Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Belhaj over het bericht ‘Afghaanse tolken die Nederlanders hielpen onder vuur’
Vragen van het lid Belhaj (D66) aan de Minister van Defensie over het bericht «Afghaanse tolken die Nederlanders hielpen onder vuur» (ingezonden 30 april 2019).
Antwoord van Minister Bijleveld-Schouten (Defensie) (ontvangen 4 juli 2019). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 3013.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht over Afghaanse tolken, die voor Defensie hebben gewerkt
en nu worden opgejaagd en vermoord door de Taliban en aanhangers van ISIS?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat er tussen 2006 en 2010 in totaal 102 Afghaanse tolken zijn ingezet door
Defensie in Afghanistan? Zo nee, hoeveel Afghaanse tolken zijn door Defensie ingezet
in Afghanistan?
Antwoord 2
Bij benadering is tijdens de Nederlandse missies in Afghanistan sinds 2002 gebruik
gemaakt van 70 Nederlandse tolken en meer dan 200 lokale tolken.
Vraag 3
Klopt het dat tolken, die in dienst van Defensie hebben gewerkt, in Afghanistan opgejaagd
en vermoord worden door de Taliban en aanhangers van ISIS?
Antwoord 3
In het algemeen geldt dat iedereen die in Afghanistan voor een tegenstander van de
Taliban of van IS(IS) heeft gewerkt, zich in een kwetsbare positie kan bevinden. De
mate waarin individuele tolken te maken hebben met deze dreigingen is niet bekend.
Of tolken te maken hebben met bedreigingen als gevolg van werkzaamheden voor de Nederlandse
militaire missie blijkt moeilijk vast te stellen. Op 1 maart jl. heeft het Ministerie
van Buitenlandse Zaken een algemeen ambtsbericht over Afghanistan uitgestuurd, waarin
onder meer wordt ingegaan op de positie van specifieke groepen zoals tolken. In dit
ambtsbericht2 wordt verwezen naar berichten uit internationale media die een soortgelijke dreiging
voor tolken beschrijven.
Vraag 4 en 5
Waar kunnen Afghaanse tolken, die door eerdere werkzaamheden voor Nederland in direct
en persoonlijk gevaar zijn, een verzoek om asielbescherming indienen? Op welke gronden
wordt hun asielaanvraag in behandeling genomen en beoordeeld? Kunt u dit proces toelichten?
Is er een (asiel)regeling voor Afghaanse tolken die door Defensie zijn ingezet? Zo
ja, per wanneer bestaat de regeling en kunt u de regeling nader toelichten?
Antwoord 4 en 5
Mensen die met gevaar voor eigen leven voor ons hebben gewerkt verdienen onze aandacht
en zorg. De overheid heeft daarom afspraken gemaakt over de behandeling van individuele
verzoeken om asielbescherming van lokale Afghaanse tolken. De hierbij gehanteerde
werkwijze heeft de toenmalige Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie op 22 september
2014 beschreven in zijn antwoorden op Kamervragen over het bericht «Nederland weigert
eigen tolk asiel», Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 60. Deze werkwijze is nog steeds van kracht. In elk afzonderlijk geval wordt bezien
in hoeverre er sprake is van directe persoonlijke dreiging als gevolg van de eerdere
werkzaamheden voor de Nederlandse missie. De IND kan op basis hiervan besluiten om
een beschermingsverzoek in behandeling te nemen. Bij een positief besluit krijgt de
aanvrager een zogenaamd D-visum om naar Nederland te reizen en hier een asielverzoek
in te kunnen dienen.
Tot de doelgroep behoren lokale medewerkers die voor een substantiële periode ten
behoeve van een Nederlandse militaire missie werkzaamheden hebben verricht, en die
als gevolg hiervan aannemelijk kunnen maken dat zij persoonlijk risico lopen en bescherming
nodig hebben. Hierbij wordt opgemerkt dat de aard van de werkzaamheden van invloed
kan zijn op de aannemelijkheid dat iemand als gevolg daarvan bescherming nodig heeft.
In beginsel wordt het risico hoger geacht bij «hoog profiel werkzaamheden» waarbij
verzoeker zichtbaar en regelmatig met een Nederlandse missie in verband is gebracht
zoals bij tolk- en chauffeursdiensten.
