Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Groothuizen en Bergkamp over het bericht ‘Honderd Cubanen lopen illegale mars voor homorechten: 'Historisch moment'’
Vragen van de leden Groothuizen en Bergkamp (beiden D66) aan de Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht «Honderd Cubanen lopen illegale mars voor homorechten: «Historisch moment»» (ingezonden 17 juni 2019).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken), mede namens de Staatssecretaris van
Justitie en Veiligheid (ontvangen 24 juli 2019)
Vraag 1 en 2
Bent u bekend met het bericht «Honderd Cubanen lopen illegale mars voor homorechten:
«Historisch moment»»?1
Kunt u bevestigen dat bij een mars voor homorechten demonstranten op een gewelddadige
manier zijn opgepakt? Zo nee, wat is er volgens u dan gebeurd?
Antwoord 1 en 2
Ja, het bericht is bekend. Ik kan bevestigen dat er bij een demonstratie voor gelijke
rechten van LHBTI’s verschillende demonstranten op een gewelddadige manier zijn opgepakt.
De mars op 11 mei jl. was een spontane demonstratie van de LHBTI-gemeenschap in Cuba
in reactie op het besluit van de Cubaanse regering om de jaarlijkse Gay Pride af te
gelasten. Aan het eind van de demonstratie is een aantal demonstranten met geweld
gearresteerd.
Vraag 3
Wat vindt u ervan dat demonstranten die demonstreren voor homorechten door de politie
worden opgepakt en belemmerd? Wat zegt dit volgens u over de (veiligheids-)situatie
voor LHBTI’ers in Cuba?
Antwoord 3
Het kabinet betreurt het dat demonstranten zijn belemmerd in het uitoefenen van hun
demonstratierecht en zijn opgepakt bij een vreedzame demonstratie voor gelijke rechten
van LHBTI’s. Gelijke rechten voor LHBTI’s is een prioriteit van het Nederlandse mensenrechtenbeleid
en het is van belang dat ook onafhankelijke LHBTI-activisten kunnen opkomen voor deze
rechten. Het gewelddadige einde van deze demonstratie laat zien dat het voor de LHBTI-gemeenschap
in Cuba nog steeds moeilijk is om activiteiten te ontplooien.
Vraag 4
Bent u na dit incident nog steeds van mening dat er in algemene zin geen reden is
om aan te nemen dat LHBTI’ers bescherming tegen terugkeer naar Cuba nodig hebben?
Zo ja, waarom? Zo nee, welke actie gaat u hieraan verbinden?
Antwoord 4
Hoewel ik het incident uiteraard betreur zie ik hierin, noch op basis van andere bronnen
over de positie van LHBTI’s in Cuba, geen reden om tot een ander beleid ten aanzien
van LHBTI’s uit Cuba te komen.
Het is mij bekend dat LHBTI’s in Cuba geen gemakkelijk bestaan hebben. Discriminatie
van LHBTI’s komt in Cuba voor, maar de omvang en aard hiervan is niet zodanig systematisch
en structureel dat in algemene zin moet worden gesproken van vervolging waartegen
bescherming dient te worden geboden.
Het gaat er in de beoordeling om of de mate van discriminatie zodanig ernstig is,
dat er sprake is van een ernstige schending van de grondrechten van de mens en er
daarom sprake is van vervolging. Niet elke schending van een grondrecht leidt tot
deze conclusie. Er moet sprake zijn van een onhoudbare situatie als gevolg van discriminatie.
Uiteraard kunnen in individuele zaken de omstandigheden aanleiding geven om alsnog
asielbescherming te verlenen. De IND toetst elke aanvraag voor asielbescherming op
de individuele omstandigheden in een zorgvuldige procedure, zo ook die van LHBTI’s
uit Cuba.
Vraag 5, 7, 8 en 9
Kunt u aangeven hoe het uitgezette asielzoekers, specifiek LHBTI’ers, naar Cuba vergaat?
Hoe beoordeelt u de berichtgeving dat Cubanen die Cuba ontvluchten bij terugkeer worden
opgepakt en in de gevangenis terecht komen vanwege landverraad?2
Kunt u deze berichtgeving bevestigen?
Hoe verhoudt dit zich volgens u met het Nederlandse beleid dat LHBTI’ers in principe
veilig kunnen terugkeren naar Cuba?
Antwoord 5, 7, 8 en 9
Zoals uw Kamer bekend volgt Nederland geen afgewezen asielzoekers die zijn teruggekeerd.
Uitgangspunt van ons stelsel is zorgvuldige beoordeling en rechterlijke toetsing voorafgaand
aan uitzetting. Monitoring na terugkeer maakt daar geen deel vanuit. Ik kan berichtgeving
hierover dan ook niet bevestigen.
Vraag 6
Op welke wijze wordt door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en andere betrokken
autoriteiten gemonitord hoe het in Cuba gesteld is met LHBTI-rechten, en hoe de uitwerking
van nieuwe maatregelen zoals de strafbaarstelling van discriminatie jegens homoseksualiteit
en de mogelijkheid om campagne te voeren voor homorechten in de praktijk tot uitvoering
wordt gebracht?
Antwoord 6
Voor actuele informatie over de situatie in Cuba en ook de positie van specifieke
groepen als LHBTI’s worden bronnen geraadpleegd zoals rapporten van Human Rights Watch,
Amnesty International, en ook rapportages van NGO’s zowel gericht op mensenrechten
in het algemeen en meer specifiek gericht op LHBTI’s in Cuba. Om een idee te geven
van de (NGO) bronnen noem ik hieronder een aantal: ILGA (International Lesbian, Gay,
Bisexual, Trans and Intersex Association); Inter-American Commission on Human Rights;
Observatorio Cubano de Derechos Humanos; en Cubanet.
