Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Leijten over het uitblijven van verzoeken en vragen van Kamerleden over achtergrond en aanleiding van het onderzoek naar vermeende fraude met kinderopvangtoeslag en het onterecht stopzetten van kinderopvangtoeslag bij honderden ouders
Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Staatssecretaris van Financiën over het uitblijven van verzoeken en vragen van Kamerleden over achtergrond en aanleiding van het onderzoek naar vermeende fraude met kinderopvangtoeslag en het onterecht stopzetten van kinderopvangtoeslag bij honderden ouders (ingezonden 1 juli 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Snel (Financiën) (ontvangen 4 juli 2019).
Vraag 1
Respecteert u het recht van een Kamerlid om informatie op te vragen? Zo ja, hoe verklaart
u dan dat u geen informatie verstrekt over wie de vervolgopdracht gaf aan de EDP-auditors
aangaande documenten over de CAF 11-zaak? Bent u bereid de opdracht alsnog aan de
Kamer te sturen?1
Antwoord 1
In mijn brief van 21 juni jl. (Kamerstuk 31 066, nr. 497) heb ik u hierover geïnformeerd, het betreft de volgende passage: «De EDP-auditors
hebben ook aangegeven dat zij in hun verslag van 2 oktober zelf een voorstel hebben
gedaan voor het vervolg van de werkzaamheden die naar hun mening binnen redelijke
tijd door henzelf was uit te voeren. Hun voorstel bestond uit twee varianten. In overleg
met het Ministerie van Financiën is de meest uitgebreide variant gekozen. Er was daarbij
volgens de auditors geen sprake van een beperking of belemmering. Dit komt overeen
met de mail van 2 oktober waarin aan de EDP-auditors wordt bevestigd om de door hen
voorgestelde zoekopdracht uit te voeren.»
Vraag 2
Wilt u de Kamer eveneens het document doen toekomen waarnaar wordt verwezen in het
«proces van beoordeling» over de bevindingen van de EDP-auditors, en waarin de verschillen
tussen deze versies zijn toegelicht? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Op 20 november jl. heb ik met uw Kamer de informatie uit deze documenten gedeeld.2 Ik heb de informatie hieruit in mijn brief van 21 juni toegelicht hoe de opdracht
en de vervolgopdracht van de EDP-auditors tot stand is gekomen (Kamerstuk 31 066, nr. 497). Het is staand beleid van het kabinet om documenten die zijn opgesteld ten behoeve
van intern beraad geen onderwerp van politiek debat te maken.
Vraag 3, 4
Wanneer is besloten tot «dieper» en «nader» onderzoek? Wat was de aanleiding tot dit
extra onderzoek?
Wat betekent de formulering dat u ná het onderzoek van de EDP-auditors «later mijn
eigen diepgravende exercitie» bent begonnen? Wat behelsde die exercitie?
Antwoord 3, 4
In de Kamerbrief van 11 juni jl. (Kamerstuk 31 066, nr. 490) heb ik u gemeld dat ik mede in voorbereiding op de adviescommissie uitvoering toeslagen
aan Toeslagen heb gevraagd om dieper onderzoek te doen naar de CAF 11-zaak.
Met name in de opstartfase van het CAF-team ontbrak het aan een gestructureerd werkproces
en is door Toeslagen ook ongestructureerd gedocumenteerd over CAF-zaken. CAF 11 behoorde
tot de eerste zaken van deze aanpak. Helaas was de CAF informatiehuishouding niet
goed op orde. Dit maakt dat het destijds gevolgde proces omtrent CAF 11 lastig te
achterhalen is.
Vraag 5
Erkent u dat het onbegrijpelijk voor de ouders is dat er op 28 juni 2019 gesteld wordt
dat het over de hele linie fout is gegaan? Kunt u aangeven wat precies de doorslag
gaf om zelf tot deze conclusie te komen?
