Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van den Berg over de voortgang van het behoud van de zorg in de regio
Vragen van het lid Van den Berg (CDA) aan de Minister voor Medische Zorg over de voortgang van het behoud van de zorg in de regio (ingezonden 14 juni 2019).
Antwoord van Minister Bruins (Medische Zorg) (ontvangen 11 juli 2019) Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 3374
Vraag 1 en 2
Bent u bekend met het bericht dat de leegloop bij Treant ziekenhuizen is begonnen,
vooruitlopend op de sluiting van de spoedhulp in Stadskanaal en Hoogeveen?1
Herinnert u zich uw antwoorden op eerder gestelde Kamervragen over het verdwijnen
van de spoedeisende zorg in Hoogeveen en Stadskanaal, waarin u aangeeft dat plannen
verder worden uitgewerkt, dat gevolgen voor onder andere ambulancediensten in kaart
worden gebracht, dat de effecten op de responsetijden in kaart worden gebracht etc?
Wat is de meest recente stand van zaken?2
Antwoord 1 en 2
Ja, ik ken het bericht. Een regieteam bestaande uit ziekenhuizen, huisartsen en zorgverzekeraars
heeft zoals u weet de handen ineengeslagen om de zorg voor de regio Drenthe en Zuidoost-Groningen
beschikbaar te houden. Het regieteam heeft mij laten weten dat het sinds het bekend
maken van de plannen op hoofdlijnen, op 11 februari 2019, in dialoog met de omgeving
is over de plannen. Tegelijkertijd worden de plannen concreter uitgewerkt. Sinds dit
voorjaar zijn de ambulancediensten aangesloten bij het regieteam. Het uitwerken van
de plannen bevindt zich momenteel in de laatste fase, aldus het regieteam.
Het regieteam heeft mij overigens laten weten dat er geen sprake is van een «leegloop»
bij Treant. Wel is het een feit dat het, vooruitlopend op de ombouw van de SEH’s in
Hoogeveen en Stadskanaal naar spoedposten, gebeurt dat patiënten de voorkeur geven
aan een ander ziekenhuis, aldus het regieteam.
Vraag 3
Bent u ermee bekend dat het ziekenhuis Isala de locatie in Meppel wil opwaarderen
met een spoedeisende hulp niveau 3? Klopt het dat regionale bestuurders en betrokkenen
bij deze beslissing niet geconsulteerd zijn?
Antwoord 3
Voor SEH’s (niet zijnde een traumacentrum) geldt op dit moment geen indeling in verschillende
niveau’s. Alle SEH’s moeten, met name op het gebied van personele bezetting, aan dezelfde
minimumvereisten voldoen.
De Raad van Bestuur van het Isala ziekenhuis heeft mij laten weten dat er geen voornemen
bestaat om de SEH op de locatie Meppel te wijzigen. Deze heeft een 7 maal 24 uur beschikbaarheid
en dat zal naar de toekomst ook zo blijven, juist ook gezien de andere ontwikkelingen
in Drenthe. Dit sluit aan bij de opvattingen van het ROAZ en Zilveren Kruis. De Raad
van Bestuur is regelmatig in gesprek met regionale bestuurders en betrokkenen over
allerlei zaken die spelen in en rond de verschillende ziekenhuislocaties van het Isala.
Meer in het bijzonder vindt er goed overleg plaats over de toekomst van de spoedzorg
in Drenthe, onder regie van Zilveren Kruis en Menzis.
Vraag 4 en 5
Deelt u de mening dat de zorgbehoefte van de inwoners centraal dient te staan en niet
het aanbod dat zorgverleners willen bieden? Zo nee, waarom niet?
Deelt u de mening dat de zorgbehoefte zoals deze in kaart wordt gebracht door het
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en andere cijfers hierbij leidend
dienen te zijn? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4 en 5
Het is belangrijk dat de (huidige en toekomstige) zorgvraag van de inwoners in een
regio en het zorgaanbod in deze regio goed op elkaar aansluiten. De cijfers die ik
via het RIVM beschikbaar stel voor het opstellen van regiobeelden geven inzicht in
de toekomstige zorgvraag en kunnen dan ook behulpzaam zijn bij de vraag hoe het zorgaanbod
in de regio er in de toekomst uit moet zien.
