Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kerstens over Limburgse zorgaanbieders die onterecht miljoenenwinsten opstreken
Vragen van het lid Kerstens (PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over Limburgse zorgaanbieders die onterecht miljoenenwinsten opstreken (ingezonden 9 juli 2019).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 21 augustus
2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 3434.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Zorgbedrijven kregen te veel»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het onbegrijpelijk is dat de financiële verantwoording over
de jaren 2015 en 2016 nog steeds niet is afgerond? Kunt u uitleggen hoe dit mogelijk
is?
Antwoord 2
De gemeente Maastricht heeft aangegeven dat voor de jaren 2015 en 2016 de eindafrekeningen
voor geleverde productie, oftewel geleverde zorg, in respectievelijk 2016 en 2017
afgerond zijn. Het besproken onderzoek was geen productieonderzoek maar een zogenaamd
«Arrangementen tarieven onderzoek», hetgeen inhoudt dat gekeken is of de zorgaanbieders
in 2014 juiste informatie hebben verstrekt op basis waarvan de tarieven zijn vastgesteld.
De regio Zuid-Limburg heeft in die periode 200 dienstverleningsovereenkomsten (DVO’s)
afgesloten die allemaal apart per zorgaanbieder door de gemeente Maastricht beoordeeld
zijn. Om dit mogelijk te maken moesten alle zorgaanbieders de in 2014 aangeleverde
informatie opnieuw aan de gemeente Maastricht aanleveren maar dan getoetst door een
accountant. Omdat het onderzoek in de 2e helft van 2016 is gestart en veel zorgaanbieders meer tijd nodig hadden om de gevraagde
informatie aan te leveren en diverse zorgaanbieders weigerden mee te werken aan het
onderzoek, heeft naar zeggen van de gemeente de controle vertraging op gelopen.
Vraag 3
Welke stappen worden ondernomen ten aanzien van de 50 zorgaanbieder bij wie bevindingen
van verrekeningen zijn gedaan?
Antwoord 3
De gemeente Maastricht geeft het volgende aan. Nadat de controle heeft plaats gevonden
en de zorgaanbieder door de gemeente Maastricht in de gelegenheid is gesteld te reageren,
heeft de gemeente Maastricht zorgaanbieders de mogelijkheid gegeven een vervolggesprek
te voeren met een onafhankelijk adviseur die niet bij het onderzoek betrokken is geweest.
De onafhankelijk adviseur toetst naar aanleiding van opmerkingen van de zorgaanbieder
of er op de eerdere vaststelling een aanpassing moet plaats vinden. Als er geen reden
is om af te wijken wordt het advies afgegeven aan de directeur Sociaal Domein bij
de gemeente Maastricht om te besluiten om tot verrekening over te gaan. Dit besluit
kan leiden tot een terugvordering of een uitbetaling.
Vraag 4
Zal de samenwerking tussen de gemeenten in kwestie en deze 50 zorgaanbieders worden
gecontinueerd? Zo ja, zal dit plaatsvinden onder extra streng toezicht op declaraties?
Antwoord 4
De gemeente Maastricht heeft aangegeven dat in alle gevallen de samenwerking met de
zorgaanbieders is gecontinueerd, omdat de afgesloten DVO slechts ruimte biedt voor
ontbinding in geval van vaststelling van fraude. Fraude is niet vastgesteld bij de
aanbieders. Er zijn wel veel administratieve invulfouten geconstateerd. Dit heeft
ertoe geleid dat de hele controle cyclus is verscherpt en daar waar nodig is aangepast.
Vraag 5
Welke reden dragen de twee zorgaanbieders aan die naar de rechter zijn gestapt?
Antwoord 5
Beide zorgaanbieders hebben bezwaar gemaakt omdat ze het niet eens zijn met de korting
op de tarieven. Ook heeft men aangegeven dat de geboden zorg niet past binnen het
arrangementensysteem2 dat door de Zuid-Limburgse gemeenten is gehanteerd. De aanbieders hebben destijds,
bij het aangaan van de DVO 2015, ingestemd met het arrangementensysteem en de korting
op de tarieven. Bij de eerste zitting heeft de rechter geoordeeld tot terugbetaling
aan de gemeente. Het bezwaar van de tweede aanbieder is nu nog onder de rechter.
Vraag 6, 7
Kunt u zich voorstellen dat het voor burgers lastig te verkroppen is dat feiten en
cijfers geheim worden gehouden omdat deze zaken fraude publiek geld betreffen? Vindt
u dat gemeenten volstrekt transparant moeten zijn naar hun gemeenteraad (en daarmee
naar hun inwoners) wanneer het gaat om zorggeld dat om allerlei redenen, bijvoorbeeld
zoals hier aan de orde, niet aan zorg kan worden besteed? Zo ja, hoe gaat u ervoor
zorgen dat dat gebeurt?
