Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Becker over het bericht ‘Te weinig tijd, te veel moeite, te veel geld: IND stuurde criminelen niet weg’
Vragen van het lid Becker (VVD) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Te weinig tijd, te veel moeite, te veel geld: IND stuurde criminelen niet weg» (ingezonden 7 juni 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 3 juli
            2019).
         
Vraag 1
            
Kent u het bericht «Te weinig tijd, te veel moeite, te veel geld: IND stuurde criminelen
               niet weg»?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Klopt het dat er verslagen zijn van bijeenkomsten waarin medewerkers van de Immigratie-
               en Naturalisatiedienst (IND) aangeven dat vanwege werkdruk en druk vanuit het management
               bewust wordt overgegaan tot het opvoeren van niet-intrekkingen van de verblijfsvergunning
               en het afsluiten van dossiers van criminele asielzoekers? Zo ja, waren deze verslagen
               bekend bij uw departement en bij de commissie de Leeuw, op welk moment, en wat is
               hiermee gebeurd?
            
Antwoord 2
            
De twee verslagen uit mei 2017 en februari 2018 waaruit de NRC heeft geciteerd, zijn
               verslagen van interne werkbesprekingen van medewerkers van het team herbeoordelingen
               asiel van de IND Zwolle met het management. Daarin is in onderling vertrouwen gesproken
               over ontwikkelingen die betrekking hadden op het team. Ik vind het van belang dat
               bij een overheidsorganisatie als de IND een open gesprek kan plaatsvinden tussen medewerkers
               en management in een vertrouwelijke omgeving.
            
Jaarlijks krijgt het team herbeoordelingen asiel een groot aantal signalen met informatie
               (hetzij individuele meldingen via de mail, per brief of telefonisch, hetzij automatische
               gegenereerde berichten door wijziging van bijvoorbeeld de BRP-inschrijving) die aanleiding
               kunnen zijn tot het doen van onderzoek naar de vraag of de asielvergunning kan worden
               ingetrokken. Het team onderzoekt of de informatie of het signaal voldoende concreet
               en zwaarwegend is en beoordeelt vervolgens of in het licht van alle relevante aspecten
               van de zaak tot intrekking kan worden overgegaan. Daarbij maakt dit team afwegingen,
               die vaak, mede als gevolg van (Europese) jurisprudentie, complex zijn.
            
Door de commissie De Leeuw wordt onderschreven dat de vele rechtsregels inclusief
               jurisprudentie waaraan de IND gehouden is bij mogelijke intrekkingen op basis van
               openbare orde het complex kunnen maken om daadwerkelijk in te trekken.
            
Uit de twee verslagen is mij niet gebleken dat vanwege werkdruk en druk vanuit het
               management bewust is overgegaan tot het opvoeren van niet-intrekkingen van de verblijfsvergunning
               en het afsluiten van dossiers van criminele asielzoekers. Wel is het bij een organisatie
               als de IND, die te maken heeft met wisselende werkvoorraden, gebruikelijk om – zeker
               in tijden van hoge werkdruk – te prioriteren. De IND heeft dat gedaan door zaken die
               betrekking hebben op openbare ordeaspecten die kunnen leiden tot een intrekking, met
               voorrang te behandelen.
            
De commissie De Leeuw heeft desbetreffende verslagen niet opgenomen in de lijst met
               geraadpleegde documentatie. Ik meen evenwel niet dat er op relevante onderdelen een
               discrepantie bestaat tussen het beeld dat naar voren komt uit deze verslagen en de
               conclusies van de commissie.
            
Vraag 3
            
Hoe verklaart u de discrepantie tussen de conclusies van de commissie de Leeuw dat
               werkdruk niet doorslaggevend is voor het overgaan tot niet-intrekkingen en het beeld
               dat in het NRC-artikel wordt opgeroepen?
            
Antwoord 3
            
De commissie De Leeuw heeft een analyse gemaakt van documentatie en gegevens uit het
               informatiesysteem van de IND. Op basis hiervan heeft de commissie verdiepende interviews
               gehouden met IND-medewerkers en -managers, waaronder die van het team herbeoordelingen
               asiel in Zwolle. De conclusie van de commissie is gebaseerd op een brede basis van
               bronnen. Zoals vermeld in het antwoord op vraag 2, is er naar mijn mening geen sprake
               van een discrepantie met genoemde verslagen.
            
Vraag 4
            
Deelt u de mening dat de IND de onlangs aangescherpte juridische mogelijkheden om
               een verblijfsvergunning te kunnen intrekken maximaal moet benutten om te zorgen dat
               criminelen die onze gastvrijheid misbruiken het land kunnen worden uitgezet?
            
