Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ploumen over de ontmoeting met de Chinese collega Wang Yi waarin de sterke band en het belang van internationale samenwerking besproken werd
Vragen van het lid Ploumen (PvdA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de ontmoeting met de Chinese collega Wang Yi waarin de sterke band en het belang van internationale samenwerking besproken werd (ingezonden 20 juni 2019).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 15 juli 2019).
Vraag 1
Heeft u tijdens uw ontmoeting met uw Chinese collega Wang Yi op 19 juni 2019, waarin
u de sterke band en het belang van internationale samenwerking heeft besproken, ook
de mensenrechtenschendingen in China ter sprake gebracht?1 Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 1
Ja, in het bijzonder heb ik mijn zorgen geuit over vrijheid van religie en levensovertuiging
in China, met name in Xinjiang. Daarnaast heb ik een gesprek gehad met drie mensenrechtenactivisten,
waaronder een advocaat. Het belang dat ik aan vrijheid van religie hecht, heb ik verder
onderstreept door een bezoek aan een kerk en een moskee in Xi’an.
Vraag 2 en 3
Deelt u de mening dat de mensenrechtenschendingen in China een permanente bron van
zorg zijn? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bespreekt u deze zorgen ook met uw internationale
collega’s?
Bent u van mening dat de mate waarin de mensenrechten door China worden geschonden
eerder toenemeent dan afneemt? Zo ja, neemt ook de mate waarin China wordt aangesproken
op deze schendingen toe? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2 en 3
Ja. De mensenrechtensituatie in China verslechtert op meerdere fronten, met als schrijnend
voorbeeld de rechten van Oeigoerse moslims en andere minderheden in de noordwestelijke
provincie Xinjiang. De situatie in Tibet en de religieuze vrijheden van onder andere
christenen zijn tevens een onderwerp van ernstige zorg. Verder staan met name de burger-
en politieke rechten onder druk. De ruimte voor het maatschappelijk middenveld is
beperkt. Mensenrechtenverdedigers worden gehinderd in hun werk of zelfs veroordeeld.
In sommige gevallen verdwijnen ze en is contact met familie jarenlang niet mogelijk.
Nederland spreekt China al dan niet in EU-verband op al deze onderwerpen aan. In de
antwoorden op Kamervragen gesteld door u en het lid Kuzu (ingezonden op 3 juni 2019,
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 3269) staat een overzicht van recente acties van het kabinet op het Xinjiang-dossier.
Het overzicht laat zien dat het kabinet de toenemende mensenrechtenschendingen in
China de afgelopen periode ook in toenemende mate adresseert. Nederland doet dit in
veel gevallen samen met EU- en internationale partners.
Vraag 4 en 5
Heeft u tijdens uw gesprek met uw Chinese collega gesproken over de mogelijkheden
van gezichtsherkenningssoftware? Zo ja, heeft u uw zorgen geuit over de wijze waarop
het land gezichtsherkenningssoftware inzet? Zo nee, waarom niet?
Heeft u gesproken over de pilots van het Social Credit Score-systeem met het daaraan
gekoppelde straf- en beloningssysteem? Zo ja, heeft u daarbij uw zorgen geuit over
het uitvoeren van pilots van een dergelijk systeem? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4 en 5
Nee. Ik heb ervoor gekozen om mij tijdens dit gesprek op andere onderwerpen te richten,
waaronder op de mensenrechtensituatie in Xinjiang en op de actuele ontwikkelingen
in Hongkong.
Vraag 6 en 7
Bent u van mening dat het invoeren van een Social Credit Score-systeem zoals China
dat voor ogen staat, grove mensenrechtenschendingen tot gevolg heeft? Zo ja, welke
mogelijke maatregelen en sancties gaat u treffen indien China dit systeem gaat invoeren?
Zo nee, waarom niet?
Hoe denkt u over het invoeren van een Social Credit Score-systeem? Hoe denkt u over
het invoeren van een dergelijke systeem in combinatie met het gebruik van gezichtsherkenningssoftware?
Welke risico’s en gevaren zijn hieraan verbonden? Heeft dit besproken tijdens uw ontmoeting?
Zo nee, wanneer gaat u dit wel bespreken met uw Chinese collega?
Antwoord 6 en 7
Tot op heden is er in China nog geen sprake van een geïntegreerd systeem voor sociale
kredietscores maar van een heel palet aan publieke en private initiatieven. Zwarte
lijsten voor wanbetalers en voor wangedrag tijdens trein- en vliegreizen, een persoonlijk
financieel kredietinformatiesysteem, en commerciële loyaltyprogramma’s op basis van
persoonlijke scores zijn hier voorbeelden van.2
De verschillende initiatieven vinden plaats tegen de achtergrond van een overkoepelend
beleidsplan voor de periode 2014–2020. Hierin staat dat sociaal krediet in China dient
ter verwezenlijking van een «cultuur van oprechtheid» en ter bevordering van «eerlijkheid
en traditionele deugden».3 Met positieve en negatieve prikkels hoopt de Chinese overheid wetten, regelgeving
en beleid beter te implementeren en gewenst gedrag effectiever te sturen. Sociaal
krediet moet uiteindelijk leiden tot «eerlijker» gedrag en dus tot een vermindering
van tal van sociaaleconomische problemen (zoals belastingontduiking, milieuvervuiling
en schending van het intellectueel eigendomsrecht), minder overheidsinterventie in
de economie, lagere transactiekosten voor entiteiten en burgers, meer transparantie
in bestuur, en beperkingen op machtsmisbruik.
Wat de toepassing van sociaal krediet en surveillance in China betreft ziet het kabinet
risico’s voor de fundamentele vrijheden, privacy en mensenrechten van Chinese burgers
en buitenlandse personen die zich in China bevinden. In Xinjiang is reeds sprake van
diepgaande schendingen van privacy en andere mensenrechten door middel van geavanceerde
surveillancetechnieken. Er zijn ook indicaties dat gezichtsherkenningssoftware buiten
Xinjiang wordt ingezet om burgers te monitoren en categoriseren.4 Dit vormt een risico voor bepaalde etnische en/of religieuze groepen, mensenrechtenverdedigers
en activisten van wie bekend is dat zij om hun (volgens internationale mensenrechtenverdragen
legale) opvattingen, religie en/of gedragingen in China kunnen worden vervolgd of
onderdrukt. Toegenomen surveillance, gecombineerd met sociale kredietscores, kan mogelijk
ook tot gevolg hebben dat steeds meer burgers overgaan tot zelfcensuur.
Hoe de verdere uitrol van sociaal krediet in China precies vorm zal krijgen is nog
niet duidelijk. De toepassing ervan binnen China is nog volop in ontwikkeling. Zo
zijn er op dit moment tientallen steden die experimenteren met uiteenlopende soorten
kredietsystemen. Om die reden wil ik niet speculeren over verdere risico’s en gevaren
van een eventueel toekomstig nationaal sociaal kredietsysteem. Ik ben bereid om het
onderwerp te agenderen voor de volgende bilaterale mensenrechtendialoog met China
die mogelijk dit najaar zal plaatsvinden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.