Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Gerven over de uitspraak van de voorzitter van de Nederlandse Zorgautoriteit dat een 0% groei van de ziekenhuiszorg in 2022 onrealistisch is
Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de Minister voor Medische Zorg over de uitspraak van de voorzitter van de Nederlandse Zorgautoriteit dat een 0% groei van de ziekenhuiszorg in 2022 onrealistisch is (ingezonden 6 augustus 2019).
Antwoord van Minister Bruins (Medische Zorg) (ontvangen 27 augustus 2019).
Vraag 1
Wat is uw oordeel over de uitspraak van de voorzitter van de Nederlandse Zorgautoriteit
(NZa) dat een 0% groei van de ziekenhuiszorg in 2022 «een nobel maar niet realistisch
streven» is?1
Antwoord 1
Ik waardeer het zeer dat de NZa de ontwikkeling van de kosten in de zorgsector kritisch
volgt, dat is ook haar taak. Met elkaar staan we voor de uitdaging om de zorg toegankelijk
en betaalbaar te houden in Nederland. Dat is waarom ik met het veld bestuurlijke akkoorden
heb gesloten. De inhoudelijke en financiële afspraken in de verschillende sectoren
staan niet op zichzelf. De partijen in alle vijf de akkoorden hebben zich gecommitteerd
aan de gewenste ontwikkeling van de Juiste Zorg op de Juiste Plek en de bijbehorende
financiële afspraken.
We willen zorg waarin de mens centraal staat en dat vraagt om een andere organisatie
van zorg en ondersteuning. Zo kan een ziekenhuisbezoek soms voorkomen worden door
preventie en tijdige signalering van problemen in de eerstelijnszorg. Daarbij hoeft
niet elk ziekenhuis alle zorg aan te kunnen bieden en kunnen nieuwere en innovatievere
vormen van zorgverlening zorg vervangen, ook door slimme zorg thuis. Deze beweging
van duurdere specialistische zorg naar goedkopere zorg dicht bij huis is geen gemakkelijke
beweging, maar met het bestuurlijke akkoord medisch-specialistische zorg (msz) 2019–2022
verwacht ik dat dit nu wel echt op gang komt.
Ik heb er vertrouwen in dat dit akkoord ervoor zorgt dat we dit als partijen gezamenlijk
oppakken en dat er in regio’s afspraken worden gemaakt in de contractering, binnen
het financiële plaatje dat er nu ligt. Daarbij vind ik dat we onze ogen niet kunnen
sluiten voor de potentiële kostenstijgingen in de zorg. Het is daarmee niet een nobel,
maar een noodzakelijk streven. Het is goed dat we in de akkoorden daar in overleg
met elkaar afspraken over hebben gemaakt.
Vraag 2
Vindt u de 0% groei ook niet onrealistisch bij nadere beschouwing nu er steeds meer
patiëntenstop komen? Bent u niet bang dat als de 0% groei wordt volgehouden in 2022
dat dit ten koste gaat van de bereikbaarheid en kwaliteit van de ziekenhuiszorg?2
Antwoord 2
Met mijn brief op 12 juli heb ik uw Kamer mijn visie op het medisch zorglandschap
gegeven3. Hierin schrijf ik dat ik het belangrijk vind dat de continuïteit van zowel de electieve
als de acute zorg te allen tijde geborgd is en dat daarbij de toegankelijkheid en
de kwaliteit van die zorg gegarandeerd is. Juist met de
uitvoering van de akkoorden werken de partijen hieraan om dit mogelijk te (blijven)
maken. Dit lukt alleen in gezamenlijkheid. Ik houd mij daarom, net als de andere ondertekenaars
van het bestuurlijke akkoord msz, aan de afspraken hierin.
Vraag 3
Wat is uw oordeel over de mening van de voorzitter van de Nederlandse Vereniging van
Ziekenhuizen (NVZ) dat met betrekking tot de budgetafspraken «de jas te krap is» voor
2022? Wat vindt u van zijn mening dat een aantal zaken bij elkaar komen die moeten
leiden tot een grotere groei zoals de groeiende zorgvraag door vergrijzing, het schreeuwend
tekort aan zorgpersoneel, noodzakelijke ICT-investeringen, dure innovaties en het
verduurzamen van ziekenhuisgebouwen?4
Antwoord 3
De NVZ en de ziekenhuizen zijn samen met mij en de andere partijen, een belangrijke
uitdaging aangegaan met het tekenen van het bestuurlijk akkoord MSZ 2019–2022. Dat
waardeer ik zeer. De transitie in de zorg is een hele opgave die van alle betrokken
partijen tijd en aandacht vragen. Zo ook van de ziekenhuizen, ook zij hebben zich
gecommitteerd aan de afspraken die we hierover met elkaar hebben gemaakt. David Jongen,
vicevoorzitter van de NVZ, stelt recent in Zorgvisie5 dat er nog veel moet gebeuren, maar dat de afspraken uit het akkoord wel degelijk
haalbaar zijn.
Zaken als de groeiende zorgvraag door onder andere vergrijzing en het tekort aan zorgpersoneel
zorgen er juist voor dat de transformatie naar de Juiste Zorg op de Juiste Plek nog
urgenter is. Ik begrijp dat in sommige gevallen eerst investeringen nodig zijn om
de transformatie naar een hoger niveau te kunnen tillen. Voor de medisch specialistische
zorg bieden transformatiegelden (eenmalig € 425 miljoen voor de looptijd 2019 – 2022)
ziekenhuizen extra financiële ruimte om zorg anders te organiseren. Dat heeft ook
effect op het werken in de zorg. Denk bijvoorbeeld aan de deelname, op verschillende
plekken in Nederland, van medisch specialisten aan het spreekuur van huisartsen. Hiermee
kunnen patiënten meteen geholpen worden, wat veel tijd scheelt voor patiënt en zorgverleners.
Via het VIPP-programma (Versnellingsprogramma informatie-uitwisseling patiënt en professional)
stel ik financiële middelen beschikbaar om zorgaanbieders te ondersteunen in het digitaal
uitwisselen van gegevens.
Vraag 4
Kunt u garanderen dat de 0% groei in 2022 niet zal leiden tot een groei van de wachtlijsten
in de ziekenhuiszorg en een daling van de kwaliteit van de geboden zorg? Zo ja, waar
baseert u dat op? Zo neen, wilt u dan bij de komende VWS-begroting komen met een realistisch
budget voor de ziekenhuiszorg voor de toekomst waarbij de kwaliteit en toegankelijkheid
worden gewaarborgd?
Antwoord 4
De toezichthouders houden de kwaliteit van zorg nauwlettend in de gaten. Dit geldt
ook voor wachtlijsten en het effect daarvan in de ziekenhuiszorg. Met het anders organiseren
van ziekenhuiszorg waarbij het functioneren van mensen voorop staat, willen we de
kwaliteit van zorg juist verbeteren. Zorg voorkomen, verplaatsen en vervangen, zoals
we met de Juiste Zorg op de Juiste Plek beogen, zal daarbij ook een positieve impact
hebben op de wachtlijsten in de medisch-specialistische zorg.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.