Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Raak over het bericht dat partijen open staan voor illegale donaties
Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat partijen open staan voor illegale donaties (ingezonden 22 juli 2019).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
22 augustus 2019).
Vraag 1
Welk gedrag van de in dit artikel genoemde politieke partijen is volgens u strafbaar?
Hoe worden deze partijen daarvoor vervolgd?1
Antwoord 1
De Telegraaf heeft onderzoek verricht naar de bereidheid van politieke partijen om
een anonieme gift vanaf 15.000 euro te ontvangen. Blijkens het artikel lijkt een aantal
politieke partijen bereid te zijn om de grenzen van de in de Wet financiering politieke
partijen (Wfpp) geschetste kaders op te zoeken, of hier in een enkel geval mogelijk
zelfs overheen te gaan. Er heeft echter geen daadwerkelijke transactie plaatsgevonden.
Derhalve is er geen sprake van overtreding van de Wfpp.
Vraag 2
Welk gedrag is volgens u in strijd met de «geest van de wet»? Hoe gaat u de wet aanpassen
om dit te voorkomen?
Antwoord 2
In de Wfpp is bepaald dat giften aan politieke partijen en hun neveninstellingen vanaf
€ 4.500 per donateur per jaar openbaar moeten worden gemaakt. De grens voor openbaarmaking
is op dit bedrag gesteld zodat de herkomst van donaties van substantiële omvang openbaar
– en daarmee voor eenieder inzichtelijk wordt.
Dat een aantal politieke partijen bereid is om potentiële donateurs suggesties te
doen om de regels voor openbaarmaking van giften te omzeilen en zodoende in strijd
met de geest van de wet lijken te handelen baart mij zorgen. Klaarblijkelijk achten
politieke partijen het toelaatbaar om mee te werken aan constructies die ingaan tegen
de geest van de Wfpp. De oplossing voor deze problematiek ligt daarom niet bij het
aanpassen van de wet, maar in handelen naar de intentie van de wetgever.
Ik ga hierover met de betrokken politieke partijen in gesprek en heb hierin reeds
de eerste stappen gezet. Ambtelijk is reeds met vertegenwoordigers van enkele partijen
gesproken. Alle partijen zal ik schriftelijk wijzen op de geldende regels voor openbaarmaking
van giften. Ik zal er hierbij ook op aandringen dat zij maatregelen gaan treffen om
te voorkomen dat in de toekomst wederom het beeld kan ontstaan dat zij bereid zijn
om mee te werken aan constructies die ingaan tegen de intentie van de wetgever.
Vraag 3
Deelt u de mening dat doneren via een stichting nog steeds zorgt voor gebrek aan transparantie
over giften? Hoe gaat u – los van toekomstige wetswijziging – deze route per direct
alsnog onmogelijk maken?
Antwoord 3
De organisaties van politieke partijen bestaan doorgaans uit meerdere rechtspersonen.
Naast de partijorganisatie hebben de meeste politieke partijen een politiek-wetenschappelijk
instituut, een politieke jongerenvereniging, een instelling voor buitenlandse activiteiten
en één of meerdere andere rechtspersonen. Deze rechtspersonen hebben belangrijke taken
in de politieke partijen en het moet daarom mogelijk blijven om deze rechtspersonen
financieel te ondersteunen.
Evenals bij de politieke partijen zelf moet wel duidelijk zijn van wie giften vanaf
€ 4.500 per donateur per jaar afkomstig zijn. Daarom is in de Wfpp bepaald dat een
rechtspersoon die «uitsluitend of in hoofdzaak erop is gericht stelselmatig of structureel
ten bate van een politieke partij activiteiten of werkzaamheden te verrichten en de
partij daar kennelijk voordeel bij heeft», wordt aangewezen als neveninstelling van
de partij. Politieke partijen moeten jaarlijks een overzicht van giften en schulden
boven de drempelbedragen van de aan hen gelieerde neveninstellingen aanleveren bij
de toezichthouder, die deze vervolgens openbaar maakt. Giften aan deze neveninstellingen
worden derhalve op dezelfde wijze en hetzelfde moment openbaar gemaakt als giften
aan politieke partijen zelf.
De Evaluatie- en Adviescommissie Wet financiering politieke partijen (de commissie-Veling)
zag bij de evaluatie van de Wfpp geen aanleiding om te adviseren de Wfpp op dit punt
aan te passen. Ik heb dit advies van de commissie-Veling overgenomen.
Ook neem ik de aanbeveling van de commissie-Veling over om bij giften van rechtspersonen
duidelijker in beeld te brengen wie de natuurlijke personen achter deze rechtspersonen
zijn. In het voorstel tot aanpassing van de Wfpp, dat ik na de zomer in procedure
ga brengen, zal ik hier een voorstel voor doen.
Voorts werk ik aan de uitvoering van de motie-Van der Molen.2 Deze motie roept de regering op om «maatregelen te nemen zodat donaties ook effectief
zichtbaar zijn als zij via één of meer tussenschakels aan een partij of politicus
gegeven worden en verplichte transparantie van deze tussenschakels aan een partij
of politicus gegeven worden en verplichte transparantie van deze tussenschakels als
een effectieve voorwaarde op te nemen in de wet». Ik bezie op welke wijze deze motie
kan worden uitgevoerd. Met deze maatregelen wordt de transparantie over giften van
rechtspersonen verder vergroot. Ik acht het vooralsnog niet nodig hier nog andere
maatregelen te nemen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.