Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van het lid Van Nispen over het onderzoek waaruit het maatschappelijk rendement van sport en bewegen in Nederland blijkt
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister voor Medische Zorg over het onderzoek waaruit het maatschappelijk rendement van sport en bewegen in Nederland blijkt (ingezonden 24 juni 2019).
Mededeling van Minister Bruins (Medische Zorg) (ontvangen 16 juli 2019).
Vraag 1
Bent u verrast door de hoge maatschappelijke opbrengsten van sport, met zelfs geschatte
maatschappelijk opbrengsten («social return on investment») die 2,51 keer zo hoog
zijn als de kosten, waaruit dus blijkt dat investeringen in sport forse maatschappelijke
meerwaarde hebben?1 2
Vraag 2
Hoe kijkt u naar de maatschappelijke meerwaarde van sport in het basis- en voortgezet
onderwijs? Bent u bereid samen met de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs
en Media te onderzoeken of dit geschatte maatschappelijk rendement ook geldt voor
een investering in meer uren bewegingsonderwijs van vakleerkrachten? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 3
Op welke wijze kunt u samen met gemeenten de uitkomsten van dit onderzoek gebruiken
om mensen die relatief weinig sporten (lage inkomens, mensen met een beperking, ouderen)
te stimuleren om te sporten, zodat ook zij de kans krijgen op betere gezonde effecten,
zoals de uitkomsten van dit onderzoek weergeven? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 4
Kunt u nader laten onderzoeken welk effect meer sporten en bewegen heeft op de afname
van kosten van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015 en criminaliteit?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Bent u bereid om samen met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport te kijken
hoe goede voorbeeelden onder gemeenten verspreid kunnen worden, waardoor gemeenten
van elkaar kunnen leren, aangezien in het onderzoek wordt aangegeven dat gemeenten
sinds de decentralisaties meer sturingsmogelijkheden hebben, zodat zij bijvoorbeeld
sport en bewegen inzetten als middel tegen eenzaamheid of het onderwijs aansporen
om kinderen op een juiste manier te laten sporten en bewegen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Bent u bereid om nader te onderzoeken wat de effecten van sporten zijn op afnemende
zorgkosten? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Hoe kijkt u naar de conclusies van het rapport dat het bedrijfsleven het meeste profiteert
van een sportende en bewegende (gezonde) bevolking vanwege het grote effect op ziekteverzuim
en arbeidsproductiviteit? Vindt u het wenselijk en rechtvaardig dat vooral het bedrijfsleven
financieel profiteert van (publieke) investeringen en inspanningen om meer mensen
te laten sporten en bewegen? Bent u bereid de mogelijkheden te verkennen het bedrijfsleven
hieraan mee te laten betalen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Geven deze conclusies over de forse maatschappelijke opbrengsten van investeringen
in sport aanleiding extra of andere maatregelen te nemen? Zo nee, waarom niet?
Mededeling
De vragen van het Kamerlid Van Nispen (SP) over het onderzoek waaruit het maatschappelijk
rendement van sport en bewegen in Nederland blijkt (2019Z13100) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.
Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.