Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Azarkan over verboden staatssteun aan Nike
Vragen van het lid Azarkan (DENK) aan de Staatssecretaris van Financiën over verboden staatssteun aan Nike (ingezonden 16 juli 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Snel (Financiën) (ontvangen 21 augustus 2019).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de berichtgeving over onterechte belastingvoordelen voor Nike?1
Antwoord 1
Ja, ik ben op de hoogte van deze berichtgeving.
Vraag 2
Waarom bent u akkoord gegaan met een ruling, die een groot deel van de winst naar
commanditaire vennootschappen (cv's) («lege hulzen») schuift, die geen vennootschapsbelasting
(VPB) betalen?
Antwoord 2
In een ruling geeft het College Internationale Fiscale Zekerheid van de Belastingdienst
zekerheid over de fiscale behandeling van een voorgelegd geval op basis van de geldende
fiscale wet- en regelgeving. De hoogte van de te betalen belasting is gelijk met of
zonder ruling. In een ruling die ziet op de vaststelling van verrekenprijzen door
toepassing van het zakelijkheidsbeginsel (arm’s-lengthbeginsel) wordt voor de bepaling
van de Nederlandse winst een zakelijke beloning vastgesteld voor door een vennootschap
in Nederland uitgeoefende functies, gebruikte activa en gelopen risico’s.
Vraag 3
Waarom betalen deze commanditaire vennootschappen geen vennootschapsbelasting?
Antwoord 3
Voor fiscale doeleinden dient onderscheid te worden gemaakt tussen een zogenoemde
open en besloten commanditaire vennootschap. Er is sprake van een open commanditaire
vennootschap indien voor de toetreding of vervanging van de commanditaire vennoten
niet de toestemming van alle vennoten noodzakelijk is. Is daarvoor de toestemming
van alle vennoten noodzakelijk, dan is sprake van een besloten commanditaire vennootschap.
Een open commanditaire vennootschap is zelfstandig belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting.
Een besloten commanditaire vennootschap daarentegen is niet zelfstandig belastingplichtig
voor de vennootschapsbelasting. In Nederland woonachtige of gevestigde vennoten zijn
in dat geval – afhankelijk van de feiten en omstandigheden van het geval – belastingplichtig
in de inkomsten- of vennootschapsbelasting voor de winst van de besloten commanditaire
vennootschap die aan hen toekomt. In een aantal andere landen, zoals de Verenigde
Staten, worden de aldaar woonachtige of gevestigde vennoten in een commanditaire vennootschap
echter niet in alle gevallen in de heffing betrokken. Daardoor kan een mismatch ontstaan
als gevolg waarvan de resultaten van een commanditaire vennootschap in zowel Nederland
als het andere land niet in de heffing worden betrokken. Het recent door mij ingediende
wetsvoorstel Wet implementatie tweede EU-richtlijn antibelastingontwijking voorkomt
dat internationaal opererende ondernemingen kunnen inspelen op dergelijke verschillen
tussen nationale vennootschapsbelastingstelsels.2
Vraag 4, 5
Kunt u ervoor zorgen dat bij Nike zo spoedig mogelijk een blauwe envelop in de brievenbus
valt, met daarin een naheffing over de te weinig betaalde belasting?
Hoeveel bedraagt deze te weinig betaalde belasting?
Antwoord 4, 5
Het staat niet vast dat te weinig belasting betaald is. De Europese Commissie heeft
twijfels over sommige aspecten van de rulings en is de rulings op dit moment verder
aan het onderzoeken op mogelijke staatssteun. Ik heb uw Kamer aangeboden in een vertrouwelijke
en besloten technische briefing informatie te verstrekken over de onderzoeksprocedure,
de afgesloten rulings en het standpunt van Nederland. Tijdens de technische briefing
kan eventueel ook nader ingegaan worden op vraag 2.
Vraag 6, 7
Klopt het dat u van zins bent om alle nieuwe rulings, die alleen maar belastingontwijking
beogen, niet meer toe te staan?
Geldt dit ook voor reeds bestaande rulings? Of is dit alleen zo als de Europese Commissie
u op het matje roept?
Antwoord 6, 7
In het Besluit vooroverleg met een internationaal karakter is opgenomen dat de inspecteur
geen vooroverleg voert ter verkrijging van zekerheid vooraf in de vorm van een ruling
met een internationaal karakter als het besparen van Nederlandse of buitenlandse belasting
de enige dan wel doorslaggevende beweegredenen voor het verrichten van de (rechts)handeling(en)
of transactie(s) is.3 Het Besluit vooroverleg met een internationaal karakter is in werking getreden op
1 juli 2019. De voorwaarden voor het aangaan van vooroverleg gelden vanaf die datum.
Voor situaties vóór 1 juli 2019 gold overigens ook al de voorwaarde dat er geen vooroverleg
werd aangegaan als het besparen van Nederlandse belasting de enige dan wel doorslaggevende
beweegreden was voor het verrichten van de (rechts)handeling(en).4
Vraag 8
Kunt u de Europese Commissie vragen om alle bestaande rulings van Nederland door te
lichten en, indien nodig, bij te stellen?
Antwoord 8
Rulings hebben al de volle aandacht van de Europese Commissie. Sinds juni 2013 is
de Commissie individuele fiscale rulings van lidstaten aan het doorlichten aan de
hand van de EU-staatssteunregels. De Europese Commissie heeft haar verzoek om informatie
uitgebreid tot alle lidstaten in december 2014, waarbij lijsten met afgegeven rulings werden verstrekt op basis waarvan de Europese
Commissie individuele rulings heeft opgevraagd.5 Nederland werkt aan deze onderzoeken volledig mee en spant zich in om niet in strijd
te handelen met de staatssteunregels. Bij de opening van de formele onderzoeksprocedure
inzake Starbucks heeft de Europese Commissie overigens aangegeven dat zij van mening
is dat Nederland in het algemeen een uitvoerige beoordeling maakt op basis van uitgebreide
informatie van de belastingplichtige. De Europese Commissie verwachtte dan ook geen
systematische onregelmatigheden aan te treffen in de rulings. Bij de opening van de
formele onderzoeksprocedure inzake Nike heeft de Europese Commissie vervolgens aandacht
besteed aan de recente inspanningen van Nederland ter bestrijding van belastingontwijking,
aanpassingen van de praktijk rondom rulings met internationaal karakter en plannen
om een bronbelasting op rente- en royaltybetalingen aan vennootschappen in belastingparadijzen
in te voeren.
Vraag 9, 10
Wat is de laatste stand van zaken met betrekking tot de op 3 april 2018 aangenomen
motie-Azarkan over de substance eisen voor brievenbusfirma’s?
Wanneer en hoe zullen deze substance eisen ingevoerd worden?
Antwoord 9, 10
In het Besluit vooroverleg met een internationaal karakter dat per 1 juli jl. in werking
is getreden is de term «economische nexus» geïntroduceerd. Hierdoor wordt door de
Belastingdienst geen vooroverleg gevoerd en derhalve geen ruling tot stand zal komen
indien geen sprake is van economische nexus. Hiermee doe ik recht aan de door uw Kamer
aangenomen motie waarin wordt gevraagd om de substance-eis afhankelijk te maken van
de omvang en inhoud van de activiteiten van de onderneming die om een ruling vraagt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Snel, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.