Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Amhaouch en Van Helvert over het economische deel van het Israëlisch-Palestijnse vredesplan
Vragen van de leden Amhaouch en Van Helvert (beiden CDA) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over een door de VS georganiseerde conferentie in Bahrein over het economische deel van het Israëlisch-Palestijnse vredesplan (ingezonden 24 juni 2019).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) en van Minister Kaag (Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen 22 juli 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «VS presenteren eind juni in Bahrein economisch deel
van langverwacht Israëlisch-Palestijns vredesplan»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u aangeven wat er tijdens deze conferentie wordt besproken en wie de deelnemers
zijn?
Antwoord 2
Tijdens de bijeenkomst, die op 25-26 juni plaatsvond in Bahrein, werd gesproken over
economische ontwikkeling in Gaza en de Westelijke Jordaanoever, als ook in omringende
landen. De basis hiervoor is het overzicht van projecten (Peace to Prosperity) dat de VS op de vooravond van de bijeenkomst presenteerde. Dit overzicht bestaat
voor een aanzienlijk deel uit reeds gestarte of eerder geïdentificeerde projecten
die tot economische groei moeten leiden, samen met een hervorming van het onderwijs
en de gezondheidszorg. Volgens de VS zou dit als een pakket uitgevoerd moeten worden
nadat er een politieke oplossing is bereikt. Het pakket voorziet in een bijdrage van
USD 27 mld. voor de Palestijnse Gebieden, en USD 23 mld. voor Libanon, Jordanië en
Egypte. Deze bedragen zouden deels schenkingen moeten zijn, deels leningen.
De bijeenkomst werd georganiseerd door de Amerikaanse Minister van Financiën Mnuchin
en adviseur van het Witte Huis Kushner. Gastheer Bahrein werd vertegenwoordigd door
de kroonprins Salman al Khalifa. De deelnemers waren zakenlieden uit de VS, Arabische
landen, Israël en de Palestijnse gebieden. Er waren geen overheidsvertegenwoordigers
van Israël of de Palestijnse Autoriteit aanwezig. Verschillende Arabische landen waren
op ministersniveau aanwezig. Het IMF werd vertegenwoordigd door Managing Director
Lagarde. De Wereldbank door President Malpass. Andere opvallende deelnemers waren
onder meer de voorzitter van de FIFA Infantino en voormalig Kwartetgezant Tony Blair.
De EU werd vertegenwoordigd door de Special Gezant Terstal. Diverse EU lidstaten hadden
delegaties gestuurd.
Vraag 3
Op welke manier is Nederland betrokken bij deze conferentie?
Antwoord 3
Nederland was door de Amerikaanse Minister van Financiën uitgenodigd om deel te nemen
aan de conferentie. Nederland heeft op hoogambtelijk niveau deelgenomen.
Vraag 4
Hoe staat de Palestijnse Minister van Economische zaken ten opzichte van deze conferentie?
Antwoord 4
De Palestijnse Autoriteit benadrukt dat economische ontwikkeling alleen geen oplossing
kan brengen voor het conflict, maar dat er ook een politieke oplossing moet komen,
op basis van de beginselen zoals ook in het Arab Peace Initiative verwoord. De PA zegt geen vertrouwen meer te hebben in de VS als bemiddelaar, vanwege
eerdere besluiten als het verhuizen van diens ambassade in Israël naar Jeruzalem,
het stoppen van alle financiële steun voor de PA en voor UNRWA en het sluiten van
het PLO-kantoor in Washington. De PA ziet in deze stappen, en uitspraken van Amerikaanse
vertegenwoordigers over bijvoorbeeld nederzettingen en mogelijke annexatie van delen
van de Westelijke Jordaanoever, aanwijzingen dat het politieke gedeelte van het vredesplan
niet zal aansluiten bij de politieke aspiraties van de PA en de parameters zoals die
internationaal breed gedragen worden. De PA gaf om bovenstaande redenen niet deel
te nemen aan de bijeenkomst.
Vraag 5, 7 en 8
Op welke manier draagt de EU economisch bij aan het vredesproces? Op welke manier
draagt Nederland economisch bij aan het vredesproces?
Kunt u aangeven welke projecten Nederland heeft lopen ten behoeve van de versterking
van de economie van de Palestijnse gebieden?
Welke economische projecten ondersteunt de EU, de grootse donor in de Palestijnse
gebieden?
Antwoord 5, 7 en 8
De Europese Unie draagt in de jaren 2017–2020 jaarlijks gemiddeld EUR 310 miljoen
bij aan de ontwikkeling van de Palestijnse gebieden en aan UNRWA. De gemiddelde jaarlijkse
totale bijdrage in deze periode van de EU inclusief lidstaten is EUR 616 miljoen,
waarvan EUR 52,5 miljoen door Nederland.
Sectoren binnen de EU-steun die overeenkomen met de focus van het Amerikaanse plan
zijn goed bestuur, rechtstaatontwikkeling, economische ontwikkeling, water en energie.
Concrete voorbeelden van de EU-inzet zijn hervorming van het ondernemingsklimaat,
infrastructuur die noodzakelijk is voor economische ontwikkeling zoals wegen en voor
water en energie, en steun voor het bedrijfsleven zowel op de Westelijke Jordaanoever
als in Gaza.
