Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Groothuizen over het bericht ‘Nederland stuurt Yezidi’s terug naar de tentenkampen en dat is tegen de eigen regels zeggen advocaten’
Vragen van het lid Groothuizen (D66) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht «Nederland stuurt Yezidi’s terug naar de tentenkampen en dat is tegen de eigen regels zeggen advocaten» (ingezonden 29 april 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 5 juli
2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 2748.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Nederland stuurt Yezidi’s terug naar de tentenkampen
en dat is tegen de eigen regels zeggen advocaten»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 9, 11 en 12
Klopt het, dat de IND gevluchte Yezidi’s terugstuurt naar Irak? Klopt het, dat deze
mensen doorgaans terechtkomen in Koerdische opvangkampen in Irak, terwijl dat volgens
de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR niet verantwoord is? Zo nee, hoe ziet u de situatie
dan? Hoe verklaart u dit verschil in beoordeling tussen de IND en UNHCR?
In hoeverre beoordeelt de IND, bij de beslissing om iemand terug te sturen, of deze
persoon mogelijk in een vluchtelingenkamp terecht komt? Hoe en in hoeverre beoordeelt
de IND of er in een vluchtelingenkamp voldoende voedsel, schoon drinkwater, onderdak
en medische voorzieningen beschikbaar zijn?
Wat vindt u van de stelling van, onder andere, Vluchtelingenwerk dat er sprake is
van nieuw beleid? Kunt u uw antwoord toelichten?
Hoe beoordeelt u de huidige situatie in de vluchtelingenkampen in de Koerdische regio
in Irak? Bent u van mening dat de omstandigheden in die kampen voldoende zijn om vluchtelingen
op een humane manier te huisvesten? Zo ja waarom? Zo nee, waarom stuurt Nederland
dan toch mensen naar deze kampen/dan wel naar de regio waarbij er een gerede kans
is dat mensen in deze kampen terecht komen?
Antwoord 2, 9, 11 en 12
In de afgelopen periode heb ik gezien dat zich in Nederland jezidi’s hebben gemeld
die recent uit de Koerdisch Autonome Regio zijn vertrokken en hier asiel aanvragen.
Deze personen hebben gedurende langere tijd in de Koerdisch Autonome Regio verbleven,
nadat zij uit een ander gebied van Irak zijn gevlucht. Bij zo’n aanvraag wordt altijd
individueel gekeken wat de persoonlijke omstandigheden zijn, of er familie in Irak
is, wat de duur van het verblijf in de Koerdisch Autonome Regio was, wat de verblijfsomstandigheden
waren en tot slot wordt gekeken of iemand problemen heeft ondervonden in de Koerdische
Autonome Regio en sprake kan zijn van een reëel risico bij terugkeer waartegen de
Koerdische autoriteiten geen bescherming kunnen of willen bieden.
Voor iedere aanvraag wordt een individuele afweging gemaakt of iemand recht heeft
op bescherming van Nederland en of er sprake is van een reëel risico op een onmenselijke
of vernederende behandeling bij terugkeer.
Het kan voorkomen dat na een langdurig verblijf in een ontheemdenkamp waar iemand
een «naar lokale maatstaven normaal leven» leidde wordt aangenomen dat het ontheemdenkamp
de normale woon- of verblijfplaats was.
Van belang bij de vraag of een gebied waar een jezidi heeft verbleven aangemerkt wordt
als de normale woon- of verblijfplaats is of de jezidi daar naar lokale maatstaven
gemeten op een normaal niveau heeft kunnen functioneren. Gelet op recente informatie
van het Ministerie van Buitenlandse Zaken zie ik dat dit niet geldt voor jezidi’s
die uit andere delen van Irak naar de Koerdisch Autonome Regio zijn gevlucht. De ontheemde
jezidi’s hebben het bovengemiddeld zwaar in de Koerdisch Autonome Regio.
