Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van der Lee en Kröger over de berichten 'Uitstoot vervuilend lachgas Chemelot jaren niet gemeld' en 'Lachgas: het stille klimaatprobleem van Limburg'
Vragen van de leden Van der Lee en Kröger (beiden GroenLinks) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de berichten «Uitstoot vervuilend lachgas Chemelot jaren niet gemeld» en «Lachgas: het stille klimaatprobleem van Limburg» (ingezonden 23 mei 2019).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat), mede namens de Staatssecretaris
van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 15 juli 2019).
Vraag 1
Kent u de berichten «Uitstoot vervuilend lachgas Chemelot jaren niet gemeld»1 en «Lachgas: het stille klimaatprobleem van Limburg»?2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wist u dat een in 1969 gebouwde Anqore-fabriek op het Limburgse industrieterrein Chemelot
al decennia lang grote hoeveelheden lachgas uitstoot zonder dat dit gemeten werd?
Antwoord 2
In het kader van de bestaande koepelvergunning rapporteert Chemelot de emissies van
luchtverontreinigende stoffen en broeikasgassen voor alle onder die vergunning vallende
bedrijven. Lachgas werd in dit verband reeds gerapporteerd, maar bij de rapportage
over het jaar 2017 werden significant hogere lachgasemissies opgegeven dan voor de
jaren daarvoor. Pas op dat moment werd duidelijk dat de lachgasemissies van Anqore
niet waren meegenomen in eerdere rapportages, maar dat die rapportages enkel lachgasemissies
bevatten van de andere bedrijven op het Chemelot-terrein.
Vraag 3
Klopt het dat daarmee de totale uitstoot van lachgas op het industrieterrein Chemelot
vijftig procent hoger blijkt te liggen dan werd gemeld?
Antwoord 3
De totale emissie van lachgas van Chemelot blijkt, op grond van de cijfers over het
jaar 2017, 45% hoger te liggen dan eerder was geregistreerd. Voor eerdere jaren varieert
dit percentage tussen de 32% en de 55%.
Vraag 4
Kunt u toelichten hoe het mogelijk is dat de lachgasuitstoot van de desbetreffende
fabriek tot 2017 niet werd gemeten, ondanks dat de fabriek naar waarschijnlijkheid
zelfs de op een na grootste industriële uitstoter van lachgas in Nederland is en het
verplicht is in Nederland om de uitstoot te monitoren en rapporteren?
Antwoord 4
De Europese Verordening betreffende instelling van een Europees register inzake de
uitstoot en overbrenging van verontreinigende stoffen (PRTR, Verordening 2006/166/EG)
verplicht exploitanten van inrichtingen hun emissies te rapporteren aan het bevoegd
gezag. Het is aan het bevoegd gezag dat verantwoordelijk is voor het verlenen van
de milieuvergunning, om de door de exploitanten geleverde informatie te controleren.
In dit geval is dat de provincie Limburg. In haar verklaring heeft DSM aangegeven
dat het lachgas niet eerder dan over 2017 is gerapporteerd aan Chemelot, door een
onbewust misverstand over de rapportageverplichting tussen DSM en USG (een gezamenlijke
onderneming van enkele Chemelot-bedrijven die onder andere zorg draagt voor het verbranden
van afvalgassen)3.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het zeer zorgelijk is dat de provincie Limburg wettelijk gezien
geen actie hoefde te ondernemen na de melding van Chemelot in 2017? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 5
Die mening deel ik niet, aangezien de provincie Limburg bevoegd gezag is en indien
nodig actie kan ondernemen. De provincie Limburg heeft de zaak inmiddels ook serieus
opgepakt4.
Vraag 6
Hoe is het mogelijk dat zowel de provincie Limburg als de Nederlandse Emissieautoriteit
niet verantwoordelijk stellen te zijn voor de toezicht op de lachgasuitstoot? Wie
draagt hier dan wel verantwoordelijkheid voor?
Antwoord 6
Zoals hiervoor aangegeven is de provincie Limburg bevoegd gezag voor vergunningverlening
van Chemelot en daarmee ook verantwoordelijk voor toezicht op de uitvoering van de
vergunningvoorschriften.
Vraag 7
Kunt u toelichten waarom er in de milieuvergunning van Chemelot geen beperkingen staan
voor de uitstoot van lachgas ondanks de urgentie van het klimaatprobleem?
Antwoord 7
Op de locatie Chemelot zijn meerdere processen waarbij lachgas (distikstofoxide) vrijkomt.
In dit geval gaat het om de productie van acrylonitril, wat onder de reikwijdte van
de Richtlijn industriële emissies valt. Op grond van deze Richtlijn kunnen eisen in
de vergunningen opgenomen worden voor onder andere stikstofoxiden en andere stikstofverbindingen.
Rapportage van lachgas is in dit verband ook geregeld, getuige de jaarlijkse melding
van Chemelot van haar, zij het naar nu bekend onvolledige, lachgasemissies.
Vraag 8
Gezien het feit dat lachgas als broeikasgas 265 keer sterker is dan CO2, wat voor effecten heeft deze ontdekking op de totale broeikasgasuitstoot van Nederland
sinds 1990 en de klimaatmaatregelen die op deze cijfers zijn gebaseerd?
