Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kuzu en Ploumen over het bericht dat er nieuw bewijs is van China's missie om de moskeeën in Xinjiang te verwoesten
Vragen van de leden Kuzu (DENK) en Ploumen (PvdA) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het bericht dat er nieuw bewijs is van China's missie om de moskeeën in Xinjiang te verwoesten (ingezonden 3 juni 2019).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) en antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse
            Handel en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen 2 juli 2019).
         
Vraag 1
            
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Revealed: new evidence of China's mission to
               raze the mosques of Xinjiang»?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2, 3, 5, 7
            
Bent u het eens dat het hierbij gaat om schendingen van universele mensenrechten?
Baart de berichtgeving u zorgen? Zo ja, bent u voornemens om naar aanleiding van van
               deze zorgwekkende berichten actie te ondernemen? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen?
               Zo nee, waarom niet?
            
Deelt u de mening van de onderzoekers dat de vernietiging van Oeigoerse heiligdommen
               een nieuwe aanval is op de cultuur van de Oeigoeren? Zo ja, bent u het eens dat het
               gaat om schending van universele mensenrechten? Zo ja, bent u bereid om de Verenigde
               Naties ertoe te bewegen meer druk uit te oefenen op de Chinese autoriteiten? Zo nee,
               waarom niet?
            
Deelt u de in het artikel genoemde theorie dat door het vernietigen van Oeigoerse
               heiligdommen de Chinese autoriteiten pogen de volgende generatie Oeigoeren te assimileren?
               Wat vindt u van deze theorie?
            
Antwoord 2, 3, 5, 7
            
Het afbreken van moskeeën en heiligdommen (al dan niet onder het mom van veiligheidsvoorschriften)
               past in een breder beeld van beperkingen op fundamentele vrijheden in Xinjiang – de
               vrijheid van religie en levensovertuiging in het bijzonder. De Chinese autoriteiten
               dragen de strijd tegen het terrorisme aan als rechtvaardiging voor het repressieve
               beleid in Xinjiang. Het gaat hierbij niet alleen om het assimileren van Oeigoeren,
               maar ook om andere minderheden zoals etnische Kazakken, Kirgiezen en andere moslimminderheden,
               en de «sinificatie» van de islam in China in zijn algemeenheid.
            
Op basis van beschikbare informatie en analyses, alsook de observaties van diplomaten
               die de regio hebben bezocht, acht dit kabinet het zeer waarschijnlijk dat de manier
               waarop de Chinese autoriteiten deze doelen in Xinjiang verwezenlijken (o.a. door middel
               van politieke heropvoedingskampen, etnisch profileren door de politie, hoogtechnologische
               surveillance en het afbreken van moskeeën en heiligdommen) in strijd is met internationale
               mensenrechtennormen, zoals neergelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van
               de Mens, het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (door
               China getekend, maar nog niet geratificeerd), het Verdrag inzake de uitbanning van
               alle vormen van rassendiscriminatie en het Verdrag tegen foltering en andere wrede,
               onmenselijke en onterende behandeling of bestraffing.
            
Het kabinet vindt de ontwikkelingen in Xinjiang zeer zorgelijk en blijft zich inspannen
               om de mensenrechtensituatie in die regio te verbeteren.
            
Vraag 10, 11, 13
            
Doen de Chinese autoriteiten naar uw mening genoeg om de positie van de Oeigoeren
               te verbeteren? Zo ja, kunt u een toelichting geven? Zo nee, bent u bereid om hierover
               in gesprek te gaan met de Chinese regering?
            
Wat heeft de Nederlandse regering sinds haar beantwoording van mijn eerdere vragen
               over de situatie van de Oeigoeren concreet gedaan om de situatie van de Oeigoeren
               te verbeteren? Kunt u hier een gespecificeerd overzicht van geven? Zo nee, waarom
               niet?
            
