tegen elkaar worden afgewogen?
Vindt u dat het gemak waarmee gepraat wordt over het kappen van kilometers aan bomen
en struiken in de middenberm van de snelweg hier haaks op staat?
Antwoord 3
Ja, ik ben hiervan op de hoogte.
Een zorgvuldige afweging is ook mijn uitgangspunt bij het veiliger maken van de bermen.
Zoals eerder aangegeven gaat het om het vinden van de juiste balans: het maken van
een afweging tussen verschillende factoren zoals veiligheid, natuurwaarde en cultuurhistorische
waarde. Helaas is het daarbij in sommige gevallen onvermijdelijk om grotere aantallen
bomen te moeten verwijderen dan je zou wensen. Primair dienen op dit traject van de
A28 alle naaldbomen verwijderd te worden, ter breedte van 80 meter, in verband met
het grote risico op brandoverslag. Door gericht de naaldbomen te verwijderen vermindert
het risico op brandoverslag sterk.
Deze maatregelen zijn tot stand gekomen op verzoek van en in samenwerking met de Veiligheidsregio
Noord- en Oost Gelderland. De aanpak op de A28 komt voort uit de vier doelstellingen
voor de herinrichting van bermen van de provinciale en rijkswegen over de Veluwe zoals
afgesproken in de Gebiedsgerichte Aanpak Veluwe tussen Veiligheidsregio’s, Provincie
Gelderland en Rijkswaterstaat.
1. Verkeersveiligheid: Een veilige inrichting van de bermen.
2. Brandveiligheid: Door alle betrokken provinciale en rijkswegen als brandcorridor te
laten functioneren, wordt de Veluwe gecompartimenteerd om brandoverslag te voorkomen.
3. Natuur: Herstellen biotoop voor oorspronkelijke Flora en Fauna.
4. Reductie verkeershinder: Minder hinder voor de weggebruiker door het gecombineerd
uitvoeren van het reguliere onderhoud.
Naast het primaire doel van brandveiligheid verbetert Rijkswaterstaat met de huidige
werkzaamheden als wegbeheerder de veiligheid van de berm door het verwijderen van
risicovolle bomen (oud en/ of risicovol door omvang). In de middenberm worden de kleinere
loofbomen behouden en wordt de veiligheid gegarandeerd door waar nodig een geleiderail
te plaatsen.
Het terug brengen van de berm in de oorspronkelijke staat door het lokaal verwijderen
van de huidige begroeiing maakt dat de oorspronkelijke biotoop zich weer kan ontwikkelen
en geeft ruimte voor flora- en faunasoorten die de afgelopen jaren door het spontane
opschot in de bermen sterk waren teruggedrongen. Voor deze flora- en faunasoorten,
zoals de zandhagedis, is de oorspronkelijk staat van de berm een ideale bodem. De
verwachting is dan ook dat de biodiversiteit in het gebied na de herinrichting aanzienlijk
zal toenemen.
Rijkswaterstaat houdt het aantal verwijderde bomen nauwkeurig bij en zorgt voor een
verantwoorde invulling van de compensatieplicht die volgt uit de Wet Natuurbescherming.
De compensatie zal binnen 3 jaar plaatsvinden, zowel binnen het eigen beheersgebied
als daarbuiten, afhankelijk van de mogelijkheden.
Vraag 4
Kunt u aangeven, indien er extra maatregelen zullen moeten worden genomen, welke alternatieve
maatregelen in deze situatie denkbaar zijn om de verkeersveiligheid te vergroten in
plaats van het kappen van bomen en het weghalen van struiken in de middenberm? Kunt
u aangeven in hoeverre er naar deze alternatieve maatregelen zal worden gekeken?
Antwoord 4
Er is geen noodzaak tot extra maatregelen aanvullend op de huidige werkzaamheden.
De maatregelen voortvloeiend uit de doelstellingen zoals genoemd in antwoord 3 zijn
onderling zorgvuldig afgewogen.
