Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Nieuwe inzichten in effect van neonicotinoïden op nuttige insecten’
Vragen van het lid Bromet (GroenLinks) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «Nieuwe inzichten in effect van neonicotinoïden op nuttige insecten» (ingezonden 14 augustus 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Nieuwe inzichten in effect van neonicotinoïden op nuttige insecten»?1
Vraag 2
Kunt u inzicht geven in hoeverre de uitkomsten van dit onderzoek de advisering van
het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) beïnvloeden
en welk advies er aan de European Food Safety Authority (EFSA) gegeven gaat worden?
Vraag 3
Kunt u inzicht geven in hoe het Ctgb rekening houdt met nieuw wetenschappelijk onderzoek
dat nieuwe inzichten geeft in de toelating van bestrijdingsmiddelen?
Vraag 4
Onderschrijft u de conclusie van Wageningen University & Research (WUR) dat deze belangrijke
studie opnieuw onderstreept dat «nieuwe gewasbeschermingsstrategieën ontwikkeld moeten
worden die niet afhankelijk zijn van breedwerkende insecticiden zoals neonicotinoïden»?
Vraag 5
Bent u bereid om op korte termijn het Ctgb de opdracht te geven ook de blootstelling
aan neonicotinoïden via honingdauw in hun risicobeoordelingen mee te laten nemen en
u ook sterk te maken om deze blootstelling via honingdauw op te laten nemen in de
risicobeoordeling van de EFSA? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Bent u bereid het Ctgb en de EFSA te vragen naar een herbeoordeling van de op dit
moment in Europa toegelaten neonicotinoïden? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Kunt u terugblikken op de Nederlandse inzet rond de invoering van het (inmiddels uitgeklede)
bijenrichtsnoer in de context van deze nieuwe bevindingen?
Indieners
-
Gericht aan
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Indiener
Laura Bromet, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.