Antwoord 4
            
Waar de IND op grond van de wet en jurisprudentie tot het oordeel komt dat een asielvergunning
               kan worden ingetrokken, wordt daadwerkelijk ingetrokken.
            
Vraag 5
            
Klopt het dat door IND-medewerkers dan wel management, vanwege de benodigde tijdsinspanning,
               in bepaalde gevallen bewust wordt gekozen om niet de procedure voor intrekking van
               een vergunning te starten, dan wel te doorlopen, maar over te gaan tot niet-intrekking?
               Zo ja, in hoeveel gevallen van de 55.925 berichten die in de periode januari 2017
               tot en met februari 2019 bij de IND binnenkwamen heeft dit een rol gespeeld? Zo nee,
               waarom niet?
            
Antwoord 5
            
Nee. Jaarlijks krijgt het team herbeoordelingen asiel vele signalen die aanleiding
               kunnen zijn tot het doen van onderzoek naar de vraag of een asielvergunning kan worden
               ingetrokken. Zoals aangegeven, worden in tijden van hoge werkdruk signalen die betrekking
               hebben op openbare orde aspecten die kunnen leiden tot een intrekking, met voorrang
               opgepakt. Dit betekent dat minder urgente signalen of kansarme intrekkingszaken dan
               minder prioriteit krijgen. Door medewerkers en management is niet gestuurd op het
               niet intrekken van asielvergunningen van criminele asielzoekers. De blijkt evenmin
               uit de eerdergenoemde verslagen.
            
Vraag 6
            
Wat is de beleidsvrijheid van een medewerker bij de IND om bij een crimineel antecedent
               tot een niet-intrekking over te gaan zonder de volledige procedure te doorlopen, terwijl
               er wel een indicatie is dat intrekking mogelijk zou kunnen zijn? Wilt u overwegen
               deze beleidsvrijheid in te perken, door het principe in te voeren dat bij een indicatie
               dat intrekking vanwege criminele activiteiten mogelijk zou kunnen zijn, altijd moet
               worden gepoogd dat ook te doen?
            
Antwoord 6
            
De medewerker van de IND maakt bij het bepalen of een verblijfsvergunning kan worden
               ingetrokken een aantal afwegingen die, mede als gevolg van jurisprudentie, complex
               zijn.
            
Zo moet, naast de bepaling of sprake is van een (bijzonder) ernstig misdrijf, worden
               getoetst of de vreemdeling door zijn persoonlijk gedrag een werkelijke, actuele en
               voldoende ernstige bedreiging vormt die een fundamenteel belang van de samenleving
               aantast. Vaak moet daarnaast ook worden getoetst aan artikel 8 EVRM en moeten medische
               omstandigheden en andere individuele aspecten worden meegewogen. Wanneer deze veelal
               juridische wegingen hebben plaatsgevonden en uitwijzen dat intrekking van het verblijfsrecht
               aan de orde is, vindt dit ook plaats. De medewerker heeft in dat geval niet de vrijheid
               om te besluiten niet in te trekken. Ik zie dan ook geen aanleiding voor inperking.
            
Vraag 7
            
Kunt u inventariseren in hoeveel van de gevallen zonder juridische procedure is overgegaan
               tot een niet-intrekking en bent u bereid deze zaken te laten herbeoordelen, zodat
               bij criminelen met een verblijfsvergunning mogelijk alsnog tot intrekking kan worden
               overgegaan?
            
Antwoord 7
            
In alle zaken waarin is geoordeeld dat er onvoldoende grond was om de asielvergunning
               in te trekken, heeft een juridische afweging plaatsgevonden. Er is dan ook geen grond
               voor de gevraagde herbeoordeling.
            
Vraag 8
            
Bent u bereid de recent aangekondigde extra middelen voor de IND, niet alleen te benutten
               voor het terugbrengen van de termijnen voor de algemene asielaanvragen, maar juist
               ook in te zetten voor voldoende capaciteit voor het beoordelen van zaken waarin tot
               intrekking dan wel uitzetting zou kunnen worden overgegaan? Zo ja, hoeveel extra trekt
               u hiervoor uit? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 8
            
De extra middelen stellen de IND in staat om extra te investeren in processen en capaciteit,
               onder meer voor het beoordelen van intrekkingszaken. Momenteel wordt bezien hoeveel
               extra capaciteit er bij team herbeoordelingen asiel nodig is.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.