Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Veldman over het bericht ‘Kinder- en Jeugdartsen: Onbegrijpelijk dat ‘nepnieuws’ over homeopathische vaccinatie niet wordt aangepakt’
Vragen van het lid Veldman (VVD) aan de Staatssecretaris voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Kinder- en Jeugdartsen: Onbegrijpelijk dat «nepnieuws» over homeopathische vaccinatie niet wordt aangepakt» (ingezonden 12 juni 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
4 juli 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht van de Monitor «Kinder- en Jeugdartsen: Onbegrijpelijk
dat «nepnieuws» over homeopathische vaccinatie niet wordt aangepakt»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u aangeven waarom de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) geen actie wil
ondernemen naar aanleiding van het standpunt van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde
die reeds een jaar lang al waarschuwen voor homeopathische profylaxe als alternatief
voor vaccinaties?
Antwoord 2
Het is niet zo dat de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) geen actie wil ondernemen.
Het aanbieden van «homeopathische profylaxe» is op zich niet verboden, maar alternatieve
zorgaanbieders mogen geen onterechte claims doen ten aanzien van de werkzaamheid van
hun producten. De IGJ doet onderzoek naar die aanbieders waar zij meldingen of signalen
over ontvangt als er sprake blijkt van (mogelijk) risicovol gedrag. Onterechte claims
over alternatieven voor vaccinaties horen daar ook bij. De IGJ gaat in juli in gesprek
met de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde over haar zorgen ten aanzien
van homeopathische profylaxe als alternatief voor vaccinaties. De IGJ zal de NVK vragen
om voorbeelden van situaties waarin reguliere vaccinaties door homeopathische profylaxe
worden vervangen en deze voorbeelden in onderzoek nemen. Signalering over en weer
kan bijdragen aan een beter beeld van de omvang en risico’s van dergelijke claims.
De IGJ staat open om dergelijke situaties ook van anderen te ontvangen en die te onderzoeken.
Vraag 3
Kunt u inzicht geven in de stand van zaken omtrent de gesprekken met IGJ om duidelijkheid
te krijgen tegen welke drempels zij aanlopen bij toezicht en handhaving op de promotie
van homeopathische profylaxe als alternatief voor vaccinaties?2
Antwoord 3
De IGJ heeft in kaart gebracht welke stappen zij wel en niet kan nemen in dit kader.
Op het moment dat er reclame gemaakt wordt voor een specifiek product dat niet geregistreerd
is als geneesmiddel, maar wel als een geneesmiddel kan worden beschouwd, kan de IGJ
handhaven. Wanneer een zorgaanbieder claimt dat een product werkt als profylaxe tegen
een bepaalde ziekte, dan doet deze een claim die normaliter is voorbehouden aan een
geneesmiddel. Of iets een geneesmiddel is, kan worden bepaald aan de hand van de samenstelling
van een specifiek product en de (medische) claims bij het product. Zolang alleen over
een behandeling in het algemeen wordt gesproken, heeft de IGJ geen handhavingsmogelijkheden.
De IGJ kan geen maatregelen nemen tegen particulieren die onjuiste informatie over
vaccinaties verspreiden. Zij heeft alleen mogelijkheden als het gaat om zorgprofessionals,
zorginstellingen en fabrikanten die onjuiste informatie verspreiden. Wanneer de IGJ
hier meldingen over ontvang, zal zij deze onderzoeken. In gesprekken met beroepsverenigingen
zal de IGJ dan ook benadrukken dat het belangrijk is dat artsen en verpleegkundigen
misstanden en incidenten met homeopathische vaccinaties melden bij IGJ.
In mijn brief van 19 november jl. heb ik aangegeven dat ik wil nagaan of het wenselijk
en noodzakelijk is de rol van de IGJ aan te passen, bijvoorbeeld door het verbreden
van de taakopvatting van de IGJ of het aanpassen van het wettelijk kader. Niet alleen
voor vaccinaties, maar breder op het preventiedomein bekijkt de IGJ momenteel de mogelijkheden
binnen diverse wetten die haar ter beschikking staan. Ik zal u over de uitkomsten
daarvan nader informeren.
Vraag 4
Kunt u inzicht geven in de stand van zaken met betrekking tot het, naar aanleiding
van mijn schriftelijke vragen, in december vorig jaar aangekondigde onderzoek om een
verplichte tekst toe te voegen aan homeopathische middelen die worden aangeprezen
als alternatief voor vaccinaties, zoals reeds in Canada gebeurt?3
Antwoord 4
De teksten die op de verpakkingen van geneesmiddelen moeten staan zijn vastgelegd
in de Europese geneesmiddelenrichtlijn, die is geïmplementeerd in de geneesmiddelenwetgeving.
In de richtlijn is limitatief aangegeven wat er wel en niet op verpakkingen moet staan.
De tekst «dit homeopathische geneesmiddel is geen alternatief voor vaccinaties» staat
daar niet bij. Op basis van de Geneesmiddelenwet mag een dergelijke tekst dan ook
niet op de verpakking worden opgenomen. Aan de andere kant mag de fabrikant van een
homeopathisch middel ook niet beweren, noch op de verpakking, noch op een website
of anderszins, dat zijn product een alternatief kan zijn voor vaccinaties. Dit zou
alleen mogen als daarvoor wetenschappelijk bewijs wordt geleverd dat de goedkeuring
heeft van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen of van het Europees geneesmiddelenbureau
EMA.
Vraag 5
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de, in het artikel genoemde, denktank
met experts die is samengesteld en die zich bezighoudt met het weerspreken van onjuiste
informatie? Kunt u aangeven welke vervolgstappen zijn ondernomen na de eerste bijeenkomst
van de denktank in april en welke thema’s geagendeerd zullen worden tijdens de tweede
bijeenkomst voor de zomer?
Antwoord 5
Zoals ik in mijn brief van 24 juni jl. heb aangegeven opereert deze denktank onder
de vlag van de vaccinatiealliantie. De eerste bijeenkomst was op 15 april en een volgende
bijeenkomst zal in juli plaatsvinden. Dan wordt ook besproken hoe experts vanuit hun
eigen rol en positie een bijdrage gaan leveren. Ik vraag de denktank om ook specifiek
aandacht te besteden aan desinformatie over producten die als alternatief voor vaccinatie
worden aangeboden. Ik wil nogmaals benadrukken dat deelname aan deze denktank op eigen
initiatief is.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.