Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kerstens over het artikel ‘Zembla doet onderzoek naar Tuindorp-Oost: Careyn zette inspectie op het verkeerde been’
Vragen van het lid Kerstens (PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het artikel «Zembla doet onderzoek naar Tuindorp-Oost: Careyn zette inspectie op het verkeerde been» (ingezonden 1 juli 2019).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 23 juli
2019)
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel «Zembla doet onderzoek naar Tuindorp-Oost: Careyn
zette inspectie op het verkeerde been»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe verhoudt het door de Inspectie Gezin en Jeugd (IGJ) van tevoren aankondigen van
een bezoek zich tot de beleidslijn dat inspectiebezoeken (standaard) onaangekondigd
uitgevoerd worden en anders in elk geval zoveel mogelijk onaangekondigde elementen
bevatten, zeker tegen de achtergrond van het feit dat sprake was van een verschil
van mening over de gang van zaken bij Careyn tussen (een deel van) de bewoners en
Careyn?
Antwoord 2
Conform haar beleid worden door de IGJ zo veel mogelijk bezoeken onaangekondigd uitgevoerd.
Redenen om aangekondigd een bezoek te doen, kunnen zorginhoudelijk zijn, omdat de
IGJ patiëntendossiers wil inzien, vanwege toegankelijkheid, of doordat de IGJ met
specifieke personen wil spreken. Een aangekondigd bezoek heeft altijd onaangekondigde
elementen. De IGJ bepaalt zelf de concrete invulling van het bezoek.
De IGJ heeft dit bezoek kort van tevoren aangekondigd teneinde tijdens het bezoek
de beschikbaarheid van de juiste personen te garanderen. Bij dit bezoek heeft de IGJ
ter plekke bepaald in welke documenten en cliëntdossiers zij inzage wilde hebben en
welke verdiepingen en cliëntkamers zij wilde zien. De bevindingen waren voor de IGJ
geen aanleiding voor aanvullende toezichtactiviteiten.
Vraag 3
Bent u ook van oordeel dat het juist in deze situatie logisch was geweest als de IGJ
ook een of meerdere onaangekondigde bezoeken zou hebben afgelegd?
Antwoord 3
De IGJ maakt binnen de uitvoering van het toezicht haar eigen professionele keuzes,
onder andere met betrekking tot de inrichting van een inspectiebezoek.
Vraag 4
Wat vindt u ervan, juist gelet op het onder vraag 2 hierboven bedoelde meningsverschil,
dat de IGJ er klaarblijkelijk voor heeft gekozen nagenoeg alleen met medewerkers van
Careyn te spreken en niet of nauwelijks met bewoners, familieleden en de ook in het
complex wonende jongeren?
Antwoord 4
Het doel van het inspectiebezoek was om een eigen oordeel te vormen over de wijze
waarop Careyn de kwaliteit en veiligheid van de cliëntenzorg waarborgt bij de verhuizing.
Het doel was niet om de communicatie rondom de verhuizing of de uitvoering van de
verhuizing door de zorgaanbieder te toetsen. Het toetsen van een verhuizing is geen
taak van de IGJ.
De IGJ heeft gekozen voor de instrumenten van observatie (rondleiding), gesprek met
medewerkers en het bestuur en inzage van enkele cliëntdossiers en documenten. Wanneer
de IGJ constateert dat de kwaliteit en veiligheid van zorg in het geding zijn door
een verhuizing is dat reden voor aanvullende toezichtactiviteiten. In dit geval was
dat niet aan de orde.
Vraag 5
Heeft de IGJ overwogen ook met de inmiddels 101-jarige in het complex woonachtige
mevrouw, die zich in de media duidelijk heeft uitgesproken over haar ervaringen met
Careyn, te spreken? Waarom is ervoor gekozen niet met haar in gesprek te gaan? Zou
u dat niet voor de hand liggend hebben gevonden?
Antwoord 5
De uitlatingen van mevrouw en andere signalen zijn aanleiding geweest voor de IGJ
om de locatie een bezoek te brengen om de kwaliteit en veiligheid van de zorg rond
de verhuizing te toetsen.
De IGJ verwacht dat een zorgaanbieder zelf goed communiceert richting bewoners en
familie bij een besluit tot verhuizen. Ook verwacht zij dat de zorgaanbieder de cliënt
en diens familie de juiste begeleiding biedt. In dit geval heeft de IGJ geconstateerd
dat de door Careyn gevolgde communicatieprocedure beter had gekund. Dit heeft de bestuurder
van Careyn vervolgens zelf ook erkend.