Elk beschermingsverzoek wordt individueel beoordeeld. De juridische relatie van verzoeker
met de militaire missie is leidend, maar niet in alle gevallen bepalend. Zo zullen
lokale medewerkers die zijn ingehuurd door een andere autoriteit (bijvoorbeeld NAVO
of VN of door een ander land), maar primair voor de Nederlandse militaire missie worden
of zijn ingezet, bij een verzoek voor bescherming in eerste instantie worden verwezen
naar deze autoriteiten. Wanneer deze autoriteiten het beschermingsverzoek niet in
behandeling nemen zal Nederland het verzoek beoordelen.
Alle verzoeken die bij Buitenlandse Zaken via het postennetwerk of bij Defensie via
de militaire missieleiding, of eventueel op andere wijze binnenkomen, worden door
het ontvangend departement geregistreerd en zo snel mogelijk op ambtelijk niveau gedeeld
met de betrokken Ministeries (Justitie en Veiligheid, Buitenlandse Zaken en Defensie).
Defensie3 geeft vervolgens uitsluitsel of verzoeker heeft gewerkt voor de Nederlandse missie
en welke juridische relatie hierbij van toepassing was. Tevens worden aard, tijd en
de frequentie van de aangegeven werkzaamheden gecontroleerd. Indien de verzoeker voor
een Nederlandse militaire missie heeft gewerkt, wordt door zorg van Buitenlandse Zaken
aan hem/haar een gestandaardiseerde, in samenspraak met de IND opgestelde vragenlijst
voorgelegd. De antwoorden worden betrokken bij de latere boordeling van het beschermingsverzoek
door de IND.
Buitenlandse Zaken toetst de geclaimde persoonlijke gevaarzetting aan de hand van
de bekende algemene dreigingsinschatting voor lokaal (militair) missiepersoneel en
stelt in overleg met Defensie een positief of negatief advies op. Beschermingsverzoeken
die van voldoende substantie worden geacht, worden per brief voorgelegd aan de hoofddirecteur
van de IND in afschrift aan de directeur Migratiebeleid van Justitie en Veiligheid.
Elk door Buitenlandse Zaken en Defensie voorgedragen beschermingsverzoek wordt door
de IND voorzien van een advies en voorgelegd aan de Staatssecretaris van Justitie
en Veiligheid
Indien een beschermingsverzoek positief wordt beoordeeld, machtigt de IND de Nederlandse
ambassade in Kabul tot verstrekking van een inreisvisum. De verzoeker kan na aankomst
in Nederland een asielaanvraag indienen volgens de daarvoor geldende procedure. De
verzoeker dient in beginsel zelf voor een geldig reis- en identiteitsdocument te zorgen
als voorwaarde om in te kunnen reizen. De daadwerkelijke overbrenging van de verzoeker
naar Nederland en de hiermee gemoeide kosten vallen onder de verantwoordelijkheid
van het ministerie waarvoor de verzoeker de werkzaamheden heeft verricht. Na aankomst
in Nederland wordt het reguliere asielproces gevolgd.
Vraag 6 en 7
Kunt u verduidelijken hoe en op welke wijze de Afghaanse tolken zijn geïnformeerd
over een mogelijke (asiel)regeling?
Kan het zijn dat Afghaanse tolken, die door Defensie zijn ingezet, geen weet hebben
van een mogelijke (asiel)regeling? Zo ja, hoe bent u van plan deze mensen te informeren?
Antwoord 6 en 7
Nederland heeft grote waardering voor het werk dat Afghaanse tolken hebben verricht.
De samenwerking en de verstandhouding met deze tolken zijn altijd goed geweest. Vanaf
het moment dat duidelijk werd dat er een einde zou komen aan een Nederlandse missie
in Afghanistan zijn alle partners en betrokkenen hiervan zo snel mogelijk op de hoogte
gesteld. Dat geldt ook voor de tolken, waarbij is toegezegd dat Nederland zich zou
inzetten voor werkbehoud van de tolken (zie beantwoording vragen van de VVD aan de
Ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken over de moeilijke positie van Afghaanse
tolken die actief zijn geweest voor de Task Force Uruzgan, Aanhangsel Handelingen
vergaderjaar 2009–2010 nr. 3130, 18 augustus 2010). Zo zijn met de beëindiging van de Nederlandse missie in Uruzgan
veel tolken door de NAVO weer ingezet ten behoeve van Australië dat langer aanwezig
bleef in de provincie Uruzgan. De Afghaanse tolken waarvan Nederland tijdens de Kunduz-missie
gebruik maakte, werkten op Duits contract. Duitsland heeft tegenover Nederland bevestigd
verantwoordelijk te zijn voor de bescherming van personeel met een Duits contract.
Zoals eerder gemeld, is er geen sprake van een speciale (asiel)regeling voor Afghanen
die destijds voor ons hebben gewerkt.
