Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Karabulut en Alkaya over een rapport over beleggingen in wapenproductie en wapenhandel
Vragen van de leden Karabulut en Alkaya (beiden SP) aan de Ministers van Financiën en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over een rapport over beleggingen in wapenproductie en wapenhandel (ingezonden 28 juni 2019).
Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking), mede
namens de Ministers van Financiën en van Buitenlandse Zaken (ontvangen 24 juli 2019).
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het rapport «Controversial Arms Trade and investments of
Dutch banks»? Bent u bereid de negen aanbevelingen die in het rapport aan de banken
worden gedaan onder hun aandacht te brengen? Zo nee, waarom niet?1
Antwoord 1
Ja, het kabinet heeft kennisgenomen van het rapport van de Eerlijke Geldwijzer.
De naleving van de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen (hierna OESO-richtlijnen)
en de UN Guiding Principles on Business and Human Rights (UNGP’s) is een individuele verantwoordelijkheid van de banken en zij bepalen zelf,
in dialoog met hun stakeholders, hoe zij hun beleid ten aanzien van de defensie-industrie
vormgeven en toepassen. Het is aan de Eerlijke Geldwijzer, als stakeholder, om hun
eigen aanbevelingen te delen met de desbetreffende banken.
Vraag 2
Wat is uw opvatting over het feit dat de Nederlandse banken ING, ABN AMRO en Van Lanschot
Kempen in totaal bijna 600 miljoen euro investeren in wapenbedrijven die wapens leveren
aan Saudi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten en/of Egypte – landen die al jaren
verantwoordelijk zijn voor bombardementen op Jemen?2
Antwoord 2
Het kabinet verwacht van Nederlandse banken dat zij, conform de UNGP’s, voor hun investeringen
in de defensie-industrie de risico’s op mensenrechtenschendingen in kaart brengen,
hun invloed aanwenden om deze risico’s te voorkomen of aan te pakken, en hierover
verantwoording afleggen. Als transacties van een bedrijf waarin wordt belegd of waaraan
een lening wordt verstrekt, niet aansluiten bij het beleid van de bank, dan behoort
de bank haar invloed aan te wenden om de handelwijze van het betreffende bedrijf te
veranderen. Als het bedrijf dit niet aanpast, is de beëindiging van de zakelijke relatie
een uiterste redmiddel voor de bank.
Alle bedrijven waarin ING, ABN AMRO en Van Lanschot Kempen investeren volgens het
rapport3, zijn gevestigd in een EU-lidstaat of een NAVO-lidstaat. Voor de export van militaire
goederen dienen deze bedrijven in het bezit te zijn van een geldige vergunning die
al dan niet verstrekt wordt door de daartoe bevoegde exportcontrole-autoriteiten.
Indien een bedrijf in het bezit is van een geldige vergunning, opereert het bedrijf
binnen de wettelijke kaders. Datzelfde geldt voor investeringen van Nederlandse banken
in de genoemde bedrijven.
Het kabinet wil niet dat er wapens worden geleverd die worden ingezet voor schendingen
van mensenrechten en humanitair recht in Jemen of elders in de wereld. Het afgeven
van exportvergunningen is echter een nationale bevoegdheid. EU- en NAVO-landen dienen
daarbij wel binnen de in EU- en VN-verband gemaakte afspraken te blijven. Zowel het
VN Wapenhandelverdrag als het EU Gemeenschappelijk Standpunt inzake wapenexport schrijven
voor dat overheden vergunningaanvragen voor de uitvoer van militaire goederen of dual-usegoederen met militair eindgebruik in sommige gevallen moeten weigeren. Dit is onder
andere het geval wanneer er een duidelijk risico bestaat dat de goederen gebruikt
worden voor onwenselijke doeleinden zoals schendingen van mensenrechten en/of humanitair
oorlogsrecht, of een negatieve uitwerking hebben op conflicten. Het kabinet spreekt
andere landen regelmatig aan op de noodzaak van een strikte naleving van deze afspraken.
Nederland heeft dat ook gedaan naar aanleiding van het conflict in Jemen. Zo roept
Nederland andere landen op om hun wapenexportbeleid – net als Nederland – aan te scherpen
ten aanzien van Saoedi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten en Egypte vanwege hun
militaire betrokkenheid bij de oorlog in Jemen.4 De Minister-President deed dat tijdens de Europese Raad van 18 oktober 2018 (conform
motie-Van Ojik c.s. van 17 oktober 2018, Kamerstuk 21 501-20, nr. 1368). De Minister van Buitenlandse Zaken deed dit in november 2018 tijdens een zitting
van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (conform motie-Sjoerdsma van 14 november
2018, Kamerstuk 21 501-02, nr. 1924) alsmede tijdens de Raad Buitenlandse Zaken van 18 maart 2019.
Vraag 3 en 4
Hoe verhouden naar uw opvatting de investeringen van ING en Van Lanschot Kempen zich
met het strikte wapenexportbeleid dat het kabinet voert ten aanzien van Saudi-Arabië,
de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) en Egypte?