Dat betekent dat voor jezidi’s die afkomstig zijn uit andere delen van Irak en die
zijn gevlucht naar de Koerdisch Autonome Regio en daar voor hun komst naar Nederland
verbleven hebben, ik bij de beoordeling van hun asielaanvraag de Koerdisch Autonome
Regio niet (langer) aanmerk als hun normale woon- of verblijfplaats. Dat heeft tevens
tot gevolg dat voor hen het beleid van kwetsbare minderheden van toepassing is.
Het enkel behoren tot een kwetsbare minderheidsgroep is in zichzelf onvoldoende om
als jezidi een verblijfsvergunning te krijgen. Er moet sprake zijn van geloofwaardige
individualiseerbare verklaringen, waaruit beperkte indicaties naar voren komen die
duiden op een risico op ernstige schade als persoon.
De vreemdeling zal de individuele elementen die moeten worden gewogen zelf moeten
aandragen en aannemelijk maken, maar de bewijslast die dan op een jezidi als kwetsbare
minderheid ligt, is relatief licht.
Wat betreft de situatie in de kampen merk ik op dat het ambtsbericht Irak van april
2018 meldt dat de aanwezigheid van grote aantallen ontheemden en vluchtelingen een
zwaar beslag op de bestaande voorzieningen legde. Dit wordt bevestigd door het meer
recente bericht van UNHCR. Hoewel de situatie in sommige vluchtelingenkampen in de
Koerdisch autonome regio niet optimaal is, kan niet in zijn algemeenheid gesteld worden
dat de opvang aldaar niet voldoet.
Ik heb het Ministerie van Buitenlandse Zaken gevraagd bij het komende algemeen ambtsbericht
over Irak, dat ik begin volgend jaar verwacht, extra aandacht te besteden aan de jezidi’s,
zodat het beleid in overeenstemming blijft met hun positie in Irak. Eventuele belangrijke
ontwikkelingen in de tussentijd worden uiteraard ook gevolgd.
Vraag 3 en 5
Hoeveel Yezidi’s heeft Nederland in de jaren 2017, 2018 en 2019 teruggestuurd? Welke
informatie heeft u over hoe het hen nadien is vergaan? Hoeveel Yezidi’s hebben wel
een verblijfsvergunning gekregen? Hoeveel Yezidi’s zitten er op dit moment in een
(asiel)procedure?
Klopt het, dat de meeste Yezidi’s uit de regio Sinjar in Irak komen en dus niet uit
de Koerdische regio? Hoe beoordeelt u de situatie in de regio Sinjar? Klopt het, dat
de regio grotendeels verwoest is? Zo nee, waarom niet? Bent u van oordeel dat Yezidi’s
veilig kunnen terugkeren naar Sinjar? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3 en 5
De etniciteit en religie van (afgewezen) asielzoekers wordt niet bijgehouden. Omdat
ik begrijp dat dit nu voor uw Kamer niet afdoende is, heb ik bij uitzondering de Dienst
Terugkeer en Vertrek gevraagd om handmatig de dossiers van Irakese staatburgers die
in vreemdelingenbewaring zitten door te nemen. In de betreffende dossiers zijn geen
indicaties gevonden dat zij tot de jezidi’s behoren.
Vraag 4 en 6
Waarom wordt in de vreemdelingencirculaire een onderscheid gemaakt tussen Irak en
Noord-Irak en de Koerdische regio? Kunt u toelichten waarop dit verschil is gebaseerd?
Waarom behoren de Yezidi’s uit de Koerdische regio in Irak niet tot een kwetsbare
groep? In hoeverre is hierbij rekening gehouden met het gegeven dat deze mensen zijn
gevlucht uit een ander deel van Irak en dus niet uit de Koerdische regio?
Antwoord 4 en 6
Ik maak onderscheid tussen de verschillende delen van Irak, omdat uit de beschikbare
informatie, waaronder het ambtsbericht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken blijkt
dat de Koerdisch Autonome Regio in de Grondwet van Irak autonome bevoegdheden heeft
in een drietal provincies. Daarom maak ik in het asielgebonden landenbeleid voor Irak
onderscheid tussen (noordelijk, centraal en zuid) Irak enerzijds en de Koerdisch Autonome
Regio anderzijds.
