Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Moorlag over het aantal gehouden varkens in Nederland over fraude met dierproductierechten van varkens
Vragen van het lid Moorlag (PvdA) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het aantal gehouden varkens in Nederland en over fraude met dierproductierechten van varkens (ingezonden 23 januari 2019).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 4 juli
2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 1517.
Vraag 1
Kent u het bericht «Miljoenen varkens meer gefokt in Nederland dan toegestaan»?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3
Acht u het, op grond van de berekeningen van de Stichting Varkens in Nood, aannemelijk
dat er meer varkens in Nederland worden gehouden dan er op grond van dierproductierechten
gehouden mogen worden? Zo ja, om hoeveel varkens gaat het? Zo nee, waarom niet?
Deelt u de opvatting van de in het bericht geraadpleegde medewerker van de Wageningen
Universiteit «Het lijkt er op dat we 2,3 miljoen dieren meer produceren per jaar»?
Zo ja, wat zijn de gevolgen daarvan voor bijvoorbeeld de milieubelasting? Zo nee,
waarom niet en op grond van welke gegevens is de opvatting onjuist?
Antwoord 2, 3
Zoals ik in mijn brief van over het rapport «Miljoenen varkens in Nederland» van Varkens
in Nood van 2 juli 2019, heb aangegeven is er in Nederland geen publiek centraal registratiesysteem
voor het bijhouden van het aantal aanwezige varkens op een bedrijf. Varkens in Nood
maakt gebruik van gegevens uit verschillende databronnen, die elk een ander doel en
andere functie hebben. Ik kan daarom niet instaan voor de correctheid van de schatting
en de conclusies van Varkens in Nood.
Vraag 4, 5
Is het waar dat er een gat zit tussen de Nederlandse exportcijfers van varkens vanuit
Nederland naar Duitsland en de Duitse importcijfers van varkens vanuit Nederland naar
Duitsland? Zo ja, was het u eerder bekend dat er een verschil tussen de export- en
importcijfers zit, was u bekend hoe groot dat verschil is en welke acties heeft u
sindsdien ondernomen? Zo nee, waarom niet, wat is er niet waar aan het gestelde en
op grond van welke gegevens baseert u dat?
In het geval dat u nu pas kennisneemt van het verschil tussen de export- en importcijfers,
welke acties gaat u alsnog ondernemen?
Antwoord 4, 5
Zoals ik in mijn brief van 2 juli 2019 (Kamerstuk 28 286, nr. 1058) heb aangegeven, heeft Varkens in Nood gegevens uit verschillende databronnen met
elkaar vergeleken, welke daar niet geschikt voor waren. De Duitse importcijfers waar
Varkens in Nood aan refereert, zijn schattingen van Duitse statistiekbureaus. De methodiek
van deze bureaus is vergelijkbaar met die van het CBS. Wanneer de Duitse importcijfers
worden vergeleken met de exportcijfers van het CBS, is er nagenoeg geen verschil.
Varkens in Nood vergelijkt de gegevens van de Duitse statistiekbureaus echter met
de gegevens van RVO-Marktordening. Deze gegevens worden wekelijks geselecteerd en
hebben als doel om een eerste indicatie te geven van de marktomvang in de betreffende
periode. Daarom wordt zo kort mogelijk na de betreffende week geselecteerd. Eventuele
mutaties die achteraf gemeld worden, werden in de gepubliceerde overzichten niet meer
meegenomen. Dat maakt dat deze cijfers niet geschikt waren om te vergelijken met de
gegevens van de statistiekbureaus en verklaart een deel van de verschillen die Varkens
in Nood constateert. Inmiddels worden deze mutaties wel meegenomen in de overzichten.
Daarnaast kan een deel van de verschillen verklaard worden door een discrepantie tussen
I&R-gegevens en TRACES-gegevens. Exporten moeten door een varkenshouder zowel in TRACES
als in I&R worden gemeld. Er is gebleken dat tussen deze twee systemen een discrepantie
ontstaat. Van een aantal varkenshouders zijn wel exporten bekend in TRACES, maar zijn
er geen (volledig correcte) exportmeldingen in I&R bekend.