Hoe verhouden de investeringen van ABN AMRO, waarin de staat via NL Financial Investments
een meerderheidsbelang heeft, zich met het strikte wapenexportbeleid dat het kabinet
voert ten aanzien van Saudi-Arabië, de VAE en Egypte?
Antwoord 3 en 4
Wapenexportcontrole dient te voorkomen dat uit Nederland afkomstige militaire goederen
afbreuk doen aan de internationale vrede en veiligheid. Ten aanzien van de oorlog
in Jemen ziet het strikte wapenexportbeleid van het kabinet ten aanzien van Saoedi-Arabië,
de Verenigde Arabische Emiraten en Egypte daarop toe.
Banken en investeerders maken hun eigen afweging of zij beleggen in of financiering
verlenen aan de defensie-industrie, met in achtneming van het verbod om te investeren
in ondernemingen die clustermunitie of cruciale onderdelen daarvan produceren, verkopen
of distribueren. Zij behoren hierbij conform OESO-richtlijnen en UNGP’s risico’s in
kaart te brengen, hun invloed aan te wenden om deze risico’s te voorkomen en aan te
pakken en hier verantwoording over af te leggen. Dit geldt ook voor ondernemingen
waarvan de staat aandeelhouder is.In het IMVO-convenant van de bancaire sector zijn
afspraken vastgelegd over de naleving van deze richtlijnen en principes door de banken.
ING, Van Lanschot en ABN AMRO zijn alle drie bij dit convenant aangesloten.
NL Financial Investments (NLFI) is namens de staat de aandeelhouder van de financiële
instellingen die als gevolg van de financiële crisis in handen van de overheid zijn
gekomen. Ondernemingen waarvan de staat aandeelhouder is, zijn – net als andere ondernemingen –
gebonden aan wet- en regelgeving. Staatsdeelnemingen dienen zich hierbij bewust te
zijn van hun maatschappelijke positie.
Vraag 5
Hoe verhoudt deze praktijk zich tot het internationaal maatschappelijk verantwoord
ondernemen-convenant (IMVO-convenant) met de banken, waarvan ook deze drie banken
deel uit maken, dat is gericht op het tegengaan van negatieve impact op mensenrechten
via investeringen en leningen met mogelijke impact op mensenrechten, en waarin zelfregulering
op normen van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) is afgesproken?
Antwoord 5
Met het IMVO-convenant hebben de Nederlandse banken zich gecommitteerd aan het verbeteren
van de naleving van de UNGP’s. Dit betekent dat zij hun gepaste zorgvuldigheid ten
aanzien van mensenrechten verder moeten aanscherpen. Het convenant schrijft niet voor
welke sectoren of bedrijven banken mogen financieren, dit is de individuele verantwoordelijkheid
van de banken zelf.
Vraag 6
Zijn er in het bankenconvenant concrete afspraken opgenomen ten aanzien van het tegengaan
van de mensenrechtenrisico’s als gevolg van bankinvesteringen in controversiële wapenproducenten?
Zo nee, bent u bereid om u in te spannen dat deze afspraken er alsnog komen, gelet
op de grote mensenrechtenrisico’s van bankinvesteringen in wapenbedrijven die leveren
aan regimes die verantwoordelijk zijn voor ernstige schendingen van mensenrechten
en/of deze wapens inzetten tegen de burgerbevolking van laden als Jemen? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 6
Het IMVO-convenant van de bancaire sector is gericht op de rol die banken spelen bij
het voorkomen en aanpakken van mensenrechtenschendingen, ongeacht de sector of het
bedrijf. Er zijn geen specifieke afspraken opgenomen over het tegengaan van de mensenrechtenrisico’s
als gevolg financiering aan de defensie-industrie. Niet-gouvernementele organisatie
PAX, de auteur van het rapport «Controversial Arms Trade and investments of Dutch
banks», is partij bij dit convenant. Onder de afspraken van het convenant kan PAX
de aanbevelingen en uitkomsten van het rapport delen met de banken en de banken ondersteunen
bij het verder aanscherpen van de gepaste zorgvuldigheid naar aanleiding hiervan.
Het convenant is in december 2017 van start gegaan met een looptijd van drie jaar.
In de resterende vijf maanden werken de partijen en betrokken banken aan het behalen
van de afgesproken doelstellingen. Dit geeft geen ruimte voor het maken van aanvullende
afspraken. De banken kunnen wel best practices van andere convenanten gebruiken. Zo ontwikkelen de partijen bij het IMVO-convenant
Verzekeringssector een themakader over investeren in wapens en wapenhandel conform
de OESO-richtlijnen en de UNGP’s. De overheid is partij bij beide convenanten en zal
voorstellen het themakader te delen met de banken zodra dit gereed is.
Vraag 7
Bent u bereid om met ING, ABN AMRO en Van Lanschot Kempen een gesprek te voeren en
deze investeringen te ontmoedigen? Bent u bereid om de uitspraak van de Britse rechter,
dat Groot-Brittannië de wet heeft overtreden door wapens te leveren aan Saudi-Arabië,
met burgerdoden in Jemen als gevolg5, hierin te betrekken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Nee, banken maken hun eigen afweging of zij beleggen in of financiering verlenen aan
de defensie-industrie, met in achtneming van het verbod om te investeren in ondernemingen
die clustermunitie, of cruciale onderdelen daarvan, produceren, verkopen of distribueren.