Vraag 5
Bent u van mening dat een natuurlijk zichtscherm, zoals een begroeide middenberm,
een positieve bijdrage kan leveren aan de verkeersveiligheid, omdat het in het donker
op een onverlichte weg kan helpen tegen verblinding van tegenliggers? Kunt u aangeven
in hoeverre een vangrail dit kan vervangen en of u dit in de overweging tot kappen
meeneemt?
Antwoord 5
Voor de verkeersveiligheid is het beter om goede zichtlijnen en een overzichtelijke
weg te hebben om verwarring van automobilisten, zoals het idee dat je op de verkeerde
weghelft rijdt, te voorkomen. Om de juiste balans te vinden tussen het verwijderen
van bomen en het vergroten van de verkeersveiligheid, worden de kleinere loofbomen
behouden en wordt de veiligheid gegarandeerd door waar nodig een geleiderail te plaatsen.
Vraag 6
Heeft Rijkswaterstaat contact gehad met de provincie Gelderland over de mogelijke
maatregel om de middenberm van de A28 tussen Wezep en Harderwijk geheel of gedeeltelijk
te kappen? Zo ja, wat kwam uit dit contact? Zo nee, wanneer gaat contact hierover
plaatsvinden?
Antwoord 6
De maatregelen vloeien, zoals bij het antwoord op vraag 3 al aangegeven, voort uit
de Gebiedsgerichte Aanpak Veluwe. In dat verband is contact geweest met de provincie
Gelderland en zijn er in het recente verleden zowel bij meerdere provinciale als rijkswegen
soortgelijke maatregelen uitgevoerd. Specifiek voor de maatregelen op dit traject
van de A28 staat het informeren over en afstemmen met de andere omgevingspartijen
(zoals de omliggende gemeentes) gepland om vanaf begin september 2019 plaats te vinden.
Vraag 7
Kunt u aangeven met welke andere betrokkenen contact is geweest of contact zal gaan
plaatsvinden en wat uit deze gesprekken naar voren is gekomen?
Antwoord 7
Naast de contacten met provincie Gelderland heeft voor de totstandkoming van de huidige
opdracht afstemming plaatsgevonden met de Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland.
Uit deze gesprekken is naar voren gekomen dat de naaldbomen in de middenberm verwijderd
moeten worden in verband met het grote risico op brandoverslag. Tevens is contact
geweest met gemeente Nunspeet. De gemeente Nunspeet heeft in het gesprek aangeheven
belang te hechten aan het zo veel mogelijk in stand houden van de groene corridor
gezien het karakter van deze gemeente. De diversiteit van zowel de berm als de middenberm
dragen hieraan bij. In de belangenafweging met betrekking tot het onderhoud zal dit
worden meegenomen. Na het afronden van het voorbereidingstraject van het project,
inclusief bijbehorend gunningstraject, zal met de overige stakeholders begin september
contact plaatsvinden. Het gaat dan bijvoorbeeld om terreinbeheerders en perceeleigenaren
zoals gemeentes.
Vraag 8
Kunt u aangeven wat hierbij onder «de komende periode» wordt verstaan en op welke
elementen zal worden gecontroleerd?
Antwoord 8
De werkzaamheden zullen in het 4e kwartaal 2019 en het 1e kwartaal 2020 plaatsvinden. Bij het bepalen op welke locatie bomen kunnen blijven
staan of verwijderd moeten worden en op welke locatie geleiderail moet komen, wordt
gekeken naar verschillende elementen zoals de soort boom (naaldhout of loofhout),
de gezondheid en natuurwaarde van de boom, de locatie van de boom (afstand tot de
weg) en de fysieke situatie in de berm (in potentie gevaarlijk hoogteverschil met
de weg, bijvoorbeeld een geul of hobbel op korte afstand van de weg). Het is kortom
maatwerk en Rijkswaterstaat zal hierbij zoveel mogelijk rekening houden met de wens
van de stakeholders.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.