Maar hoewel zorg voldoende toegankelijk moet zijn betekent het voorgaande niet, dat
patiënten met iedere zorgvraag terecht moeten kunnen bij een zorgaanbieder in hun
regio. En ook niet, dat de bestaande zorgaanbieders in de regio verplicht zijn om
alle zorg te bieden waar de inwoners in de regio behoefte aan hebben.
Zorg moet op de juiste plek worden verleend; waar mogelijk dichtbij de mensen, maar
in bepaalde gevallen is het ook beter om de zorg wat verder weg te organiseren. Voor
de spreiding van SEH’s en ziekenhuisafdelingen voor acute verloskunde bestaat zoals
u weet de 45 minuten-norm. Daarnaast moet de zorgverzekeraar er op grond van zijn
zorgplicht voor zorgen dat de zorg die in het basispakket van de Zorgverzekeringswet
zit voldoende toegankelijk is. De NZa ziet daarop toe.
Voor zover uw vragen betrekking hebben op de plannen voor de regio Drenthe / Zuidoost-Groningen,
kan ik u als volgt informeren.
Het regieteam heeft mij laten weten dat doel van de plannen van het regieteam van
ziekenhuizen, huisartsen en zorgverzekeraars in Drenthe en Zuidoost-Groningen juist
is om de zorg voor de regio en voor de bewoners beschikbaar te houden. Het streven
is nadrukkelijk het huidige zorgaanbod zodanig in te richten dat dit langdurig behouden
blijft voor de regio. En, op basis van voorspellingen over de verwachte zorgvraag
in de toekomst, te voorkomen dat dit verdwijnt uit de regio, bijvoorbeeld richting
Zwolle en Groningen. Door middel van diverse bijeenkomsten met bijvoorbeeld inwoners
en betrokken gemeenten houdt de regiegroep nauw contact met de stakeholders en de
inwoners om de zorgbehoefte inzichtelijk te maken, aldus het regieteam.
Het regieteam heeft een onderzoeksbureau in de hand genomen, dat het regieteam ondersteunt
met cijfers over de zorgbehoefte nu en in de toekomst. Deze cijfers helpen om de zorg
in de regio zodanig in te richten dat deze langdurig behouden kan blijven voor de
regio, aldus het regieteam.
Vraag 6
Deelt u de observatie dat de ziekenhuisdirecties van Ommeland (Winschoten), Treant
(Stadskanaal, Hoogeveen, Emmen), Isala (Zwolle, Meppel) en Wilhelminaziekenhuis (Assen)
wellicht wel met regionale bestuurders en betrokkenen spreken, maar vervolgens niets
doen met hun inbreng en gewoon hun eigen plan trekken? Zo nee, waarom niet? Zo ja,
wat is uw mening hierover?
Antwoord 6
Nee, die observatie deel ik op dit moment niet.
Wat Meppel betreft verwijs ik graag naar mijn antwoord op vraag 3.
Treant en Wilhelmina Ziekenhuis Assen maken beiden onderdeel uit van het regieteam
dat een visie heeft ontwikkeld voor de ziekenhuiszorg in Drenthe en Zuidoost-Groningen.
Het regieteam heeft mij laten weten dat het niet alleen met regionale bestuurders
heeft gesproken over de plannen, maar ook met onder andere lokale bestuurders, inwoners,
vele zorgorganisaties en patiëntenverenigingen. Het regieteam heeft hierbij steeds
duidelijk gemaakt dat de plannen enerzijds absolute noodzaak zijn vanwege personeelsschaarste,
maatschappelijke ontwikkelingen en medische eisen, maar dat er tegelijkertijd ruimte
is om te kijken naar knelpunten en wensen die leven in de regio. Deze neemt het regieteam
mee in de definitieve plannen, aldus het regieteam.
Vraag 7
Deelt u de observatie dat hetzelfde geldt voor de ziekenhuisdirectie van Bravis (Bergen
op Zoom/Roosendaal)? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is uw mening hierover?