Zoals ik in mijn brief van 2 juli 2019 heb aangegeven, zijn deze dieren wel in beeld
bij de overheid. Deze dieren zijn voorafgaand aan het transport gecontroleerd door
de NVWA en er is een exportcertificaat afgegeven voor het aantal goedgekeurde dieren.
Dit certificaat, en daarmee ook het aantal dieren dat wordt geëxporteerd, is opgenomen
in het TRACES-systeem. Daarmee is bij de overheid bekend hoeveel dieren er zijn geëxporteerd,
op welke datum en wat het bedrijf van herkomst en het bedrijf van bestemming is. Ik
ga daarom niet mee in de conclusie van Varkens in Nood dat er meer dieren naar Duitsland
worden geëxporteerd dan bekend is bij de Nederlandse overheid. Wel worden de varkenshouders
waarbij discrepanties zijn geconstateerd tussen TRACES en I&R hierop aangesproken.
Tevens zal nader onderzocht worden of een automatische koppeling tussen TRACES en
I&R haalbaar is.
Vraag 6, 7, 8
Is de bewering in het nieuwsbericht waar dat volgens het Openbaar Ministerie jaarlijks
tientallen ondernemers zijn veroordeeld omdat ze meer dieren hielden dan toegestaan?
Zo ja, was dit bij u bekend en was dat voor u een signaal dat het systeem van vergunningverlening,
toezicht en handhaving (VTH) van dierproductierechten onvolkomenheden bevat en is
dat aanleiding geweest om het systeem aan te passen en waaruit hebben die aanpassingen
bestaan? En als u het systeem desondanks niet hebt aangepast, waarom niet? Zo nee,
wat is er niet waar aan de genoemde bewering?
Is het waar dat uit inspecties van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)
blijkt dat bij een op de vijf zogenaamde risicobedrijven meer varkens worden gehouden
dan toegestaan? Zo ja, welke conclusies heeft u daaruit getrokken? Zo nee, wat zijn
de juiste constateringen van de NVWA ten aanzien van het overschrijden van de dierproductierechten?
Bent u van oordeel dat het systeem van VTH voor dierproductierechten adequaat functioneert?
Zo ja, wat zijn voor u de kritische indicatoren die dat uitwijzen? Zo nee, op welke
onderdelen is het systeem inadequaat?
Antwoord 6, 7, 8
De controle op het aanwezig zijn van voldoende dierproductierechten wordt door RVO.nl
administratief voor alle bedrijven gedaan en daaruit naar voren komende bedrijven
worden risico-gericht geselecteerd en gecontroleerd door de NVWA. Deze risicogerichte
inspecties hebben ook geleid tot het constateren van een aantal overtredingen. De
resultaten van de geïnspecteerde risicobedrijven waar meer varkens zijn gehouden dan
toegestaan kan echter niet worden geëxtrapoleerd, want er vindt al een risicogerichte
selectie plaats voor de te controleren bedrijven (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2018–2019, nr. 79).
Het niet voldoen aan de dierproductierechten wordt strafrechtelijk gehandhaafd. De
NVWA maakt derhalve een proces verbaal op tegen bedrijven die meer varkens houden
dan dat ze dierproductierechten hebben en leveren deze aan het OM voor de verdere
afhandeling. Het feit dat er daadwerkelijk wordt gehandhaafd op dierproductierechten
is voor mij een teken dat we in staat zijn om overtreders op te sporen en te bestraffen.
Ik ben van oordeel dat het stelsel van dierproductierechten goed functioneert, zie
hiervoor ook de beantwoording van de brief over berichten dat dieraantallen in de
veehouderijsector veelvuldig worden overschreden (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2018–2019, nr. 79). Vanuit handhaving krijg ik geen signalen dat het stelsel niet te handhaven is.
Er zijn bedrijven (geweest) die meer dieren houden dan toegestaan, maar uit de uitgevoerde,
risico-gebaseerde controles blijkt geen structurele fraude met dierproductierechten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.