Hebt u er bij uw EU-collega’s op aangedrongen om gezamenlijk bij de Chinese autoriteiten
               aan te dringen op een verbetering van de omstandigheden van Oeigoeren? Zo ja, kunt
               u een overzicht geven van de keren dat u in EU-verband aandacht hebt gevraagd voor
               de situatie van de Oeigoerse minderheid? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 10, 11, 13
            
Het kabinet besteedt zowel bilateraal als in EU- en VN-verband aandacht aan de mensenrechtensituatie
               in Xinjiang. Het onderhouden van een bilaterale dialoog met China is erop gericht
               om de Chinese autoriteiten ertoe te bewegen de mensenrechtensituatie in Xinjiang te
               verbeteren. De motie Kuzu (35 000 V, nr. 42) roept het kabinet op om in VN-verband draagvlak te vinden voor het per direct sluiten
               van de Chinese heropvoedingskampen in Xinjiang. Dit kabinet geeft uitvoering aan die
               motie door consistent te blijven pleiten voor toegang voor VN-mensenrechtenexperts
               tot Xinjiang.
            
Een overzicht van recente acties en inspanningen:
– Minister Blok heeft op 19 juni jl. in zijn gesprek met Minister Wang Yi van Buitenlandse
                     Zaken de mensenrechtensituatie in China aangekaart met specifieke aandacht voor de
                     situatie van religieuze minderheden in Xinjiang en Tibet.
                  
– Nederland zet zich consistent in voor krachtige EU-verklaringen onder «Item 4» (landensituaties
                     die de aandacht van de Raad vereisen) van de VN-Mensenrechtenraad, zo ook in de voorbereidingen
                     voor de 41e VN-Mensenrechtenraad (juni-juli).
                  
– Premier Rutte heeft op 29 mei jl. de mensenrechten van de Oeigoeren opgebracht in
                     zijn gesprek met de Chinese vice-president Wang Qishan.
                  
– Nederland sloot zich in april jl. aan bij een demarche bij de secretaris-generaal
                     van de Verenigde Naties om aandacht te vragen voor mensenrechtensituatie in Xinjiang.
                     De aanleiding voor deze demarche was het bezoek van de secretaris-generaal aan China
                     in diezelfde maand.
                  
– Zowel premier Rutte als Minister Blok hebben ervoor gepleit de mensenrechten, en in
                     het bijzonder de situatie in Xinjiang, tijdens de EU-China top in april jl. te bespreken.
                  
– Nederland heeft tijdens de 40e zitting van de VN Mensenrechtenraad in maart jl. in nationale interventies onder
                     «Item 2» (verslag van de Hoge Commissaris) en «Item 6» (Universal Periodic Review) respectievelijk zorg uitgesproken over de mensenrechtensituatie in Xinjiang en teleurstelling
                     geuit over het terzijde leggen door China van aanbevelingen over transparante en ongehinderde
                     toegang voor VN-mechanismen.
                  
– Nederland was naast Duitsland en het Verenigd Koninkrijk het enige Europese land dat
                     en marge van de VN-Mensenrechtenraad in maart jl. een informatiebijeenkomst over de mensenrechtensituatie
                     in Xinjiang co-sponsorde. Deze bijeenkomst bood een noodzakelijk kritisch geluid tegenover
                     een door China zelf georganiseerde bijeenkomst en fototentoonstelling over Xinjiang.
                  
– Op 6 november 2018 heeft Nederland tijdens de Universal Periodic Review van China de aanbeveling gedaan dat China samenwerkt met en toegang verleent aan
                     VN-organisaties om te waarborgen dat het beleid in Xinjiang in lijn is met internationale
                     mensenrechtenstandaarden, met name waar het politieke heropvoedingskampen betreft.
                  
– Op 2 november 2018 heeft de Nederlandse ambassadeur in Peking met 17 andere ambassadeurs
                     een brief aan de partijsecretaris van Xinjiang gestuurd waarin zorgen worden geuit
                     over de behandeling van Oeigoeren in China en om een gesprek met de partijsecretaris
                     wordt gevraagd. Deze brief bleef onbeantwoord.
                  
– Op 15 oktober 2018 heeft premier Rutte in zijn tête-à-tête met premier Li Keqiang
                     de culturele en religieuze vrijheden van etnische minderheden in China aan de orde
                     gesteld, in het bijzonder naar aanleiding van de zorgwekkende berichten over de situatie
                     in Xinjiang.
                  
– Op 17 september 2018 heeft Minister Blok in gesprek met viceminister Wang Chao van
                     het Chinese Ministerie van Buitenlandse Zaken zijn zorgen gedeeld over de situatie
                     in Xinjiang.
                  
– Tijdens de bilaterale mensenrechtendialoog op 20 juni 2018 is de situatie in Xinjiang
                     door de Nederlandse mensenrechtenambassadeur als voornaamste zorgpunt in detail naar
                     voren gebracht.
                  