Antwoord 7
Bravis heeft mij laten weten de dialoog te hebben gezocht met de inwoners van het
verzorgingsgebied van het ziekenhuis. De belangrijkste zorgen bleken zich te richten
op de bereikbaarheid van de acute zorg, de bereikbaarheid van ziekenhuiszorg voor
de chronische patiënt, openbaar vervoer en de gevolgen voor de directe woonomgeving
voor omwonenden van de nieuwe locatie van het ziekenhuis. Bravis geeft aan naar dat
deze input heeft geleid tot een aantal aanscherpingen in de uitvoering van hun besluit.
Zo zal er nadrukkelijk sprake zijn van een stadpolikliniek in de gemeente Bergen op
Zoom waarin medisch specialisten spreekuur zullen houden en waar diagnostische mogelijkheden
aanwezig zullen zijn. Daarnaast zal er met de diverse huisartsengroepen in de gemeenten
van Bravis gesproken worden om te komen tot mogelijkheden van anderhalvelijns zorg.
Ook zal met de gemeenten worden gesproken met aanbieders van het openbaar vervoer
over de bereikbaarheid van het ziekenhuis, zeker vanuit het westelijk deel van het
verzorgingsgebied van Bravis. Tot slot heeft Bravis samen met het gemeentebestuur
van Tholen op 28 juni 2019 gesproken met de Regionale Ambulancevoorziening (RAV) Zeeland
over onder andere een mogelijk betere situering van de uitrijdpost van de ambulancedienst
op het eiland Tholen. De observatie dat de ziekenhuisdirectie van Bravis wellicht
niets met de inbreng van regionale bestuurders en betrokkenen doet, deel ik dan ook
niet.
Vraag 8 en 9
Klopt het dat u reeds handhaaft op de maatregel dat er overleg dient te zijn met betrokkenen
(inwoners, patiëntenverenigingen, andere zorgverleners, ketenpartners) en bestuurders
bij wijzigingen in de acute zorg?
Deelt u de mening dat «overleggen» hierbij uitgelegd moet worden als consulteren en
niet als eenzijdig informeren, en dat consultatie betekent dat plannen ook aangepast
moeten kunnen worden?
Antwoord 8 en 9
Zoals u weet is de amvb acute zorg, waarin de communicatie met partijen en inwoners
in de regio een belangrijk onderdeel is, nog niet in werking getreden. Vooruitlopend
op de inwerkingtreding van deze amvb stimuleer ik op dit moment echter reeds dat zorgaanbieders
die overwegen om het aanbod van acute zorg op een bepaalde locatie te sluiten, handelen
in de lijn van deze concept amvb. Dat wil zeggen dat ze een zeer zorgvuldig besluitvormingsproces
inrichten. Ik heb de koepels van de ziekenhuizen, de huisartsenposten en de ggz-crisisdiensten
in een brief gevraagd om hun leden te vragen om vooruitlopend op de inwerkingtreding
van deze amvb alvast langs de lijnen van deze concept amvb te handelen. Ook in overleggen
die ik voer met zorgaanbieders die een voornemen tot sluiting hebben, benadruk ik
het belang van het betrekken van maatschappelijke partners, waaronder ook het regionaal
overleg acute zorgketen (ROAZ), bij de besluitvorming.
Een zorgvuldige besluitvormingsprocedure houdt allereerst in dat een zorgaanbieder
die overweegt het aanbod van acute zorg op een bepaalde plaats te beëindigen dit dient
te melden aan de IGJ en de NZa. Hij moet ook een plan opstellen om de continuïteit
van zorg te borgen. Uiteraard moeten afspraken gemaakt worden met zorgverzekeraars.
Andere zorgaanbieders voor wie een eventuele sluiting gevolgen kan hebben, waaronder
zeker ook de Regionale Ambulancevoorziening, alsmede de gemeenten en inwoners dienen
betrokken te worden in het afwegingsproces. Die andere partijen moeten niet alleen
maar worden geïnformeerd, zij moeten de kans krijgen bezwaren te uiten en suggesties
te doen. De zorgaanbieder moet deze meewegen in zijn besluitvorming en kunnen uitleggen
wat hij met die punten heeft gedaan.
