Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over een wetsvoorstel inzake het toezicht op vermogensbeheer van minderjarigen
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming over een wetsvoorstel inzake het toezicht op vermogensbeheer van minderjarigen (ingezonden 15 juli 2019).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 28 augustus 2019). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 3563.
Vraag 1, 2, 3
Klopt het dat reeds in 2014 de toenmalig Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
heeft toegezegd dat de positie van de minderjarige in het erfrecht, de bescherming
van het geërfde vermogen en het toezicht hierop onderzocht zouden worden en is dit
onderzoek in 2017 voltooid? Klopt het voorts dat de in 2018 toegezegde wetswijziging
naar aanleiding van dat onderzoek nog steeds niet aan de Kamer is gestuurd?1 2 3
Klopt het dat het de bedoeling was dat u met de Raad voor de rechtspraak en Koninklijke
Notariële Beroepsorganisatie zou overleggen, waarna het idee was om nog in 2018 een
wetsvoorstel in consultatie te brengen? Hebben deze gesprekken reeds plaatsgevonden
en is het wetsvoorstel in consultatie gegaan? Zo nee, bent u bereid dit alsnog zo
spoedig mogelijk te doen?
Wanneer denkt u het toegezegde wetsvoorstel aan de Kamer te kunnen sturen?
Antwoord 1, 2, 3
De toenmalige Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft in antwoord op door
u gestelde vragen medegedeeld dat onderzoek zal worden gedaan naar de positie van
de minderjarige in het erfrecht en dat uw vragen – t.a.v. de positie van de minderjarige
in het erfrecht, de bescherming van het geërfde vermogen en het toezicht hierop –
in het onderzoek aan de orde komen (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014,
nr. 1980). Het onderzoek «Toezicht op het bewind van ouders en voogden over het vermogen van
minderjarigen» is in 2016 afgerond en op 1 februari 2017 aan uw Kamer gestuurd (Kamerstuk
34 550 VI, nr. 99). In het AO personen- en familierecht d.d. 15 juni 2018 heb ik gezegd in overleg
te zijn met de Raad voor de rechtspraak en de KNB en het streven uitgesproken om in
2018 een wetsvoorstel in consultatie te brengen waarmee de belangrijkste aanbevelingen
van de onderzoekers worden uitgevoerd (Kamerstuk 33 836, nr. 26, p. 33). Het overleg met de Raad voor de rechtspraak en de KNB heeft inmiddels plaatsgevonden.
In de uitwerking heeft het wetsvoorstel vertraging opgelopen. Dat komt onder meer
doordat er verschillende actuele trajecten lopen in het personen- en familierecht
(o.m. huwelijkse gevangenschap, draagmoederschap en deelgezag, wijziging transgenderwet),
waaraan ik – mede op verzoek van uw Kamer – voorrang geef. Ik ben voornemens om het
wetsvoorstel inzake toezicht op bewind bij minderjarigen in de loop van 2020 in consultatie
te brengen. Mede afhankelijk van de reacties en het advies van de Afdeling advisering
van de Raad van State zou het wetsvoorstel in de tweede helft van 2020 bij uw Kamer
kunnen worden ingediend.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.