Vraag 4
            
Heeft u redenen om te twijfelen aan de echtheid van de in het artikel aangehaalde
               satellietbeelden?
            
Antwoord 4
            
Nee.
Vraag 6
            
Bent u bereid om zich in te zetten voor de totstandkoming van een internationaal onafhankelijk
               onderzoek naar de Chinese schending van mensenrechten van Oeigoerse moslims? Zo nee,
               waarom niet?
            
Antwoord 6
            
Het kabinet blijft pleiten voor betekenisvolle toegang tot Xinjiang voor (mensenrechten)experts
               van de VN, waaronder de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten. Onder betekenisvolle
               toegang verstaat dit kabinet vrije toegang tot verschillende regio’s, locaties en
               personen, zonder toezicht of interventie van de Chinese autoriteiten, conform de standaard
               VN-procedures.
            
Vraag 8
            
Hoe leest u de reactie van een woordvoerder van het Chinese Ministerie van Buitenlandse
               Zaken dat hij niet bekend is met de situatie en dat China vrijheid van godsdienst
               betracht? Hoe vindt u het dat een woordvoerder van het Chinese ministerie de situatie
               bagatelliseert? Wat zegt dit volgens u over de intenties van de Chinese autoriteiten
               ten aanzien van de Oeigoeren? Baart u dit zorgen?
            
Antwoord 8
            
Het officiële Chinese standpunt luidt dat er in Xinjiang sprake is van noodzakelijke
               en succesvolle de-radicaliseringsmaatregelen. Dit standpunt is niet verenigbaar met
               de afwijzende houding van de Chinese autoriteiten ten aanzien van toegang tot Xinjiang
               voor VN-mensenrechtenexperts. Dit kabinet vindt deze opstelling zorgelijk en blijft
               dit zowel bilateraal als in EU- en VN-verband aan de orde stellen.
            
Vraag 9
            
Zijn Nederlandse diplomaten reeds geïnstrueerd hoe zij met de schendingen van de mensenrechten
               van de Oeigoerse minderheid dienen om te gaan? Zo ja, wanneer zijn zij hierover geinstrueerd?
               En kunt u deze instructie delen met de Kamer? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 9
            
De Nederlandse ambassade in Peking volgt de ontwikkelingen in Xinjiang nauwgezet.
               Het postennetwerk en de relevante beleidsdirecties zijn aangesloten op de berichtgeving
               uit Peking. Van een algemene instructie over de mensenrechtensituatie in Xinjiang
               is geen sprake. Posten worden in specifieke gevallen geïnstrueerd om bepaalde acties
               te ondernemen. Een overzicht van die acties vindt u in het antwoord op vraag 13.
            
Vraag 12
            
Hoe effectief is de Nederlandse druk in EU-verband op de Chinese autoriteiten gebleken
               met betrekking tot van de onderdrukking van de Oeigoeren?
            
Antwoord 12
            
Tot een jaar geleden werd het bestaan van politieke heropvoedingskampen door de Chinese
               autoriteiten ontkend. Als gevolg van aanhoudende druk van de EU en andere landen veranderde
               de Chinese opstelling en werd er door de autoriteiten gesproken van vrijwillige beroepsopleidingen
               («vocational education and training»). Sinds begin dit jaar communiceren de Chinese autoriteiten proactief over Xinjiang
               met als hoofdboodschap dat er sprake is van een succesvol de-radicaliseringsbeleid.
               Deze boodschap vindt zijn weg naar buiten onder andere door middel van officiële mediaberichtgeving,
               het organiseren van reizen naar Xinjiang voor het corps diplomatique en de organisatie van een informatiebijeenkomst en tentoonstelling en marge van de 40e VN-Mensenrechtenraad.
            
Deze veranderende opstelling toont aan dat de druk van Nederland, de EU en andere
               gelijkgezinde landen effect sorteert. In ieder geval voelt China zich aangesproken
               om zich te verantwoorden. Het beoogde resultaat (het sluiten van de heropvoedingskampen
               en een einde aan de mensenrechtenschendingen in Xinjiang) is echter nog niet bereikt.
               Om die reden zet dit kabinet in op zowel voortzetting van de bilaterale dialoog met
               China als het verhogen van de internationale druk op China om VN-mensenrechtenexperts
               toe te laten tot Xinjiang.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
- 
              
                  Mede ondertekenaar
 S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