Vraag 10
Hoe vindt u dat de stappen die afgelopen jaren op het gebied van LHBTI-rechten in
Cuba zijn gezet zich verhouden tot de politieacties bij de recente homomars en wat
zegt dit volgens u over de veiligheid van LHBTI’ers in Cuba?
Antwoord 10
Met het inwerkingtreden van de nieuwe Cubaanse Grondwet in april 2019 lijkt er op
papier bescheiden vooruitgang te zijn geboekt op het gebied van gelijke rechten voor
LHBTI’s in Cuba. Artikel 42 van deze Grondwet verbiedt discriminatie op grond van
sekse, ras, huidskleur of etnische oorsprong, godsdienst en geloofsovertuiging, handicap,
leeftijd, seksuele oriëntatie en genderidentiteit. Dit is belangrijk voor de nog te
hervormen familiewet waarmee het huwelijk van personen van gelijk geslacht mogelijk
kan worden gemaakt. Het moet in de praktijk nog blijken hoe de nieuwe Cubaanse Grondwet
bescherming biedt aan de LHBTI-gemeenschap. Het gewelddadige einde van de recente
demonstratie laat zien dat het voor de LHBTI-gemeenschap in Cuba nog steeds moeilijk
is om buiten de Cubaanse regering om activiteiten te ontplooien.
Vraag 11
Bent u bereid de rechten van LHBTI’ers in Cuba aan de orde te stellen bij uw eerst
volgende contact met uw politieke ambtsgenoot in Cuba?
Antwoord 11
Ja, daartoe ben ik bereid. Tijdens het bezoek van de Nederlandse Mensenrechtenambassadeur
aan Cuba in mei 2019 heeft zij het geweld dat de Cubaanse autoriteiten hebben gebruikt
bij de mars opgebracht bij de Cubaanse overheid en haar teleurstelling hierover uitgesproken.
Ook heeft zij met zowel aan de staat gelieerde als meer onafhankelijke LHBTI-activisten
gesproken. Verder zet Nederland zich actief in voor gelijke rechten van LHBTI’s in
Cuba middels een project van de Cubaanse politie, het VN-Ontwikkelingsprogramma (UNDP)
en CENESEX gericht op de bewustwording van de politie van de kwetsbare positie van
de LHBTI-gemeenschap.
Vraag 12
Hoeveel Cubanen hebben de afgelopen vijf jaar asiel in Nederland aangevraagd, hoeveel
hebben er asiel gekregen en hoeveel zijn er afgewezen? In hoeverre is er bij deze
laatste groep ook daadwerkelijk sprake van terugkeer?
Antwoord 12
De hieronder genoemde aantallen zijn afgerond op tientallen. Verder wordt opgemerkt
dat op aanvragen mogelijk niet in hetzelfde jaar wordt beslist. Ook betreft het vertrek
niet alleen afgewezen asielzoekers, maar alle Cubanen die Nederland hebben verlaten.
De jaarcijfers van instroom, doorstroom en vertrek kunnen om die reden niet zomaar
met elkaar worden vergeleken.
Aantal asielaanvragen:
2015
2016
2017
2018
2019 (t/m april)
Instroom
10
20
260
160
10
Afdoening:
Uitstroom
2015
2016
2017
2018
2019 (t/m april)
Afwijzing
10
20
80
290
10
Inwilliging
1
1
6
0
Vertrek Dienst Terugkeer en Vertrek:
Aantal uitstroom
2014
2015
2016
2017
2018
2019 t/m april
Aantoonbaar vertrek
10
10
10
20
60
0
Geen vertrek
0
0
0
0
30
10
Zelfstandig vertrek zonder toezicht
10
10
10
40
170
10
Vraag 13
Bent u nog steeds van mening dat, zoals verwoord in uw brief van 17 mei 2019 aan LGBT
Asylum Support, er over de positie van LHBTI’ers in Cuba voldoende betrouwbare en
objectieve informatie beschikbaar is uit diverse openbare en vertrouwelijke bronnen,
waardoor u geen aanleiding ziet om een nieuw (thematisch) ambtsbericht op te laten
stellen? Zo ja, waarom? Over welke bronnen en informatie gaat het? Zo nee, bent u
bereid een nieuw thematisch ambtsbericht op te stellen? Zo nee, waarom niet?3
Antwoord 13
Over de positie van LHBTI’s in Cuba is naar mijn oordeel voldoende betrouwbare en
objectieve informatie beschikbaar uit diverse openbare en enkele vertrouwelijke bronnen.
De IND is op basis van deze informatie in staat zorgvuldig te beslissen in individuele
asielzaken.
Hierbij is het goed om op te merken dat de IND een afdeling heeft met op een land
gespecialiseerde medewerkers die door de hoor- en beslismedewerkers benaderd kunnen
worden voor actuele en betrouwbare informatie uit diverse betrouwbare bronnen.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ziet daarom geen aanleiding het Ministerie
van Buitenlandse Zaken te verzoeken een (thematisch) ambtsbericht over LHBTI’s uit
Cuba op te stellen. Een dergelijk ambtsbericht zal weinig toe kunnen voegen aan hetgeen
reeds uit andere bronnen bekend is. Daarbij wordt ook naar de instroom gekeken of
een verzoek voor een ambtsbericht opportuun is. Zoals blijkt uit het antwoord op vraag
12 geeft de huidige instroom hier evenmin aanleiding toe.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.