De positie van de jezidi’s die afkomstig zijn uit de Koerdische Autonome Regio is
anders en deels beter in de Koerdische Autonome Regio dan in de rest van Irak. Juist
in de rest van Irak hebben de jezidi’s grote problemen ondervonden door IS.
In het asielgebonden landenbeleid wordt enkel voor (noordelijk, centraal en zuid)Irak
een aantal bijzondere groepen onderscheiden, de zogenaamde kwetsbare minderheidsgroepen.
Deze groepen ondervinden in Centraal-Irak mensenrechtenschendingen waartegen de overheid
geen bescherming biedt.
In de Koerdische Autonome Regio is de situatie voor jezidi’s in dat opzicht deels
beter onder meer wetgeving, maar ook de autoriteiten beschermen de rechten en jezidi’s
zijn een erkende minderheid. Dit blijkt ook uit de ambtsberichten van het Ministerie
van Buitenlandse Zaken over Irak.
Vraag 5
Klopt het, dat de meeste Yezidi’s uit de regio Sinjar in Irak komen en dus niet uit
de Koerdische regio? Hoe beoordeelt u de situatie in de regio Sinjar? Klopt het, dat
de regio grotendeels verwoest is? Zo nee, waarom niet? Bent u van oordeel dat Yezidi’s
veilig kunnen terugkeren naar Sinjar? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Zoals mijn voorganger uw Kamer bij brief van 11 juli 2018 heb laten weten, is geen
enkel deel van Irak meer aangewezen als 15c-gebied, omdat uit het ambtsbericht van
het Ministerie van Buitenlandse Zaken, als ook uit andere bronnen blijkt, dat in geen
van de eerder aangewezen gebieden meer sprake is van een uitzonderlijke situatie waarin
de mate van willekeurig geweld dermate hoog is dat een burger louter door zijn aanwezigheid
aldaar een reëel risico loopt op een schending van artikel 3 EVRM.
Er waren zowel jezidi gemeenschappen in die provincie als in de Koerdisch autonome
regio. De meeste jezidi’s zijn inderdaad gevlucht uit Sinjar in de provincie Nineveh,
dat onderdeel uitmaakt van de betwiste gebieden in Irak. Zij zijn gevlucht naar de
Koerdisch Autonome Regio, naar andere gebieden in Irak alsook naar het buitenland.
De infrastructuur van Sinjar is zwaar getroffen door alle gevechten. Hoewel een klein
deel van de jezidi’s is teruggekeerd, is de overgrote meerderheid nog altijd ontheemd
en is de terugkeer beperkt.
Sinjar is gelegen in Irak, buiten de Koerdische Autonome Regio. Daarvoor geldt dat
een jezidi die daarvandaan afkomstig is behoort tot een kwetsbare minderheidsgroep.
Voor de toepassing van kwetsbare minderheidsgroep moet sprake zijn van geloofwaardige
individualiseerbare verklaringen, waaruit beperkte indicaties naar voren komen die
duiden op een risico op ernstige schade als persoon. De vreemdeling zal de individuele
elementen die moeten worden gewogen zelf moeten aandragen en aannemelijk maken, maar
de bewijslast die dan op een jezidi als kwetsbare minderheid ligt, is relatief licht.
Mij zijn geen zaken bekend waarbij een jezidi woonachtig en afkomstig uit Sinjar daarheen
is uitgezet
Vraag 8
Klopt het, dat Duitsland vrouwen uit Koerdische opvangkampen in Irak ophaalt om ze
te behandelen voor trauma’s? Zo ja, hoe beoordeelt u in dat licht, het gegeven dat
Nederland mensen terugstuurt naar deze kampen?2
Antwoord 8
De deelstaat Baden Württemberg heeft in 2014 met een speciaal nood hervestigingsprogramma
jezidische vrouwen uit Irak gehaald. Dit zag met name op vrouwen die door IS-leden
verkracht waren en door de jezidische gemeenschap niet meer werden geaccepteerd. De
situatie van deze vrouwen is niet te vergelijken met een persoon die zich vrij in
de Koerdisch autonome regio heeft bewogen en daar tijdens zijn verblijf geen problemen
heeft ondervonden. Overigens wordt bij de beoordeling van iedere asielaanvraag door
de IND meegewogen of terugkeer aan de orde is en of er geen sprake is van individuele
kwetsbaarheden waardoor dit niet mogelijk is.
