Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ploumen over de patiëntenzorg die in gevaar is op de spoedeisende hulp van het LUMC
Vragen van het lid Ploumen (PvdA) aan de Minister van Medische Zorg over de patiëntenzorg die in gevaar is op de spoedeisende hulp van het LUMC (ingezonden 19 juni 2019).
Antwoord van Minister Bruins (Medische Zorg) (ontvangen 4 juli 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Personeel spoedeisende hulp LUMC: patiëntenzorg in
gevaar»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het schokkend is dat op de spoedeisende hulp door grote drukte
niet de zorg wordt geboden die nodig is?
Antwoord 2
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik u naar mijn brief naar aanleiding van het
verzoek van de Vaste Kamercommissie over de drukte op de spoedeisende hulp van het
LUMC van 25 juni 2019 (Kamerstuk 29 247, nr. 287). Conform het commissieverzoek heb ik bij de beantwoording van dat verzoek reeds
uw Schriftelijke Vragen betrokken. In die brief is onder andere aangegeven dat de
Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (Inspectie) heeft kennisgenomen van de
informatie van de raad van bestuur van het LUMC over de huidige situatie op de SEH.
De Inspectie heeft geen aanleiding om te veronderstellen dat er op dit moment sprake
is van onaanvaardbare risico’s. Het is van belang dat het LUMC doorgaat met de ingezette
acties en waar nodig ook nieuwe verbetermaatregelen treft. Daarbij moet de raad van
bestuur de effecten van deze maatregelen monitoren. De Inspectie heeft de raad van
bestuur daarnaast gevraagd om specifiek informatie over de werkdruk voor de medewerkers
te analyseren en deze te blijven monitoren. Het is van belang dat zorgaanbieders zelf
ook gezond blijven en zich veilig voelen bij de zorg die zij moeten leveren.
Vraag 3
Klopt het dat patiënten regelmatig noodgedwongen op de gang liggen in afwachting van
zorg? Zo ja, kunt u een toelichting geven?
Antwoord 3
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik u naar mijn brief naar aanleiding van het
verzoek van de Vaste Kamercommissie over de drukte op de spoedeisende hulp van het
LUMC 25 juni 2019 (Kamerstuk 29 247, nr. 287). Conform het commissieverzoek heb ik bij de beantwoording van dat verzoek reeds
uw Schriftelijke Vragen betrokken. In die brief is onder andere aangegeven dat het
LUMC een 4-uursnorm hanteert op de SEH. Op dit moment ligt 20 tot 25% van de patiënten
langer dan vier uur op de SEH. De 4-uursnorm is een zelfopgelegde norm en geen wettelijke
norm, die landelijk vaker gebruikt wordt om de uitstroom van patiënten van de SEH
te reguleren. Die tijd is nodig om de patiënt goed te
triëren, de juiste diagnose te kunnen stellen en soms tijdelijk te observeren. Dat
wil uiteraard niet zeggen dat er in die uren geen zorg verleend wordt. Integendeel,
tijdens deze uren wordt er ook gezocht (mocht dat nodig zijn) naar een passend bed
in huis of elders. Een groot deel van de patiënten kan na (tijdelijke) observatie
weer naar huis.
In de afgelopen twee jaar zijn door het LUMC een aantal maatregelen genomen om de
SEH zo goed mogelijk te laten functioneren. Zo is er bijvoorbeeld een
«Taskforce Integrale Patiënten Logistiek» ingesteld. Deze taskforce is operationeel
sinds februari 2019 en is aan de slag gegaan met het beter benutten van de huidige
beddencapaciteit in het LUMC en via capaciteitsmanagement door te sturen op in-, door-
en uitstroom van patiënten. Op korte termijn wil het LUMC starten met een uitbreiding
van de beddencapaciteit door onder meer het gaan opzetten van gasthuisbedden. Dit
gasthuis is bedoeld voor de kwetsbare, veelal oudere patiënt, die niet per se in het
LUMC opgenomen hoeft te worden en tijdelijk in het gasthuis verpleegd en behandeld
wordt tot er een passender plek is gevonden of hij/zij naar huis kan. Daarnaast worden
er sinds januari 2019, indien nodig, extra verpleegkundigen ingezet om piekmomenten
tussen 10:00 en 20:00 uur op de SEH op te vangen. Ook spreken de leidinggevenden van
de verpleegkundige afdelingen van het LUMC dagelijks met elkaar over de toestroom
van patiënten, inclusief die van de SEH, om die zo goed mogelijk op te vangen.
Vraag 4, 5 en 6
Klopt het dat een jongetje me teen ontstoken blinde darm ruim twaalf uur moest wachten
voordat hij terecht kon op de kinderafdeling? Zo ja, kunt u een toelichting geven?
Klopt het dat een patiënt een bloedtransfusie heeft moeten ondergaan omdat hij door
drukte op de spoedeisende hulp onopgemerkt veel bloed had verloren? Zo ja, kunt u
een toelichting geven?
