Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dik-Faber over het aanbieden van scholing over euthanasie bij psychiatrie door het Expertisecentrum Euthanasie van de Levenseindekliniek
Vragen van het lid Dik-Faber (ChristenUnie) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het aanbieden van scholing over euthanasie bij psychiatrie door het Expertisecentrum Euthanasie van de Levenseindekliniek (ingezonden 26 juni 2019).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 10 juli
            2019)
         
Vraag 1
            
Bent ervan op de hoogte dat het Expertisecentrum Euthanasie van de Levenseindekliniek
               nascholing aanbiedt voor onder meer euthanasie bij psychiatrie?1
Antwoord 1
            
Ik ben op de hoogte dat het Expertisecentrum Euthanasie van de Levenseindekliniek
               nascholing aanbiedt voor onder meer euthanasie bij psychiatrie.
            
Vraag 2
            
Deelt u de mening dat het primair aan de beroepsgroep is om scholing aan te bieden
               over euthanasie bij psychiatrie? Wordt deze scholing momenteel door de Nederlandse
               Vereniging voor Psychiatrie (NVvP) actief aangeboden aan psychiaters? Zo nee, bent
               u bereid om de NVvP te stimuleren deze scholing aan te bieden?
            
Antwoord 2
            
Ik zie het als een belangrijke taak van de beroepsgroep om scholing aan te bieden
               over euthanasie bij psychiatrie. Ook de nascholing van de Levenseindekliniek kan een
               belangrijke bijdrage leveren aan kennis over dit thema. Op dit moment biedt de NVvP
               een training «Levensbeëindiging op verzoek met mensen met een psychische stoornis»
               aan. Deze training is door het Amsterdam UMC, locatie VUmc, ontwikkeld in samenwerking
               met het Onderwijsbureau van de NVvP om psychiaters (in opleiding) te ondersteunen
               bij het omgaan met verzoeken om levensbeëindiging in de psychiatrische praktijk. De
               module is beschikbaar als keuzeonderwijs en betreft een combinatie van online onderwijs
               en face-to-face bijeenkomsten.
            
Vraag 3
            
Kunt u aangeven wat de stand van zaken is rond de implementatie van de nieuwe NVvP-richtlijn
               over euthanasie bij psychiatrie?
            
Antwoord 3
            
Voor een richtlijn geldt in het algemeen dat implementatie plaatsvindt door beroepsbeoefenaars
               en instellingen zelf. Van de NVvP heb ik wel begrepen dat zij voortvarend de Richtlijn
               »Levensbeëindiging op verzoek bij patiënten met een psychische stoornis» onder de
               aandacht heeft gebracht. De richtlijn is inmiddels gepubliceerd in de richtlijndatabase
               van de Federatie Medisch Specialisten. Daarnaast wordt de richtlijn binnenkort als
               geheel op de website van de NVvP geplaatst. Er is een uitgebreide samenvatting gemaakt
               die ook op de website NVvP wordt geplaatst. Ook is de richtlijn via diverse platforms
               toegelicht, bijvoorbeeld op het symposium van de NVVE op 11 oktober 2018 over euthanasie
               bij psychiatrie en tijdens het afgelopen voorjaarscongres van de NVvP. De NVvP werkt
               tot slot – in samenwerking met het ledenplatform euthanasie & psychiatrie en de KNMG
               – aan het stimuleren dat psychiaters zich beschikbaar stellen voor een second opinion
               en het bevorderen dat meer psychiaters de SCEN opleiding volgen en SCEN-arts worden.
               Het ledenplatform euthanasie en psychiatrie stelt zich ten doel kennis en ervaring
               te delen en te bevorderen met betrekking tot psychiatrische patiënten met een euthanasiewens,
               bijvoorbeeld door deskundigheidsbevordering.
            
Vraag 4
            
Is er al een invloed merkbaar van deze richtlijn op het aantal doorverwijzingen naar
               de Levenseindekliniek?
            
Antwoord 4
            
De richtlijn van de NVvP is op 28 september 2018 gepubliceerd. Het is te vroeg om
               conclusies te verbinden aan het effect van de richtlijn op het aantal doorverwijzingen
               naar de Levenseindekliniek. In de Voortgangsrapportage Medische Ethiek van 3 juli
               jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd dat ik de Levenseindekliniek heb gevraagd onderzoek
               te doen naar de groep patiënten met een psychiatrische aandoening die bij hen een
               euthanasieverzoek doet. De Levenseindekliniek onderzoekt daarbij de euthanasieverzoeken
               in de jaren 2012 tot en met 2018, in het bijzonder via welke weg de patiënten terechtkomen
               bij de Levenseindekliniek. Het onderzoek loopt tot het eind van dit jaar en ik verwacht
               u in het begin van 2020 over de uitkomsten te kunnen informeren.
            
Vraag 5
            
Deelt u de mening dat psychiaters bij een verzoek tot euthanasie zelf meer het gesprek
               moeten aangaan? Zo ja, hoe wilt u dit stimuleren?
            
Antwoord 5
            
Hoewel ik het uitgangspunt ondersteun dat een euthanasieverzoek wordt behandeld binnen
               de relatie met de eigen arts, staat voor mij de zorgvuldigheid van de euthanasiepraktijk
               voorop. De zorgvuldigheid kan gewaarborgd worden in de behandelrelatie, bijvoorbeeld
               doordat de behandelend psychiater de patiënt en de behandelgeschiedenis goed kent.
               De zorgvuldigheid kan echter ook gewaarborgd worden door een doorverwijzing naar een
               collega of naar de Levenseindekliniek. Het staat een arts altijd vrij om zelf te bepalen
               of hij of zij een euthanasieverzoek in behandeling neemt of de patiënt doorverwijst.
               In dat geval is het noodzakelijk om dit in een zo vroeg mogelijk stadium aan de patiënt
               kenbaar te maken en dus het gesprek met de patiënt aan te gaan over een eventuele
               stervenswens.
            
De Levenseindekliniek is opgericht voor mensen wiens euthanasieverzoek voldoet aan
               de wettelijke eisen, maar waarbij de behandelend arts om wat voor reden dan ook het
               euthanasieverzoek niet in behandeling wil nemen. Daarbij fungeert de Levenseindekliniek
               als een vangnet voor de meer complexe euthanasieverzoeken, zoals bij psychiatrie.
               Hun expertise en werkwijze hebben toegevoegde waarde voor dergelijke verzoeken. Overigens
               kan de nascholing van de Levenseindekliniek omtrent euthanasie bij psychiatrie er
               ook aan bijdragen dat de behandelend arts zelf dergelijke euthanasieverzoeken behandelt.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.