Banken behoren hierbij, conform OESO-richtlijnen en UNGP’s, risico’s in kaart te brengen,
hun invloed aan te wenden om deze risico’s te voorkomen en aan te pakken en hierover
verantwoording afleggen. Over de naleving van de OESO-richtlijnen en UNGP’s is de
overheid in gesprek met ING, ABN AMRO en Van Lanschot Kempen binnen het IMVO-convenant
van de bancaire sector.
Vraag 8
Is bij u bekend welke acties de levensverzekeraars ondernemen naar aanleiding van
een gesprek dat afgelopen februari door Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
is gevoerd met het Verbond van Verzekeraars over investeringen van levensverzekeraars
in bedrijven die wapens leveren aan Saudi-Arabië, de VAE en Egypte? Wanneer kunnen
concrete stappen van verzekeraars verwacht worden op het gebied van hun investeringen
in controversiële wapenproducenten?
Antwoord 8
Op 20 februari 2019 heeft er een gesprek plaatsgevonden met het Verbond van Verzekeraars
over investeringen van levensverzekeraars in bedrijven die wapens leveren aan Saudi-Arabië.
Het gesprek ging onder andere over hoe verzekeraars omgaan met investeringsbeslissingen
met betrekking tot controversiële wapens en controversiële wapenhandel. Het is aan
verzekeraars zelf om te bepalen in welke bedrijven zij investeren. Echter, zoeken
verzekeraars binnen het IMVO-convenant Verzekeringssector reeds de samenwerking om
dit thema verder te verkennen. Momenteel worden binnen het IMVO-convenant Verzekeringssector
al concrete stappen ondernomen. Zo werken verzekeraars samen met maatschappelijke
organisaties en de overheid, conform convenant afspraken, aan het opstellen van een
Environmental Social and Governance (ESG)-themakader over investeren in wapens en
wapenhandel conform de OESO-richtlijnen en de UNGP’s. Ook bespreken verzekeraars met
maatschappelijke organisaties en de overheid specifieke casussen met als doel om gezamenlijk
lessen te trekken en een voorbeeldset aan vragen te ontwikkelen. Deze kunnen de verzekeraars
gebruiken om de juiste vragen te stellen aan bedrijven waarin zij investeren.
Vraag 9
Zijn er in het IMVO-convenant voor de verzekeringssector concrete afspraken opgenomen
ten aanzien van het tegengaan van de mensenrechtenrisico’s als gevolg van investeringen
van levensverzekeraars in controversiële wapenproducenten? Zo nee, bent u bereid om
u in te spannen dat deze afspraken er alsnog komen?
Antwoord 9
Voor thema’s die niet of onvoldoende in de UNGP’s of de OESO-richtlijnen zijn vervat,
is in het IMVO-convenant Verzekeringssector afgesproken afzonderlijke ESG thema kaders
vast te stellen nadere richtlijnen uit te werken. Controversiële wapens en controversiële
wapenhandel is een van deze thema’s. Binnen het IMVO-convenant Verzekeringssector
wordt nader uitgewerkt hoe een zorgvuldige risicoanalyse door verzekeraars eruit zou
moeten zien, om bij te dragen aan een verantwoord beleggingsbeleid.
Vraag 10
Hoe beoordeelt u het feit dat de Nederlandse overheid al enkele jaren humanitaire
hulp aan de bevolking van Jemen financiert via de VN, het Rode Kruis en NGO’s (Dutch
Relief Alliance), en dat een aantal banken en verzekeraars op hun beurt al een aantal
jaar investeert in bedrijven die wapens leveren aan landen die Jemen al jaren bombarderen
met duizenden burgerdoden als gevolg? Deelt u de opvatting dat deze investeringen
tegenstrijdig zijn met het humanitaire beleid van de Nederlandse overheid en daarmee
onwenselijk zijn? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Het kabinet zet humanitaire hulp in daar waar de nood het hoogst is. Jemen behoort
tot de grootste crises van deze tijd en burgers hebben recht op noodhulp, bescherming
en veiligheid. Daarom steunt het kabinet al enkele jaren de humanitaire organisaties
hierin.
Banken en investeerders dienen zelf een afweging te maken over de beleggingen die
zij doen in of de financiering die zij verlenen aan de defensie-industrie.
Vraag 11
Kunt u aangeven wat de mogelijkheden voor u zijn om deze investeringen te verbieden?
Antwoord 11
Het kabinet wil voorkomen dat uit Nederland afkomstige goederen op negatieve wijze
bijdragen aan internationale vrede en veiligheid. Wapenexportcontrole is het geëigende
middel waarmee het kabinet daarop toeziet. Het kabinet acht het verbieden van de genoemde
investeringen daarom niet noodzakelijk. Banken en investeerders dienen zelf een afweging
te maken over de beleggingen die zij doen in of de financiering die zij verlenen aan
de defensie-industrie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.