Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Schonis over de Youtube film ‘CBR haat zieke mensen en Marije krijgt een boete’
Vragen van het lid Schonis (D66) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «CBR haat zieke mensen en Marije krijgt een boete» (ingezonden 12 juni 2019).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
8 juli 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met de video «CBR haat zieke mensen en Marije krijgt een boete»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bereid om de lijst met aandoeningen uit de Regeling eisen geschiktheid 2000
eens kritisch tegen het licht te houden, gezien het feit dat veel jongeren met sterk
uiteenlopende medische achtergronden, zoals ADD en Asperger, door het Centraal Bureau
Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) gekeurd moeten worden? Zo ja, kunt de Kamer op korte
termijn informeren over de uitkomsten hiervan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Ik laat mij door de Gezondheidsraad continu adviseren over aandoeningen die op de
lijst staan en of dit nog actueel is. Dit alles binnen de kaders van de Europese regelgeving.
Met het CBR kijk ik ook voortdurend naar de procedures voor mensen met een aandoening.
Zo constateerden we vorig jaar dat veel beginnende bestuurders die als kind ADHD hadden
gehad dit op de Gezondheidsverklaring aangaven, waardoor ze ten onrechte naar een
specialist werden verwezen. Het CBR heeft de Gezondheidsverklaring verduidelijkt op
het punt van ADHD, waardoor er nu minder foutieve verklaringen binnenkomen. Daarnaast
kunnen mensen die erachter komen dat ze het formulier verkeerd ingevuld hebben, dit
rechtzetten met het formulier Wijziging Gezondheidsverklaring dat op de CBR-website
staat. Tevens laat ik een onderzoek uitvoeren door de Rijksuniversiteit Groningen,
om te bezien of voor een deel van de ADHD-examenkandidaten de rijtest achterwege kan
blijven.
Op 18 juni jl. heb ik uw Kamer per brief ingelicht over mijn onderzoek om de regelgeving
voor de huidige 75+ doelgroep aan te passen door een administratieve verlenging van
rijbewijzen met maximaal een jaar. Hierdoor zou er bij het CBR mogelijk meer ruimte
komen om de groep mensen met een medische aandoening, examenkandidaten en mensen die
van hun rijbewijs afhankelijk zijn voor hun baan sneller te helpen. Voor het zomerreces
ontvangt uw Kamer meer informatie over de bevindingen van het onderzoek dat ik nu
uitvoer en de acties die daaruit voortvloeien.
Vraag 3
Kunt u, omdat de uitzending geen verbetering toont in de aanhoudende lange wachttijden
aan de telefoon en omdat stukken nog steeds kwijt raken, inzichtelijk maken hoe het
staat met het ingezette verbetertraject van het CBR?
Antwoord 3
Op 13 juni jl. heb ik uw Kamer per brief geïnformeerd over de laatste ontwikkelingen
bij het CBR en de recent ingezette maatregelen en verwachtingen. Door het CBR is de
klantenservice uitgebreid, zijn diverse voorrangs- en spoedprocedures ingevoerd om
de gedupeerden zoveel mogelijk tegemoet te komen en wordt op afloopdatum van het rijbewijs
geprioriteerd. Ik betreur het zeer dat klanten van het CBR nog steeds hinder ondervinden
van de problematiek bij de doorlooptijden voor een medische beoordeling en de ingezette
maatregelen onvoldoende hieraan tegemoetkomen. Daarom heb ik in mijn brief van 18 juni
jl. aangekondigd de mogelijkheid te onderzoeken om de regelgeving voor de huidige
75+ doelgroep aan te passen door een administratieve verlenging van rijbewijzen met
maximaal een jaar. Zo kan ruimte worden gecreëerd voor het CBR om zich prioritair
te richten op de meest risicovolle groepen en wordt een groot deel van de mensen met
een verlopen rijbewijs geholpen.
Als je in de knel komt met het verlengen of verkrijgen van het rijbewijs wil je graag
vriendelijk te woord worden gestaan als je de klantenservice belt. Tijdens het debat
op 19 juni jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd dat het CBR extra klantenservicetrainingen
gaat aanbieden aan de medewerkers. Het ministerie zal blijven sturen op een goede
bereikbaarheid van het CBR.
Vraag 4
Kunt u toelichten of het klopt dat niet alle door het CBR aangekondigde verbeteringen
worden doorgevoerd? Zo ja, wat gaat u doen om het CBR aan zijn eigen beslistermijnen
te houden? Zo nee, welke mogelijkheden ziet u dan om de dienstverlening bij het CBR
te verbeteren?
Antwoord 4
Het CBR heeft mij op 6 juni jl. per brief geïnformeerd over de stand van zaken en
de door het CBR ingezette maatregelen. Deze brief heb ik met uw Kamer gedeeld op 13 juni
jl. (Kamerstuk 29 398, nr. 718) Om zoveel mogelijk te voorkomen dat burgers worden geconfronteerd met een verlopen
rijbewijs is door het CBR de keuze gemaakt dat wordt geprioriteerd op afloopdatum
van het rijbewijs. Als gevolg hiervan is het principe dat op voorrang van binnenkomst
aanvragen worden behandeld losgelaten. Ik begrijp de keuze van het CBR omdat hiermee
zoveel mogelijk wordt voorkomen dat klanten met een verlopen rijbewijs komen te zitten.
Daarnaast blijft onvoldoende medische besliscapaciteit een knelpunt in het proces
voor het verkrijgen van een verklaring van geschiktheid. Daarom heb ik het CBR opdracht
gegeven om nog voor het zomerreces een plan van aanpak aan te leveren voor zowel het
op korte termijn uitbreiden van de medische besliscapaciteit als het structureel op
orde krijgen ervan.
Vraag 5
Gaat u, gezien de breed aangenomen motie-Schonis/Von Martels (Kamerstuk 29 398, nr. 688) waarin de regering wordt opgeroepen tot een coulanceregeling, alle mogelijkheden
bekijken om deze motie uit te voeren?
Antwoord 5
Op 18 juni heb ik uw Kamer per brief ingelicht over mijn onderzoek om de regelgeving
voor de huidige 75+ doelgroep aan te passen door een administratieve verlenging van
rijbewijzen met maximaal een jaar (Kamerstuk 29 398, nr. 732. Hierdoor zou er bij het CBR meer ruimte komen om de groep mensen met een medische
aandoening, examenkandidaten en mensen die van hun rijbewijs afhankelijk zijn voor
hun baan sneller te helpen. Voor het zomerreces ontvangt uw Kamer meer informatie
over de bevindingen van het onderzoek dat ik nu uitvoer en de acties die daaruit voortvloeien.
Uw kamer heeft ook gevraagd om in aanloop tot de wijziging van amvb alvast te starten
met deze werkwijze. Ik onderzoek hiervoor de mogelijkheden en zal ook hierop terugkomen
in mijn brief.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.