Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van het lid Van den Berg over het bericht 'Huisartsenposten zien toename agressie door patiënten'
Vragen van het lid Van den Berg (CDA) aan de Minister voor Medische Zorg over het bericht «Huisartsenposten zien toename agressie door patiënten» (ingezonden 23 juli 2019).
Mededeling van Minister Bruins (Medische Zorg) (ontvangen 5 augustus 2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «Huisartsenposten zien toename agressie door patiënten»?1 Wat vindt u hiervan?
Vraag 2
Hoeveel aangiftes betreffende agressie bij huisartsenposten of tegen huisartsen zijn
er bij de politie gedaan in 2018 en 2019?
Vraag 3
Is er een landelijke protocol of zijn er afspraken gemaakt met de Landelijke Huisartsen
Vereniging (LHV) over hoe om te gaan met agressie tegen hulpverleners, huisartsenposten
en huisartsen overdag?
Vraag 4
Bent u bereid om in samenwerking met de politie te stimuleren dat zoveel mogelijk
aangifte wordt gedaan?
Vraag 5
Weet u of momenteel al sancties worden ingesteld tegen mensen die zich agressief gedragen
bij huisartsenposten?
Vraag 6
Bent u van mening dat op agressief gedrag richting hulpverleners bij huisartsenposten
een sanctie moet staan? Waarom wel, of waarom niet?
Vraag 7
Bent u bereid te onderzoeken – in overleg met de LHV- welke sancties mogelijk zijn
tegen mensen die zich agressief gedragen op huisartsenposten? Waarom wel, of waarom
niet?
Vraag 8
Bent u ermee bekend hoe de situatie in de ons omringende landen is en hoe deze huisartsenposten
met agressie omgaan?
Mededeling
De vragen van het Kamerlid Van den Berg (CDA) over het bericht «Huisartsenposten zien
toename agressie door patiënten» (2019Z15341) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.
De reden van het uitstel is dat voor de beantwoording meer tijd benodigd is.
Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.