Prioriteiten van de Nederlandse steun betreffen economische ontwikkeling, versterking
van de rechtstaat, mensenrechten, water en energie en de opvang van Palestijnse vluchtelingen.
Voorbeelden van concrete Nederlandse steun zijn het faciliteren van transport tussen
de Palestijnse Gebieden, Israël en Jordanië, programmeeronderwijs in Gaza en de Westelijke
Jordaanoever, rechtsbescherming voor vrouwen en minderjarigen, de planning en ontwerp
voor een gasleiding naar Gaza, steun voor de overgang van fossiele brandstoffen naar
hernieuwbare energie, het stimuleren van export en investeringen in de Palestijnse
private sector en het aanwakkeren van ondernemerschap.
Vraag 6 en 9
Waar ligt de economische potentie van de Palestijnse gebieden volgens het kabinet?
Welke economische barrières zijn er in de Palestijnse gebieden die economische ontwikkeling
tegenhouden? Hoe kunnen deze barrières worden weggenomen?
Antwoord 6 en 9
Belangrijke sectoren met groeipotentie zijn landbouw, steengroeven en mijnbouw, toerisme.
Uit onderzoek van de Wereldbank in 2017 kwam naar voren dat opheffen van Israëlische
restricties op de Westelijke Jordaanoever voor een economische groei van ongeveer
33% kan zorgen in 2025. Het wegnemen van de Israëlische beperkingen op import en export
uit Gaza zou volgens datzelfde onderzoek tot een economische groei van 32% in 2025
in Gaza kunnen leiden.
Versoepelen van de zeer uitgebreide dual uselijst die Israël hanteert voor de Palestijnse Gebieden zou volgens de Wereldbank in
2025 leiden tot een economische groei van 6% op de Westelijke Jordaanoever en 11%
in Gaza. Oplossen van interne restricties, zoals Palestijnse wet- en regelgeving die
het ondernemingsklimaat bemoeilijken, verbeteren van beroepsonderwijs en herenigen
van Gaza en de Westelijke Jordaanoever zouden volgens hetzelfde onderzoek in 2025
tot een economische groei van 24% in de Westelijke Jordaanoever en 30% in Gaza kunnen
leiden.
Vraag 10
Bieden de voorgenomen economische injecties van de VS perspectief voor jongeren in
de Palestijnse gebieden?
Antwoord 10
Jeugdwerkeloosheid is een groot probleem in de Palestijnse gebieden. Een aantal projecten
zou kunnen helpen met het ombuigen van de huidige negatieve ontwikkeling in Gaza,
waar de economie in 2018 is gekrompen met 7% en de jeugdwerkeloosheid 66% bedraagt.
De opgenomen hervormingen in het onderwijs zullen rechtstreeks gevolgen hebben voor
jongeren.
Vraag 11
Kunt u de Kamer een appreciatie van de conclusies van deze conferentie doen toekomen?
Antwoord 11
De Amerikaanse regering heeft afgelopen jaren steeds gezegd met een frisse blik naar
het conflict te willen kijken en nieuwe oplossingen aan te willen dragen. Het door
de VS gepresenteerde economische pakket bevat elementen die interessant zijn, bijvoorbeeld
het voorstel van een corridor tussen Gaza en de Westelijke Jordaanoever. Het is verder
positief dat veel van de voorstellen overeenkomen met bestaande projecten en plannen
van de internationale gemeenschap. Het kabinet constateert daarbij wel dat de zegkracht
groter had kunnen zijn als in het pakket aandacht was besteed aan de gevolgen van
de bezetting voor de Palestijnse economie en dat de VS voor meer draagvlak had kunnen
zorgen als het vooraf de betrokken donoren had betrokken bij het opstellen van dit
deel van diens vredesplan. Hier wordt door de VS niet over gesproken in het gepresenteerde
plan.
Het kabinet is van mening dat economische ontwikkeling alleen geen oplossing biedt,
maar gepaard moet gaan met een politieke oplossing voor het conflict. Dat wordt ook
door de VS onderschreven. Het pakket aan maatregelen zou volgens de VS uitgevoerd
moeten worden nadat een vredesakkoord bereikt zou zijn. Nederland, de EU, de Arabische
landen en de brede internationale gemeenschap zijn ervan overtuigd dat alleen een
twee-statenoplossing op basis van de grenzen van 1967 kan leiden tot een duurzame
politieke oplossing. Het kabinet roept de VS op om dit uitgangspunt eveneens ondubbelzinnig
te onderschrijven.
Het kabinet dringt er bij de VS op aan de EU en andere relevante partners te betrekken
bij het ontwikkelen van diens politieke plannen, en de implementatie van de economische
agenda. Daarbij is het ook belangrijk dat het wederzijds vertrouwen tussen de VS en
de Palestijnse Autoriteit wordt hersteld.
Het kabinet is van mening dat dialoog tussen donoren en beide partijen onontbeerlijk
is om de economische visie van de VS te kunnen vertalen naar tastbare verbeteringen.
Nederland zal daar op aan blijven dringen en de dialoog blijven zoeken in andere fora
zoals de Ad Hoc Liaison Committeewaar donoren, Israël en de Palestijnse Autoriteit met elkaar aan tafel zitten. Nederland
zal tegelijkertijd doorgaan met het eigen beleid, inclusief projecten voor economische
ontwikkeling, onder meer via de door Nederland gefaciliteerde trilaterale expertgroepen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.