Schriftelijke vragen : De deportatie van Syrische vluchtelingen door Turkije
Vragen van het lid Van Ojik (GroenLinks) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de deportatie van Syrische vluchtelingen door Turkije (ingezonden 19 augustus 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Deportaties in Turkije: «Ze hebben hem naar Syrië gestuurd»»?1
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat Turkije vluchtelingen uit Syrië oppakt en deporteert naar onveilig
gebied in Syrië, al dan niet gebruikmakend van gedwongen ondertekende verklaringen
over vrijwillig vertrek?
Vraag 3
Indien u het in vraag 2 genoemde niet kunt bevestigen, bent u bereid de Europese Commissie
te verzoeken hier eigenstandig onderzoek naar te laten doen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Indien het klopt dat Turkije vluchtelingen terugstuurt naar onveilig gebied in Syrië,
wat betekent dit volgens u voor de mate van veiligheid van Turkije voor vluchtelingen?
Vraag 5
Is de Turkijedeal nog van kracht, nu Turkije heeft gesteld de afspraken voorlopig
op te schorten en geen vluchtelingen uit Griekenland meer over te nemen vanwege het
uitblijven van visumliberalisatie?2
Vraag 6
Hoeveel geld van de tweede tranche van de in de Turkijedeal afgesproken € 6 miljard,
die vanuit de EU zou worden geïnvesteerd in de opvang van vluchtelingen in Turkije,
is inmiddels overgemaakt?
Vraag 7
Kan het geld dat nog vanuit de EU naar Turkije wordt overgemaakt in het kader van
de Turkijedeal voorwaardelijk worden gemaakt aan het stoppen van arrestaties en deportaties
van Syrische vluchtelingen door Turkije? Zo ja, bent u bereid hiervoor te pleiten
bij de Europese Commissie?
Vraag 8
Bent u bereid om op bilateraal niveau aan de Turkse overheid te kennen te geven dat
Nederland niet gediend is van het deporteren van Syrische vluchtelingen in strijd
met het non-refoulement beginsel? Zo nee, waarom niet?
Indieners
-
Gericht aan
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Indiener
A. van Ojik, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.