Antwoord 8
Deze omissie is eerder hersteld in de cijfers van de emissieregistratie, ook voor
eerdere jaren. Deze gegevens zijn ook al verwerkt in de actualisatie van de emissieramingen
voor 2020 en opgave met betrekking tot Urgenda van het Planbureau voor de Leefomgeving
(PBL) begin dit jaar (Kamerstuk 32 813 nr. 267). Daarnaast heeft het PBL in de doorrekening van het ontwerp-Klimaatakkoord (Kamerstuk
32 813, nr. 306) aangegeven wat het effect van deze nieuwe inzichten in emissiebronnen heeft op de
uitstoot in 2030. Per saldo schat het PBL in dat deze nieuwe inzichten leiden tot
0,5 Mton lagere uitstoot ten opzichte van het basispad. Deze omissie leidt dus niet
tot een hogere opgave voor 2020 of 2030.
Vraag 9
Wat zijn de effecten van deze toegenomen lachgasuitstoot op de ozonconcentraties in
Nederland? Is er daarmee voldaan aan de rapportage- en reductieverplichting voor emissies?
Antwoord 9
Er is geen sprake van toegenomen uitstoot, maar het nu pas onderkennen van een reeds
langer bestaande uitstoot. Er is daarmee ook geen wijziging in de concentraties in
de lucht in Nederland. De ozonconcentratie in Nederland wordt bepaald aan de hand
van metingen en is dus niet afhankelijk van kennis over emissies.
Vraag 10
Wist u dat het terrein dusdanig kan worden verduurzaamd dat de lachgasuitstoot met
85 procent kan worden verminderd en dat met 10 euro per bespaarde ton broeikasgas
relatief goedkoop is? Deelt u de mening dat deze maatregel veel kan bijdragen aan
het behalen van het Urgenda-vonnis? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Door de intensieve gesprekken aan de Industrietafel had het Ministerie van EZK al
een goed beeld van mogelijke reductiemaatregelen in de industrie. Hierbij hebben we
ook gekeken naar de mogelijkheden van lachgasreductie op Chemelot. Lachgasreductie
bij het bedrijf Fibrant kwam daarbij naar voren als een kostenefficiënte maatregel
die tevens al vanaf het jaar 2020 reductie kan opleveren. Daarom is, vanaf december
2018, in het kader van de Urgenda-maatregelen met Fibrant gesproken over een mogelijke
financiële prikkel vanuit de overheid gericht op lachgasreductie.
Zoals aangegeven in mijn brief over de uitvoering van het Urgenda-vonnis (28 juni
2019, 32813–341) zijn we tot een éénmalige financiële prikkel gekomen gericht op lachgasreductie
bij het bedrijf Fibrant. Het totale investeringsbedrag hiervoor bedraagt € 42 miljoen.
Op dit moment is er voor Fibrant geen enkele wettelijke verplichting of prikkel om
deze reducerende maatregel nu te nemen. Daarom stelt de Staat aan Fibrant een rentevrije
lening van € 30 miljoen ter beschikking om deze investering nu te doen. De lening
wordt in principe volledig terugbetaald5 en daarom is dit voor de Staat verreweg de meest kostenefficiënte manier om CO2 te reduceren. De investering wordt daarnaast gefinancierd door Fibrant en DSM als
grootste klant van Fibrant. Middels deze investering realiseert Fibrant een reductie
van structureel 0,6 Mton CO2 eq. per jaar, waarvan 0,2 Mton CO2 eq. reeds vanaf begin 2020.
Vraag 11
Vindt u het ook zorgelijk dat het probleem allang opgelost had kunnen zijn als de
lachgasuitstoot gewoon was gemeten en daarmee onder het Europese systeem voor emissiehandel
(EU-ETS) zou zijn gevallen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 11
De reikwijdte van emissiehandel wordt bepaald door de Richtlijn inzake handel in emissierechten
(EU 2018/410). Het meten van de lachgasuitstoot heeft geen invloed op de reikwijdte
van deze Richtlijn.
Vraag 12
Welke concrete acties gaat u nemen om de verantwoordelijkheid voor het toezicht op
lachgasuitstoot wettelijk vast te leggen? Wat gaat u verder doen om de gigantische
uitstoot van lachgas in te perken?
Antwoord 12
De verantwoordelijkheden zijn reeds goed belegd. In het Klimaatakkoord zullen afspraken
worden gemaakt over het reduceren van broeikasgassen in de industrie. Bij deze afspraken
zullen ook lachgasemissies worden betrokken.
Vraag 13
Bent u bereid om te onderzoeken hoeveel de Anqore-fabriek gedurende deze tijd aan
ETS-emissierechten had moeten betalen en zal het bedrijf alsnog de rechten over deze
uitstoot moeten vergoeden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 13
De productie van acrylonitril valt niet onder EU-ETS. Ik zal daarom niet onderzoeken
wat er gebeurd zou zijn als dit wel zo zou zijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Mede namens
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.