Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Moorlag en Ploumen over de voorgenomen uitbreiding van een geitenhouderij in Hurwenen
Vragen van de leden Moorlag en Ploumen (beiden PvdA) aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de voorgenomen uitbreiding van een geitenhouderij in Hurwenen (ingezonden 10 mei 2019).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 5 juli
2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de uitzending van het programma Zembla d.d. 9 mei 2019 over
de uitbreiding van een geitenhouderij in de Gelderse plaats Hurwenen?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de opvatting dat het onwenselijk is dat deze geitenhouderij in een gebied
dat nadrukkelijk de hoofdfunctie wonen heeft, gaat uitbreiden van 7.000 naar ruim
13.000 geiten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
In het verleden zijn taken en bevoegdheden betreffende ruimtelijke ordening en milieu
weloverwogen neergelegd bij gemeenten en provincies, onder meer inzake het opstellen
van bestemmingsplannen (Wet ruimtelijke ordening) en het verlenen van omgevingsvergunningen
voor veehouderijbedrijven (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), Wet milieubeheer).
Het is aan het bevoegd gezag om de afweging te maken of de voorgenomen uitbreiding
van een veehouderijbedrijf past binnen de aan het gebied toegekende ruimtelijk functies
en binnen de kaders van een omgevingsvergunning ingevolge de Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht en de Wet milieubeheer. Zoals mijn voorganger bij de aanbieding van
het rapport «Veehouderij en Gezondheid Omwonenden (aanvullende studies) heeft aangegeven,
is het relevant om, bij besluiten op het gebied van ruimtelijke ordening, ook de gezondheidsrisico’s
te betrekken.2 Uit onderzoek van het RIVM blijkt dat de kans op het oplopen van een longontsteking
groter is voor bewoners binnen een straal van twee kilometer rond een geitenhouderij.
Omdat de oorzaak van deze verhoogde kans op longontstekingen nog onduidelijk is, laten
de Minister voor Medische Zorg en Sport en ik vervolgonderzoek uitvoeren. De resultaten
dit onderzoek worden in de loop van 2021 verwacht.
Vraag 3
Bent u van oordeel dat de vergunningverlening tot uitbreiding op zorgvuldige wijze
heeft plaatsgehad en berust op een deugdelijke belangenafweging? Zo ja, waarom? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 3
De betreffende gemeente heeft, blijkens de uitzending van het programma Zembla, erkend
dat op de vergunningaanvraag niet goed is gereageerd en dat er fouten zijn gemaakt.
De vergunning is daardoor van rechtswege verleend. De vergunningverlening is daarmee
tot stand gekomen, zonder dat daar een belangenafweging aan ten grondslag heeft gelegen.
Vraag 4
Bent u bereid om vanuit het belang van de leefbaarheid en de volksgezondheid, en recht
doende aan het toepassen van het voorzorgsbeginsel, een landelijk verbod op uitbreiding
van geitenhouderijen uit te vaardigen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Ik kan begrijpen dat omwonenden zich zorgen maken over de verhoogde kans op longontstekingen
in de buurt van geitenhouderijen, zoals is geconcludeerd in het onderzoeksprogramma
Veehouderij en Gezondheid en Omwonenden (VGO). Provincies hebben op grond van het
omgevingsrecht de bevoegdheid om vanuit het voorzorgprincipe tijdelijke maatregelen
te nemen. Inmiddels hebben negen provincies van deze bevoegdheid gebruikgemaakt. Een
landelijk uitbreidingsverbod wordt op dit moment niet overwogen, omdat ik erop vertrouw
dat provincies in staat zijn zelf een goede afweging in deze te maken.
Vraag 5
Bent u bereid om meer specifiek al uw bevoegdheden, beïnvloedingsmogelijkheden en
uw gezag in te zetten om te voorkomen dat de uitbreiding van de geitenhouderij in
Hurwenen wordt geëffectueerd? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Zoals aangegeven in mijn antwoord op vraag 2 is besluitvorming over uitbreiding van
een veehouderij aan het bevoegd gezag, zijnde gemeenten en in voorkomende gevallen
de provincie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede namens
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.