Kunt u zich tevens voorstellen dat de gemeenteraad van Maastricht het gevoel bekruipt
dat zij haar controlerende taak niet kan uitvoeren doordat informatie niet voldoende
beschikbaar wordt gemaakt? Begrijpt u ook dat dit geen vertrouwen schept bij de inwoners
van de gemeente? Zo ja, wat gaat u doen om deze situatie te verbeteren?
Antwoord 6, 7
Ik vind het belangrijk dat gemeenten transparant zijn over de uitgaven van zorggeld.
Het is de taak van de gemeenteraad om het college van burgemeester en wethouders te
controleren. De gemeenteraad van Maastricht voert zijn taak uit door hierover vragen
te stellen. Het college van burgemeester en wethouders van Maastricht heeft de gemeenteraad
op 24 juni 2019 geïnformeerd over rechtmatigheidsonderzoeken in het Sociaal Domein3. De gemeenteraad Maastricht heeft hierover schriftelijke vragen gesteld. Naar aanleiding
van de antwoorden van haar college burgemeester en wethouders heeft de gemeenteraad
vervolgvragen gesteld. Gemeente Maastricht heeft aangegeven dat die na hun zomerreces
worden beantwoord omdat het aanvullende uitwerking vereist.
Vraag 8
Deelt u de mening dat het uiterst zorgwekkend is dat berichten over gigantische winstmarges,
miljoenenwinsten en gevallen van fraude de afgelopen periode toenemen? Heeft u het
idee dat het hier «het topje van de ijsberg» betreft»?
Antwoord 8
Zoals ook aangegeven in de brief «Investeringsmogelijkheden voor zorgaanbieders en
het bevorderen van kwaliteit en een transparante, integere en professionele bedrijfsvoering»
die mede namens de Minister van Medische zorg en Sport en de Staatssecretaris van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport op 6 juli jl. naar uw Kamer is gestuurd, vind ik
excessieve winsten maatschappelijk onacceptabel. De maatregelen die in deze brief
worden genoemd moeten dergelijke uitwassen in de toekomst voorkomen. Voor zover deze
excessieve winsten voortvloeien uit fraude of andere onrechtmatigheden zal daar door
het toezicht uiteraard nu al streng tegen worden opgetreden. De precieze omvang van
fraude in de zorg is echter lastig te kwantificeren, omdat fraude per definitie heimelijk
plaatsvindt en we niet weten wat we niet weten. Eind september ontvangt uw Kamer de
tweede voortgangsrapportage over het Programma Rechtmatige zorg 2018–2021 met de voortgang
van de aanpak van fouten en fraude in de zorg.
Vraag 9, 10
Bent u bereid deze situatie te monitoren en de Kamer te informeren in geval van gelijksoortige
zaken?
Hoe groot bedraagt volgens u het bedrag aan zorggeld dat jaarlijks verloren gaat door
bijvoorbeeld fraude, torenhoge winsten en allerlei ongewenste constructies bij aanbieders
die door gemeenten worden gecontracteerd?
Antwoord 9, 10
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de rechtmatige uitvoering van de Wmo 2015 en
de Jeugdwet. Het is dan ook aan hen of zij cijfers over onrechtmatigheden registreren
en/of publiceren. Het is mij niet bekend of iedere gemeente dergelijke cijfers bijhoudt
en of dit op dezelfde wijze gebeurt.
Vraag 11, 12
Bent u nu steeds meer zaken «boven water komen» bereid (al dan niet steekproefsgewijs)
extra onderzoek te (laten) verrichten naar aanbieders die door gemeenten zijn gecontracteerd?
Gelooft u nog steeds dat bijvoorbeeld het dwingend voorschrijven van toetsing vooraf
(of andere maatregelen om controle en toezicht te versterken) bij aanbieders die door
gemeenten worden gecontracteerd niet nodig is?
Antwoord 11, 12
Gemeenten zijn in het kader van de Wmo 2015 verantwoordelijk voor het formuleren van
kwaliteitscriteria en het contracteren van aanbieders. Derhalve kunnen gemeenten ook
zelf specifieke voorwaarden stellen waar zorgaanbieders aan dienen te voldoen. Bij
de contractering van een aanbieder en de levering van ondersteuning is het aan de
gemeente te beoordelen of deze voldoen aan de lokaal vastgestelde kwaliteitseisen.
Dit vraagt van gemeenten goed opdrachtgeverschap in de vorm van contractbeheer inclusief
een beoordeling van de rechtmatigheid en doelmatigheid van de uitgaven. Dit is de
verantwoordelijkheid van de gemeenten. Ik stimuleer en ondersteun gemeenten daarbij,
onder meer via het Programma rechtmatige zorg en het Programma inkoop sociaal domein.
Een goed voorbeeld is de toolbox zorgfraude die door de regio Twente is ontwikkeld.
Daarin is onder meer opgenomen dat zorgaanbieders die in het verleden aantoonbaar
hebben gefraudeerd, of waar de kwaliteit ernstig ondermaats was, worden uitgesloten
van de gunning. Zorgaanbieders moeten eerst aantonen dat ze financieel gezond zijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.