Omdat de amvb acute zorg nog niet in werking is getreden, is formele handhaving op
de naleving van deze amvb is nog niet mogelijk. Echter, bij wijzigingen in het aanbod
van acute zorg heeft de IGJ, nu en in het verleden, reeds aandacht (gehad) voor een
gedegen onderbouwing en afstemming met ketenpartners en andere betrokkenen (zoals
patiënten en het lokaal bestuur), door de betreffende zorgaanbieder, van besluiten
tot afbouw of wijziging van zorgactiviteiten. Verder stellen de IGJ en NZa momenteel,
vooruitlopend op deze amvb, gezamenlijk een handreiking op voor een zorgvuldige proces-
en besluitvorming bij wijzigingen in het acute zorglandschap, waar overleg met andere
betrokken actoren en inwoners uiteraard onderdeel van zal uitmaken. Deze handreiking
zal ik naar verwachting in oktober aan uw Kamer doen toekomen.
Vraag 10
Wat vindt u ervan dat er naar verwachting bij Treant 2 miljoen euro extra aan tijdelijk
personeel wordt uitgegeven in 2019 omdat er bij Treant ziekenhuizen een hoog verloop
is omdat medewerkers onzeker zijn over hun toekomst?
Antwoord 10
Treant heeft aangegeven het uiterste te doen om, tot het moment dat alle partners
in de regio gereed zijn voor de plannen zoals die in voorbereiding zijn uit te voeren,
de huidige inrichting van de zorg te handhaven. Omdat een tekort van personeel mede
aanleiding is voor deze plannen, is tijdelijke inhuur van extra personeel volgens
Treant nodig. Tijdelijke inhuur en andere vormen van flexwerk komen steeds meer voor
in de zorg. Ik vind het belangrijk dat zorginstellingen en medewerkers hierin een
bewuste en goed geïnformeerde keuze maken en dat zorgwerkgevers in aanvulling daarop
via goed werkgeverschap negatieve prikkels voor deze keuze zoveel mogelijk proberen
te beperken. VWS laat op dit moment een onderzoek uitvoeren naar het verschijnsel
van flexwerk. Het is een actiegericht onderzoek, waarmee ook meteen aan mogelijke
oplossingsrichtingen wordt gewerkt voor situaties waarin flexwerk als probleem wordt
ervaren.
Vraag 11
Deelt u de observatie dat het trekken van een eigen plan door iedere directie negatieve
gevolgen heeft voor niet alleen de bereikbaarheid maar ook voor de beschikbaarheid
van ziekenhuizen, zoals dat er steeds meer patiëntenstops bij ziekenhuizen zijn?3
Antwoord 11
Ik kan mij niet helemaal vinden in deze absolute stelling, maar u weet dat ik het
belangrijk vind dat een ziekenhuis bij een voornemen tot wijziging van het acute zorgaanbod
niet solitair handelt. Ziekenhuizen zijn maatschappelijke organisaties en moeten zich
als onderdeel van die maatschappij gedragen. Bij het nemen van dergelijke beslissingen
moeten zij in overleg met de andere partijen in de regio treden en onder meer een
continuïteitsplan maken om ervoor te zorgen dat de continuïteit van de zorg in de
regio ook na sluiting van de betreffende afdeling(en) voldoende is geborgd.
In het regieteam Drenthe / Zuidoost Groningen is er overigens geen sprake van dat
ziekenhuisdirecties hun eigen plan trekken. In het regieteam hebben meerdere ziekenhuisdirecties,
huisartsen, ambulancediensten en zorgverzekeraars zitting. Deze partijen kijken samen,
over hun eigen grenzen heen, naar de best mogelijke inrichting van de zorg in de regio.
Vraag 12
Kunt u een overzicht geven wanneer u met welke besturen en directies van ziekenhuizen
hebt gesproken sinds 1 juni 2018 met betrekking tot de toekomstige inrichting van
de zorg in de regio?