Vraag 7
Hoe gaat het terugsturen van Yezidi’s naar Noord-Irak in de praktijk? In hoeverre
heeft Nederland zicht op waar deze mensen (uiteindelijk) terecht komen?
Vraag 10
Hoe zeker weet de IND dat Yezidi’s die worden teruggestuurd naar Noord-Irak ook daadwerkelijk
tot een vluchtelingenkamp worden toegelaten? In hoeverre monitort de IND dit?
Antwoord 7 en 10
Zoals uw Kamer bekend is, wordt terugkeer nooit door Nederland gemonitord.
Vraag 13
Hoe verhoudt de stellingname van het Europese asielagentschap EASO dat Yezidi’s in
de Koerdische regio worden gediscrimineerd en belaagd, zich met de positie van de
IND dat Yezidi’s veilig teruggestuurd kunnen worden?
Antwoord 13
Laat ik voorop stellen dat EASO nog geen advies over Irak heeft uitgebracht. Dit verwacht
ik in juli.
Tot nu toe heeft EASO diverse landeninformatierapporten gepubliceerd over de veiligheidssituatie
en de situatie van bepaalde groepen. Daaruit blijkt dat jezidi’s in een aantal gevallen
in de Koerdisch autonome regio te maken kunnen krijgen met discriminatie, maar dat
van structurele mensenrechtenschendingen geen sprake is. Wel blijkt dat de jezidi’s
die ontheemd zijn in de Koerdisch Autonome Regio een andere positie hebben dan de
jezidi’s die van oudsher in de Koerdisch Autonome Regio wonen.
EASO is op dit moment bezig met de Country Guidance Notes Iraq. Als het advies van
EASO openbaar is, zal ik het natuurlijk aan uw Kamer sturen.
Los hiervan, het Nederlandse asielsysteem is zo ingericht dat iedere aanvraag zelfstandig
wordt behandeld en daar worden alle relevante omstandigheden van de aanvrager bij
betrokken.
Als een jezidi gewag maakt van discriminatie of andersoortige problemen gedurende
zijn verblijf in de Koerdische Autonome Regio, wordt dat bij de besluitvorming betrokken.
Niet iedere vorm van discriminatie leidt tot de conclusie dat sprake is van vervolging,
maar dit wordt wel nader onderzocht bij de individuele beoordeling van de asielaanvraag.
Ook wordt gekeken of er andere factoren zijn die meegenomen moeten worden, dan kan
het gaan om familie in de regio, maar ook om individuele kwetsbaarheden.
Vraag 14
Op welke manier houdt de IND rekening met informatie van het Ministerie van Buitenlandse
Zaken dat de Koerden Yezidi’s niet altijd toelaten tot vluchtelingenkampen en hen
soms zelfs uitzetten naar andere regio’s in Irak, terwijl die volgens de UNHCR nog
altijd onveilig zijn?
Antwoord 14
Deze informatie, zie het algemeen ambtsbericht van het Ministerie van Buitenlandse
Zaken uit 2018, p. 53, geeft aan dat een aantal jezidi’s uit ontheemdenkampen in de
Koerdische Autonome Regio zijn gezet, onder meer omdat hun familieleden bij de PMF
zaten en daardoor door de Koerden als vijand werden gezien of omdat zij opkwamen voor
de rechten van jezidi’s.
