Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Karabulut over de in beslagname van een vrachtschip door zowel Groot-Brittannië als Iran
Vragen van het lid Karabulut (SP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de in beslagname van een vrachtschip door zowel Groot-Brittannië als Iran (ingezonden 24 juli 2019).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 21 augustus 2019).
Vraag 1
Kent u het artikel «Did John Bolton Light the Fuse of the UK-Iranian Tanker Crisis?»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3, 4, 5
Wat is uw reactie op de in beslagname van een Iraans vrachtschip door de Britse autoriteiten
eerder deze maand? Deelt u de analyse van de auteur van het artikel dat het waarschijnlijk
«an illegal interference with freedom of navigation through an international strait»
was? Zo nee, waarom niet?
Klopt het dat de reden voor de inbeslagname voor Groot-Brittannië is gelegen in EU-sancties
die tegen Syrië gelden? Kunt u toelichten of, en zo ja, hoe deze sancties gelden voor
andere landen? Hebben deze EU-sancties extraterritoriale gelding?
Was het Iraanse schip in internationale wateren toen het in beslag werd genomen? Zo
nee, waar bevond het zich dan?
Wat zegt het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee over het
in beslag nemen van vrachtschepen? Heeft Groot-Brittannië zich in dit geval aan dit
verdrag gehouden? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 2, 3, 4, 5
Het Verenigd Koninkrijk (VK) stelt dat het betreffende vrachtschip, de Grace I, zich
bevond in de territoriale zee van Gibraltar, zodat er geen sprake was van extraterritoriale
werking van sancties. Het VK stelt verder dat het schip Grace I op het moment van
de inbeslagname geen vlag voerde. Op basis hiervan had het schip geen recht op onschuldige
doorvaart en konden de autoriteiten van Gibraltar overgaan tot handhaving van de EU-sancties,
aldus het VK.
Het EU-sanctieregime tegen Syrië is van toepassing op het grondgebied van de Europese
Unie. Gibraltar is aangemerkt als Europees grondgebied in de zin van artikel 355 lid
3 VWEU. Dit betekent dat het EU-recht (met enkele uitzonderingen) op Gibraltar van
toepassing is. EU-sancties zijn daarmee ook van toepassing op het grondgebied en,
in beginsel, in de territoriale zee van Gibraltar. Eventuele maatregelen ter handhaving
van EU-sancties in de territoriale zee van Gibraltar dienen in overeenstemming met
de regels van het zeerecht te zijn. Nederland vindt het van belang dat het EU-sanctieregime
tegen Syrië wordt gehandhaafd.
Vraag 6
Bent u het eens met de auteur dat de inbeslagname van een Brits vrachtschip door Iraanse
autoriteiten waarschijnlijk evengoed illegaal is? Is dit Iraanse handelen in strijd
met het VN-zeerechtverdrag? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Het VK stelt dat de Stena Impero, varend onder Britse vlag, zich in de territoriale
zee van Oman bevond en door de Straat van Hormuz voer toen het in beslag werd genomen.
Na de inbeslagname heb ik direct mijn grote zorgen uitgesproken en Iran opgeroepen
het schip en haar bemanning onmiddellijk vrij te laten.
Vraag 7
Is er een initiatief genomen, door Nederland of een ander land, voor onafhankelijk
onderzoek naar deze incidenten? Zo nee, is Nederland bereid hiertoe een initiatief
te nemen?
Antwoord 7
Ik zie geen aanleiding voor een onafhankelijk onderzoek. Ik heb geen reden om de lezing
van het VK in twijfel te trekken.
Vraag 8
Is er een initiatief genomen, al dan niet via de VN, voor een diplomatieke oplossing
voor de geschillen tussen Groot-Brittannië en Iran? Zo nee, waarom niet? Ziet u hier
mogelijk een rol voor Nederland?
Antwoord 8
Verschillende diplomatieke initiatieven zijn gaande om deze spanningen en de bredere
spanningen in de Golf op te lossen. Zo heeft het VK contact met Iran om over de in
beslag genomen schepen te praten. Ook de Franse president Macron heeft met zijn Iraanse
ambtsgenoot gebeld en een hoge vertegenwoordiger naar Iran gestuurd. Nederland heeft
Iran ook aangesproken en opgeroepen de in beslag genomen tanker en bemanning vrij
te laten.
Vraag 9
Klopt het dat, na de Verenigde Staten, nu ook Groot-Brittannië Nederland heeft benaderd
om deel te nemen aan een Europese missie in de Straat van Hormuz?2 Kunt u aangeven wat het specifieke verzoek is en hoe dit zich verhoudt tot het Amerikaanse
verzoek?
Antwoord 9
Zoals is aangekondigd in de kennisgevingsbrief (Kamerstuk 29 521, nr. 384 d.d. 15 juli 2019) onderzoekt het kabinet de wenselijkheid en mogelijkheid om met
daarvoor geschikte middelen een bijdrage te leveren aan het waarborgen van vrije en
veilige doorvaart in de Straat van Hormuz en Golf van Oman. Nederland is een van de
landen waarmee het VK contact heeft gehad over het Britse voornemen voor een mogelijk
Europees-geleid maritiem veiligheidsinitiatief in de Golfregio. Deze ontwikkelingen
worden vanzelfsprekend in het onderzoek meegenomen. Hierover staat Nederland met het
VK en andere bondgenoten in contact.
Vraag 10
Hoe verhoudt een eventuele missie in de Straat van Hormuz, via Groot-Brittannië in
EU-verband dan wel via de Verenigde Staten, zich tot het nucleaire akkoord met Iran
(JCPOA)?
Antwoord 10
Het kabinet onderzoekt de wenselijkheid en de mogelijkheid om een bijdrage te leveren
aan de verhoging van de maritieme veiligheid in de Golfregio. Het kabinet steunt onverminderd
het nucleaire akkoord, in het gezelschap van de EU, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland
en Frankrijk. Deze steun is nogmaals bevestigd in de verklaring van de Secretaris-Generaal
van de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) naar aanleiding van een bijeenkomst
van alle deelnemers van het nucleaire akkoord op 28 juli jl.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.