Vraag 6
Wat vindt u ervan dat de IGJ klaarblijkelijk niet met de regionale cliëntenraad van
Tuindorp-Oost heeft gesproken? Had het niet voor de hand gelegen dat wel te doen?
Welke beleidslijn hanteert de IGJ in dezen?
Antwoord 6
Zie ook het antwoord op vraag 4. Gedurende het algemene toezichttraject op Careyn
heeft de IGJ contact gehad met een vertegenwoordiging van de cliëntenraad.
Het bezoek aan Tuindorp-Oost betrof een ingelast bezoek, met als doel om een eigen
oordeel te vormen over de wijze waarop Careyn de kwaliteit en veiligheid van de cliëntenzorg
waarborgt bij de verhuizing.
Vraag 7
Wat vindt u ervan dat de IGJ met medewerkers van Careyn heeft gesproken in aanwezigheid
van (een of meerdere leden van) de Raad van Bestuur van Careyn? Vindt u dat een wenselijke
werkwijze? Kunt u zich voorstellen dat medewerkers in een dergelijk geval mogelijk
niet het gevoel hebben in vrijheid te kunnen spreken? Welke beleidslijn hanteert de
IGJ in dezen? Waarom is er in dit geval voor gekozen niet met medewerkers te spreken
zonder dat daarbij (een of meerdere leden van) de Raad van bestuur dan wel leidinggevenden
aanwezig waren?
Antwoord 7
Toezicht is maatwerk. De IGJ maakt in elke situatie de afweging wat de juiste setting
is om relevante informatie te ontvangen. Als de inspecteurs geen openheid ervaren
dan passen ze de invulling van het bezoek daarop aan.
Vraag 8
Onderschrijft u de stelling van professor Klein dat Careyn de IGJ op het verkeerde
been heeft gezet door alleen het (gerenoveerde) sanitair in de aangepaste woningen
te laten zien?
Antwoord 8
Nee, de IGJ heeft zelf gekozen welke verdiepingen en welke cliëntkamers zij wilde
zien. De IGJ stelt niet dat alle appartementen zijn gerenoveerd, maar beschrijft in
het verslag haar eigen observatie dat appartementen waar nodig zijn of worden gerenoveerd.
Vraag 9
Op welke conclusie uit het rapport van de IGJ baseert Careyn haar bewering dat «de
inspectie de juistheid van ons besluit (tot verhuizing van bewoners) bevestigt»?
Antwoord 9
In het inspectieverslag constateert de IGJ dat het pand ooit is gebouwd als serviceflat
voor zelfstandig wonende senioren. Het gebouw is gedateerd en in principe niet geschikt
voor ouderen met een complexe zorgvraag. Vanuit het oogpunt van kwaliteit en veiligheid
van zorg is de IGJ van mening dat de keuzes die Careyn heeft gemaakt met betrekking
tot de verhuizing navolgbaar zijn. De IGJ heeft niet getoetst of de verhuizing correct
is uitgevoerd. Dit is geen taak van de IGJ. De zorgvuldige verhuizing van bewoners
is de verantwoordelijkheid van een zorgaanbieder. Wanneer de IGJ signalen heeft dat
de kwaliteit of veiligheid van zorg hierdoor in het geding zijn neemt zij dat mee
in het toezicht.
Vraag 10 en 11
Vindt u het een gemiste kans dat nu Careyn klaarblijkelijk nieuwe cliënten in de leeggekomen
appartementen huisvest, zij er niet voor kiest ook weer appartementen aan jongeren
te (doen) verhuren, gelet op het feit dat dat beide groepen in het verleden uitstekend
bevallen, of heeft u het idee dat Careynzich in het verleden wellicht verkeken heeft
op de solidariteit tussen jong en oud die zij door haar eigen eerdere handelwijze
heeft bevorderd en daarmee niet nog een keer wil worden geconfronteerd?
Hoe kwalificeert u de handelwijze van Careyn tijdens de totstandkoming van het rapport
van de IGJ zoals in het artikel beschreven en hierboven onder 8 bedoeld als ook na
de totstandkoming ervan daar waar het gaat om het baseren van conclusies erop zoals
in het artikel beschreven en hierboven onder vraag 9 bedoeld?
Antwoord 10 en 11
De genoemde aspecten in vraag 10 en 11 betreffen keuzes van de zorgaanbieder. Ik zie
geen aanleiding om te speculeren over de achtergrond van deze keuzes of om hieraan
een specifieke kwalificatie te verbinden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.