Mocht een jezidi die hierbij betrokken was zich in Nederland melden, dan wordt dit
natuurlijk bij de afdoening van de individuele asielaanvraag betrokken. In zo’n zaak
is het zeer waarschijnlijk dat voor die persoon geen veilige terugkeer naar de Koerdisch
Autonome Regio mogelijk is.
Vraag 15
Deelt u de mening dat als mensen worden teruggestuurd naar een gebied waar zij gediscrimineerd
en belaagd worden, of het risico lopen te worden uitgezet naar een onveilig gebied
waar zij gevaar lopen, dit in strijd is met het VN-vluchtelingenverdrag en het Europese
Verdrag voor de Rechten van de Mens? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u doen om
te voorkomen dat Nederland handelt in strijd met deze verdragen?
Antwoord 15
Ja. Het Nederlandse beleid voor asielzoekers is in lijn met geldende verdragen en
richtlijnen. Bij iedere asielaanvraag vindt een zorgvuldige, individuele beoordeling
plaats. Iedere persoon die het niet eens is met de afwijzing van zijn asielaanvraag
kan naar de rechter stappen, waarna wordt gekeken of de IND correct besloten heeft.
Tegen de uitspraak van de rechter staat hoger beroep open bij de afdeling bestuursrechtspraak
van de Raad van State.
Vraag 16
Hoeveel procedures zijn momenteel aanhangig bij rechtbanken en de Raad van State waarin
de kwestie van het terugsturen van een Yezidi een rol speelt? Wat is de lijn van de
IND in deze procedures? Wat is de lijn in de rechtspraak?
Antwoord 16
Het betreft de afwijzing van de asielaanvraag en daar wordt door de vreemdeling beroep
tegen ingesteld. De IND geeft dan aan waarom geen asielbescherming wordt verleend
in deze individuele aanvraag, omdat sprake is van een veilige verblijfsplaats waarbij
alle individuele, relevante omstandigheden zijn meegewogen.
De rechtbank toetst of de IND tot dit besluit heeft mogen komen. Uit recente jurisprudentie3 blijkt dat eventueel een vluchtelingen- of ontheemdenkamp in de Koerdisch autonome
regio voor een vreemdeling onder specifieke omstandigheden aangemerkt kan worden als
vaste woon- of verblijfplaats.
Zoals ik hiervoor aan heb gegeven blijkt recente informatie van het Ministerie van
Buitenlandse Zaken dat de ontheemde jezidi’s het bovengemiddeld zwaar hebben in de
Koerdisch Autonome Regio. Voor jezidi’s die afkomstig zijn uit andere delen van Irak
en zijn gevlucht naar de Koerdisch Autonome Regio en daar nu verblijven, zal ik bij
de beoordeling van hun asielaanvraag zien als afkomstig zijn uit Centraal-Irak en
voor hen is dan het beleid van kwetsbare minderheden van toepassing.
De etniciteit en religie van asielzoekers wordt niet geregistreerd. Omdat ik begrijp
dat dit voor uw Kamer niet afdoende is, heb ik bij uitzondering de IND gevraagd om
handmatig de dossiers van Irakese staatsburgers waar juridische procedures openstaan
na te lopen. Vooralsnog gaat het om een zeer beperkt aantal zaken van jezidi’s dat
voorligt bij de rechtbanken en de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State,
waaronder de beroepen tegen de hiervoor genoemde jurisprudentie.
Gelet op de recente informatie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken zal ik de
IND vragen deze zaken opnieuw te bezien.
Vraag 17
Kunt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 17
Waar mogelijk heb ik uw vragen afzonderlijk beantwoord, maar gelet op de samenhang
van de vragen heb ik er voor gekozen om een aantal vragen ook gezamenlijk te beantwoorden.
Vraag 18
Kunt u deze vragen zo spoedig mogelijk beantwoorden?
Antwoord 18
Ja.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Kuiken, Ploumen,
Van den Hul (allen PvdA), Voordewind (ChristenUnie), Jasper van Dijk en Karabulut
(beiden SP), ingezonden 29 april 2019
(Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 3344).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.