Vraag 8
Deelt u de mening dat tolken, die met gevaar voor eigen leven hebben bijgedragen aan
de veiligheid van onze militairen en het succes van Nederlandse militaire missies,
steun en bescherming van Defensie verdienen?
Antwoord 8
Ja, indien lokaal personeel in gevaar komt omdat zij voor Nederland werken of werkzaamheden
hebben verricht, kunnen zij op steun rekenen. Tolken die alsnog een beschermingsverzoek
willen indienen bij Nederland dienen zich daartoe tot de Nederlandse ambassade in
Kabul te wenden.
Mede op mijn voordracht zijn (en kunnen) desgevraagd inreisvisa aan tolken (worden)
verstrekt, zodat zij na aankomst in Nederland een asielprocedure kunnen starten. Bij
een voordracht zoek ik telkens naar een juiste balans tussen snelheid en zorgvuldigheid.
Indien nodig aarzel ik overigens niet om praktische en logistieke zaken voor de tolk
(en gezin) te organiseren. Uit het oogpunt van veiligheid en de privacy van betrokkenen
kan ik echter geen verdere mededelingen doen.
Vraag 9
Bent u bereid om invulling te gegeven aan de verantwoordelijkheid die Defensie heeft
jegens mensen die enige tijd voor Defensie hebben gewerkt? Zo ja, kunt u het beleid
hieromtrent voor Afghaanse tolken toelichten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Naast Nederlandse tolken en vertalers wordt de behoefte ook ingevuld aan de hand van
lokale inhuur via een tussenpersoon. Daarvoor zijn de volgende mogelijkheden:
– Via een internationale organisatie. Nederland betrekt bijvoorbeeld tolken in Mali
via de VN. In Afghanistan is gebruik gemaakt van de NATO Maintenance and Supply Agency (NAMSA) als tussenpersoon;
– Via een ander land. Nederland heeft in Kunduz bijvoorbeeld gebruik gemaakt van tolken
die ingehuurd waren door Duitsland. Zeker bij missies waarin veel verschillende landen
gelijktijdig actief zijn, is het gebruikelijk – en ook doelmatiger – om de inhuur
van tijdelijk lokaal personeel te kanaliseren;
– Door tussenkomst van een privaat bedrijf. In Afghanistan heeft Nederland ook gebruik
gemaakt van een contractor (International Management Services) voor de behoefte aan tolken.
Zoals eind 2014 aan uw Kamer is gemeld (Inzet tolken bij Defensie, Kamerstuk 34 000 X, nr. 7, 1 oktober 2014 met als bijlage een overzicht van regelingen voor tolken per land),
geldt bij elke vorm van tussenpersonen dat het lokaal personeel (naast tolken en vertalers
dus ook personeel voor taken als beveiliging, transport, schoonmaak, wasserij, enz.)
niet in dienst van de Nederlandse overheid is, maar van de tussenpersoon. De primaire
verantwoordelijkheid voor personeelszorg ligt in dat geval bij die tussenpersoon.
Defensie is uiteraard wel verantwoordelijk binnen de beperkingen die de situatie tijdens
inzet met zich meebrengt, voor een zo veilig mogelijke werkomgeving.
Als lokaal personeel in gevaar komt omdat zij voor Nederland werken of werkzaamheden
hebben verricht, kunnen zij op steun rekenen. De tussenpersoon heeft hierbij allereerst
een verantwoordelijkheid. Defensie ziet er op toe dat de tussenpersoon zijn verantwoordelijkheden
als werkgever richting de tolken en vertalers in zijn dienst op behoorlijke wijze
invult. Indien een lid van het lokale personeel dreiging ervaart kan diegene een beroep
doen op asielbescherming.
De verantwoordelijkheid voor asielbescherming is wettelijk geregeld. Dit betekent
een individuele beoordeling of er sprake is van vrees voor een van de gronden van
het VN-Vluchtelingenverdrag dan wel een risico op een onmenselijke of vernederende
behandeling bij terugkeer, zoals bedoeld in artikel 3 van het EVRM.
Potentiële risico’s zonder deze te concretiseren in een persoonlijk asielrelaas, zijn
niet voldoende voor een asielvergunning. Het enkel stellen dat iemand heeft getolkt
voor Nederland, zonder dat daarbij wordt betrokken hoe lang, wanneer en waar, kan
ook niet leiden tot een asielvergunning. Daar is het individuele asielrelaas voor
nodig.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie -
Mede namens
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.