Antwoord 12
In de periode 1 juni 2018 tot en met 5 juli 2019 heb ik zelf de volgende gesprekken
met besturen en directies van ziekenhuizen gevoerd over de toekomstige inrichting
van de zorg in de regio:
– de zorg in Drenthe / Zuidoost-Groningen en de regiovisie van het regieteam;
– het faillissement en de overname van de IJsselmeerziekenhuizen, en de toekomst van
de zorg in Flevoland;
– het faillissement van MC Slotervaart;
– het voornemen om (de acute zorg van) locatie Bronovo van het Haaglanden Medisch Centrum
te sluiten;
– het voornemen van Bravis om de locaties Bergen op Zoom en Roosendaal samen te voegen
op één locatie; en
– de financiële situatie en toekomst van het Maasziekenhuis in Boxmeer.
De gesprekken die betrekking hebben op deze onderwerpen vindt u terug in onderstaand
overzicht. Geprobeerd is, in de korte tijd die hiervoor stond, in het overzicht zoveel
mogelijk de relevante feiten weer te geven.
Naast de gesprekken die in onderstaand overzicht zijn opgenomen, heb ik uiteraard
ook over andere onderwerpen met besturen en directies van ziekenhuizen gesproken,
bijvoorbeeld tijdens mijn werkbezoeken aan de ziekenhuizen.
Ook wil ik tot slot graag noemen dat er uiteraard ook gesprekken hebben plaatsgevonden
over andere onderwerpen die van belang zijn voor het zorglandschap c.q. de zorg in
de regio, zoals de amvb acute zorg en de positie van het regionaal overleg acute zorg
(ROAZ), en de totstandkoming van kwaliteitskaders en de betrokkenheid van en invloed
op de regionale ziekenhuizen.
Drenthe / Zuidoost-Groningen
Over de zorg in Drenthe / Zuidoost-Groningen en de regiovisie van het regieteam heb
ik met besturen en directies van ziekenhuizen gesproken op: 13 november 2018 (bezoek
aan Drentse Zorgtafel); 8 februari 2019; 15 april 2019; en 28 juni 2019.
Flevoland
Op 30 oktober 2018 heb ik u een feitenoverzicht (vanuit het perspectief van VWS en
betrokken toezichthouders) toegestuurd, dat zag op de periode van 16 juli tot en met
30 oktober 2018 (Kamerstuk 31 016, nr.113). In aanvulling daarop kan ik u melden dat ik met besturen en directies van ziekenhuizen
over het faillissement en de overname van de IJsselmeerziekenhuizen, en de toekomst
van de zorg in Flevoland, heb gesproken op: 1, 5, 11, 20 en 28 november 2018; 19 december
2018; 5 februari 2019.
Slotervaart
Op 30 oktober 2018 heb ik u een feitenoverzicht (vanuit het perspectief van VWS en
betrokken toezichthouders) toegestuurd, dat zag op de periode van 16 juli tot en met
30 oktober 2018 (Kamerstuk 31 016, nr.113). In aanvulling daarop kan ik u melden dat ik (met besturen en directies van ziekenhuizen
over het faillissement van MC Slotervaart heb gesproken op: 6, 13, 20 en 27 november
2018; 11 december 2018; 15 januari 2019.
Haaglanden MC locatie Bronovo
Over het voornemen om (de acute zorg van) locatie Bronovo van het Haaglanden Medisch
Centrum te sluiten heb ik met besturen en directies van ziekenhuizen gesproken op:
9 januari 2019 en 23 mei 2019 (zie ook mijn antwoord op vraag 7, in de antwoorden
op Kamervragen over de overbelasting van de spoedeisende hulp in het Leids Universitair
Medisch Centrum (LUMC) (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 3330).
Bravis
Over het voornemen van Bravis om de locaties Bergen op Zoom en Roosendaal samen te
voegen op één locatie heb ik met besturen en directies van ziekenhuizen gesproken
op: 21 februari 2019 en 11 juni 2019.
Maasziekenhuis Boxmeer
Over de financiële situatie en toekomst van het Maasziekenhuis in Boxmeer heb ik met
besturen en directies van ziekenhuizen gesproken op: 5 en 19 februari 2019; 13 maart
2019; en 2, 5 en 17 april 2019.
Verder hebben er, naast het feit dat ik zelf contact heb gehad met de besturen en
directies van ziekenhuizen, uiteraard ook veel contacten plaatsgevonden tussen mijn
ambtenaren en/of medewerkers van de IGJ en/of NZa en verschillende ziekenhuizen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.