Klopt het dat in maart een patiënt is overleden omdat door drukte een hartinfarct
niet tijdig is gesignaleerd? Zo ja, kunt u een toelichting geven?
Antwoord 4, 5 en 6
Voor het antwoord op deze vragen verwijs ik u naar mijn brief naar aanleiding van
het verzoek van de Vaste Kamercommissie over de drukte op de spoedeisende hulp van
het LUMC van 25 juni 2019 (Kamerstuk 29 247, nr. 287). Conform het commissieverzoek heb ik bij de beantwoording van dat verzoek reeds
uw Schriftelijke Vragen betrokken. Als aanvullend antwoord op vraag 6 kan ik melden
dat het LUMC mij en de Inspectie op 26 juni 2019 schriftelijk heeft laten weten dat
zij ook een externe onderzoekscommissie hebben ingesteld.
Vraag 7
Sinds wanneer is het ministerie op de hoogte van de ernstige situatie bij de SEH van
het LUMC? Wat hebt u sindsdien gedaan om de situatie te verbeteren en de veiligheid
van patiënten te garanderen? Kunt u een uitgebreide toelichting geven?
Antwoord 7
De Inspectie heeft naar aanleiding van de berichtgeving van Nieuwsuur in de uitzending
van 18 juni 2019 contact opgenomen met de raad van bestuur van het LUMC. De Inspectie
was ermee bekend dat het vraagstuk van de drukte in de acute zorg ook speelt in de
regio Den Haag/Leiden en bij het LUMC. De Inspectie was niet op de hoogte van de signalen
die de raad van bestuur van de Ondernemingsraad heeft ontvangen. De Inspectie was
hierover wel graag geïnformeerd door de raad van bestuur. De raad van bestuur van
het LUMC heeft de Inspectie desgevraagd laten weten al langere tijd in overleg te
zijn met de Ondernemingsraad en ook op andere manieren in contact te staan met de
werkvloer over de aard en ernst van de problematiek. Een groot deel van de medewerkers
en leidinggevenden geven aan dat zij zich gehoord en serieus genomen voelen. De raad
van bestuur van het LUMC heeft de Inspectie geïnformeerd over een aantal maatregelen
op uiteenlopend gebied om de drukte op de SEH te verminderen en om risico’s in de
patiëntenzorg te beheersen. Het betreft zowel acties die al langere tijd geleden in
gang zijn gezet, als nieuwe acties naar aanleiding van nieuwe ontwikkelingen. Ik verwijs
u verder naar mijn brief naar aanleiding van het verzoek van de Vaste Kamercommissie
over de drukte op de spoedeisende hulp van het LUMC van 25 juni 2019 (Kamerstuk 29 247, nr. 287). Conform het commissieverzoek heb ik bij de beantwoording van dat verzoek reeds
uw Schriftelijke Vragen betrokken.
In de volgende brieven heb ik uw Kamer in zijn algemeenheid geïnformeerd over de drukte
in de acute zorg. Hierbij is ook door het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ) aangegeven
hoe de drukte in de acute zorg in de verschillende ROAZen (waaronder ROAZ West) zich
manifesteerde (zie onder meer 5 oktober 2016 (Kamerstuk 29 247, nr. 225); 22 december 2016 (Kamerstuk 34 550 XVI, nr.2, 20 juni 2017 (Kamerstuk 29 247, nr. 234); 27 november 2017 (Kamerstuk 29 247, nr. 249) en 2 juli 2018 (Kamerstuk 29 247, nr. 261) en 11 september 2017 en 10 januari 2019 (Kamerstuk 29 247, nr. 236 en Kamerstuk 29 247, nr. 267).
Vraag 8
Kunnen patiënten die vandaag de spoedeisende hulp in Leiden bezoeken ervan uitgaan
dat zij de zorg krijgen die zij mogen verwachten?
Antwoord 8
Ik verwijs u naar mijn brief naar aanleiding van het verzoek van de Vaste Kamercommissie
over de drukte op de spoedeisende hulp van het LUMC van 25 juni 2019 (Kamerstuk 29 247, nr. 287). Conform het commissieverzoek heb ik bij de beantwoording van dat verzoek reeds
uw Schriftelijke Vragen betrokken. De Inspectie heeft mij laten weten dat zij geen
aanleiding hebben om te veronderstellen dat er op dit moment sprake is van onaanvaardbare
risico’s. Wel is het van belang dat het LUMC doorgaat met de ingezette acties en waar
nodig ook nieuwe verbetermaatregelen treft. Daarbij moet de raad van bestuur de effecten
van deze maatregelen monitoren. De Inspectie heeft de raad van bestuur daarnaast gevraagd
om specifiek informatie over de werkdruk voor de medewerkers te analyseren en deze
te blijven monitoren. Het is immers van belang dat zorgaanbieders zelf ook gezond
blijven en zich veilig voelen bij de zorg die zij moeten leveren.