Antwoord 5
Naar aanleiding van het diepgaande onderzoek dat voorafging aan de adviescommissie
uitvoering toeslagen heb ik mij gerealiseerd dat ouders in de knel zijn gekomen en
dat excuses alleen niet voldoende zijn. De gesprekken met de ouders hebben dit beeld
versterkt. Er is te lang sprake geweest van een tunnelvisie, waarin verdenking van
misbruik de overhand had. Daarnaast is mijn beeld dat de wetgeving op onderdelen rigide
is en soms te weinig mogelijkheden biedt om tegemoet te komen aan het maatschappelijk
rechtvaardigheidsgevoel in deze zaken. De «tunnelvisie» werd gestaafd door de uitkomsten
van rechtszaken waarin de (juridische) interpretatie van wetgeving merendeels onderschreven
werd. Ik realiseer me dat deze gezinnen door het optreden van de overheid tekort zijn
gedaan en dat zij in problemen zijn geraakt. Dit raakt mij zeer en ik zal er dan ook
alles aan doen om dat vertrouwen te herstellen.
Vraag 6
Kunt u de opdracht van het stopzetten van de kinderopvangtoeslag in 2013 naar de Kamer
sturen, alsmede de onderbouwing van de rechtmatigheid van het stopzetten?
Antwoord 6
Deze opdracht is in het najaar 2018 vertrouwelijk met uw Kamer gedeeld.
Vraag 7
Erkent u dat uw uitspraak in het plenair debat over het evaluatierapport over het
onterecht terugvorderen van kinderopvangtoeslagen (21 maart 2019) over een gastouderbureau
dat rommelde met de verantwoordingsuren onjuist is? Zo ja, hoe gaat u de schade die
deze ondernemer is aangedaan herstellen? Zo nee, waarom blijft u achter uw uitspraak
staan?3 4
Antwoord 7
Ik heb de Handelingen van het debat van 21 maart jl. (https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20182019-65-9.pdf) erop nageslagen. In deze bewoordingen heb ik me niet uitgelaten.
Vraag 8
Kunt u aangeven welke disciplinaire maatregelen genomen zijn tegen een medewerker
van de Belastingdienst? Kunt u ook aangeven welke verdenkingen daaraan ten grondslag
liggen?
Antwoord 8
Ik kan geen uitspraken doen over individuen of individuele casussen.
Vraag 9
Zijn de medewerkers van de Belastingdienst die betrokken waren bij het onderzoek naar
de zogenaamde fraude en het stopzetten van de kinderopvangtoeslag nog steeds betrokken
bij dit onderwerp?
Antwoord 9
Ik kan geen uitspraken doen over individuen of individuele casussen.
Vraag 10
Hoe is het mogelijk dat de dossiers van gedupeerde ouders niet compleet zijn? Wanneer
is dit vastgesteld en door wie?
Antwoord 10
Het dossier van de individuele vraagouder bevat informatie om het recht op kinderopvangtoeslag
te kunnen vaststellen. Bij de initiële beoordeling door de behandelende medewerkers
van Toeslagen in 2014 bleek dat de verstrekte informatie door de vraagouder veelal
als incompleet werd beoordeeld. In circa de helft van de gevallen is na het indienen
van bezwaar het dossier door de vraagouder voldoende aangevuld, waardoor het recht
op kinderopvangtoeslag alsnog kon worden vastgesteld.
Dit staat los van de helaas ongestructureerde informatiehuishouding bij CAF/Toeslagen
gedurende deze periode, waardoor het lastig is om ruim vijf jaar na het starten van
CAF 11 alle informatie uit het CAF 11-dossier te achterhalen. Daar heb ik uw Kamer
eerder over geïnformeerd. Tevens worden momenteel voor de herbeoordeling de dossiers
van alle betrokken ouders gestructureerd voorbereid.
Vraag 11
Op welke grond zou u vertrouwen houden in iemand die keer op keer moet toegeven dat
eerder gegeven informatie toch niet klopt? Kunt u deze vraag uitgebreid beantwoorden?
Antwoord 11
Ik streef ernaar uw Kamer juist, volledig en tijdig te informeren. Ik heb helaas moeten
constateren dat de informatiehuishouding bij CAF-zaken van Toeslagen gebrekkig is
gebleken. Die informatiehuishouding is onvoldoende op orde om gegevens van ongeveer
vijf jaar geleden gestructureerd terug te kunnen vinden. Daardoor wordt er op verschillende
momenten relevante informatie gevonden over deze zaak.
Vraag 12
Kunt u deze vragen beantwoorden vóór woensdag 3 juli, 12.00 uur, in verband met het
algemeen overleg «Stopzetten kinderopvangtoeslag» op donderdag 4 juli 2019?
Antwoord 12
Ik heb uw vragen zo spoedig mogelijk beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Snel, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.