Vraag 9 en 10
Ervan uitgaande dat de Raad van Bestuur meerdere malen door artsen en verpleegkundigen
op de problemen is gewezen, sinds wanneer is de Raad van Bestuur van het Leiden UMC
op de hoogte van het ernstige personeelstekort en de onveilige situatie die zich voordoet
voor patiënten?
Wat heeft de Raad van Bestuur gedaan met signalen vanuit artsen en verpleegkundigen
dat de situatie niet langer houdbaar was? Welke stappen zijn ondernomen?
Antwoord 9 en 10
Voor de antwoorden op deze vraag verwijs ik u naar mijn brief naar aanleiding van
het verzoek van de Vaste Kamercommissie over de drukte op de spoedeisende hulp van
het LUMC van 25 juni 2019 (Kamerstuk 29 247 nr. 287). Conform het commissieverzoek heb ik bij de beantwoording van dat verzoek reeds
uw Schriftelijke Vragen betrokken. Ik heb de raad van bestuur van het LUMC met nadruk
gevraagd de komende tijd goed in gesprek te blijven met de zorgprofessionals over
de drukte op de SEH. De raad van bestuur heeft mij bevestigd dit te zullen doen. De
raad van bestuur heeft maatregelen getroffen en is bereid extra maatregelen te treffen
als dat nodig en wenselijk is. Ik ga ervan uit dat deze proactief uitgevoerd gaan
worden, met als doel om alle patiënten in de regio goede en tijdige zorg te bieden.
Vraag 11
Sinds wanneer is de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) op de hoogte van de gevaarlijke
situatie op de spoedeisende hulp in Leiden UMC?
Antwoord 11
Ik verwijs u naar het antwoord op vraag 7.
Vraag 12
Wanneer is de IGJ op de hoogte gebracht van het overlijden van de 72-jarige patiënt
na het niet signaleren van een hartinfarct? Welke maatregelen hebben zij sindsdien
ondernomen?
Antwoord 12
Voor de antwoorden op deze vraag verwijs ik u naar mijn brief naar aanleiding van
het verzoek van de Vaste Kamercommissie over de drukte op de spoedeisende hulp van
het LUMC van 25 juni 2019 (Kamerstuk 29 247, nr. 287). Conform het commissieverzoek heb ik bij de beantwoording van dat verzoek reeds
uw Schriftelijke Vragen betrokken.
Vraag 13 en 14
Ervan uitgaande dat niet alleen op de spoedeisende hulp in Leiden er problemen zijn
op de spoedeisende hulp, kunt u een overzicht geven van de problemen die spelen bij
verschillende SEH-afdelingen in Nederland?
Kunt u garanderen dat op andere SEH-afdelingen in het land wel de zorg wordt geleverd
die patiënten mogen verwachten? Zo nee, wat gaat u doen om de situatie op alle SEH-afdelingen
SEH in het land te verbeteren en de veiligheid voor patiënten te verbeteren?
Antwoord 13 en 14
Ik beschik niet over een dergelijk overzicht. De Inspectie houdt toezicht op het gehele
ziekenhuis, en heeft daarbij ook aandacht voor de SEH-afdelingen. Er zijn geen signalen
van een zorgelijk beeld op andere SEH-afdelingen. In alle regio’s zijn afspraken gemaakt
dat een patiënt in een levensgevaarlijke situatie altijd bij de meest geschikte SEH
terecht kan. Ik heb u toegezegd tijdens het Algemeen Overleg van 26 juni 2019 dat
ik in gesprek ga met de voorzitters van de ROAZ-en. Ik zal met hen gaan spreken over
de ontwikkelingen in hun regio en de manier waarop de partijen de drukte op de acute
zorg aanpakken.
De drukte op de acute zorg in Nederland is bij mij bekend. Dit wordt veroorzaakt door
onder andere:
– patiënten die op de SEH komen, die elders zorg zouden moeten krijgen;
– de doorstroom binnen het ziekenhuis, bijvoorbeeld van spoedeisende hulp naar opnameafdelingen;
– of de uitstroom van een huisartsenpost of ziekenhuis naar vervolgzorg (zoals verpleging
en verzorging thuis of naar (tijdelijk) verblijf) die niet soepel verloopt;
– een tekort aan personeel, met name gespecialiseerde verpleegkundigen; de arbeidsmarkt
vormt momenteel een grote uitdaging.
Zoals ik eerder heb aangegeven tijdens het Algemeen Overleg van 26 juni 2019 zal ik
u in het voorjaar van 2020 een houtschetskoolschets van de acute zorg toesturen. Zodat
de acute zorg ook in de toekomst kwalitatief goed, veilig en voldoende toegankelijk
blijft.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.