Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kuzu over het bericht dat het leger van Myanmar opnieuw mensenrechten schendt
Vragen van het lid Kuzu (DENK) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het bericht dat het leger van Myanmar opnieuw mensenrechten schendt (ingezonden 3 juni 2019).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) en antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse
            Handel en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen 2 juli 2019).
         
Vraag 1
            
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Amnesty: leger Myanmar schendt mensenrechten
               opnieuw»?1
Antwoord 1
            
Ja, het kabinet is eveneens bekend met het rapport van Amnesty International «No one
               can protect us» – War crimes and abuses in Myanmar’s Rakhine State» van 29 mei jl.
            
Vraag 2, 3
            
Baart de berichtgeving u zorgen? Zo ja, bent u voornemens om naar aanleiding van deze
               zorgwekkende berichten actie te ondernemen? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen?
               Zo nee, waarom niet?
            
Deelt u de stelling van mensenrechtenorganisatie Amnesty International dat het leger
               van Myanmar zich schuldig heeft gemaakt aan zeven nieuwe onwettige aanvallen, waarbij
               14 burgers omkwamen en zeker 29 gewonden vielen? Zo ja, wat gaat u doen om de VN Veiligheidsraad
               tot meer actie te bewegen? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 2, 3
            
De bevindingen in het Amnesty International rapport onderstrepen dat het Myanmarese
               leger zich wederom schuldig maakt aan mensenrechtenschendingen in zijn operatie tegen
               etnische gewapende groepen, ditmaal als reactie op aanvallen begin 2019 van Arakan
               Army (AA), een etnisch Rakhine boeddhistische gewapende groep. Ten eerste toont het
               Amnesty-rapport aan dat het Myanmarese leger nog steeds geweld gebruikt, ook tegen
               de burgerbevolking. Ten tweede laat het zien dat het conflict en de operaties van
               het Myanmarese leger ertoe leiden dat het voorlopig niet veilig is voor de Rohingya-vluchtelingen
               in Bangladesh om terug te keren naar Rakhine State.
            
Het kabinet veroordeelt het disproportionele geweld van het Myanmarese leger en het
               kabinet maakt zich zorgen over deze ontwikkelingen. Nederland gebruikt iedere relevante
               mogelijkheid om de situatie in Myanmar, en specifiek de misdrijven van het leger te
               agenderen en bespreken, zij het in internationale fora of in bilaterale gesprekken.
               Op de dag dat het Amnesty-rapport uitkwam, heeft de Nederlandse ambassadeur in Myanmar
               de autoriteiten ook op de bevindingen uit het Amnesty International rapport aangesproken.
               Minister Blok heeft op 17 juni in de RBZ nogmaals zorgen uitgesproken over de voortdurende
               mensenrechtenschendingen in Myanmar.
            
Conform de aanbevelingen van eerdere rapporten, zet Nederland zich blijvend in voor
               een doorverwijzing naar het Internationaal Strafhof (ICC) door de VN-Veiligheidsraad.
               Hier heeft Nederland op 23 april jl. nog toe opgeroepen tijdens het open debat over
               sexual violence in conflict.
            
Vraag 4
            
Wat vindt u ervan dat volgens het nieuwe rapport van Amnesty International, het leger
               van Myanmar in april vanuit een helikopter het vuur opende op arbeiders die bamboe
               aan het snijden waren?
            
Antwoord 4
            
In één woord: gruwelijk.
Vraag 5
            
Kunt u een analyse geven van de oorzaak van het toegenomen geweld en kunt u daarbij
               in het bijzonder ingaan op de ontbrekende internationale verontwaardiging over de
               massaschendingen? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 5
            
Het huidige conflict met de AA is vergelijkbaar met de andere etnische conflicten
               in Myanmar. Het Myanmarese leger heeft Myanmar decennialang geregeerd met als doel
               het bouwen van een natiestaat op basis van Bamar (etnische meerderheid) dominantie
               en superioriteit. Daarbij werd disproportioneel geweld gebruikt om de etnische minderheden
               in de grensgebieden te onderdrukken. Het conflict met deze minderheden wordt gezien
               als een van de langstlopende burgeroorlogen in de wereld. Het Myanmarese leger hanteert
               in zijn operaties tegen alle etnische minderheden een strategie waarbij ook geweld
               tegen burgers wordt gebruikt, met als doel om steun en bevoorrading van etnische gewapende
               groepen af te snijden.
            
De huidige escalatie van geweld in de staat Rakhine is veroorzaakt door een aanval
               van de AA op politieposten op 4 januari 2019. De AA strijdt tegen de overheersing
               van de Bamar meerderheid van de bevolking en voor meer zelfbeschikking in Rakhine
               State. Het Myanmarese leger heeft op de aanval van de AA gereageerd met fors geweld,
               waarbij ook burgerslachtoffers zijn gevallen.
            
Het rapport van Amnesty International is het eerste internationale rapport dat dit
               recente geweld in Rakhine tussen het leger en de AA documenteert. Nederland veroordeelt
               in Europees verband het gebruik van geweld door zowel de AA als door het Myanmarese
               leger2. Sinds augustus 2017 is er tevens veel aandacht en verontwaardiging van de internationale
               gemeenschap voor het geweld tegen de Rohingya.
            
Het kabinet is van mening dat beëindiging van de interne etnische conflicten via het
               lopende vredesproces, en verdere democratische transitie, de sleutel vormen voor structurele
               verbetering van de mensenrechtensituatie in Myanmar. Nederland zet zich daar voor
               in door middel van het tweesporenbeleid ten aanzien van Myanmar. Enerzijds is dit
               een inzet op het gebied van accountability en bevordering van mensenrechten in Myanmar,
               anderzijds steun voor de democratische transitie en bevordering van duurzame economische
               groei en ontwikkeling.
            
Vraag 6
            
Doet de VN Veiligheidsraad naar uw mening genoeg om de positie van de Rohingya te
               verbeteren? Zo ja, hoe? Zo nee, hoe gaat u duidelijk maken dat er serieuze stappen
               gezet moeten worden?
            
Antwoord 6
            
Deze nieuwe geweldsgolf staat los van het geweld dat eerder tegen de Rohingya is gebruikt.
               Het oplaaiende geweld heeft wel tot gevolg dat de omstandigheden voor terugkeer van
               Rohingya-vluchtelingen nog moeilijker zijn geworden.
            
Zoals bekend zet het kabinet zich in internationaal verband in om terugkeer van de
               Rohingya mogelijk te maken. Daarnaast loopt Nederland internationaal voorop waar het
               de roep om verantwoording betreft, zowel door te pleiten voor een doorverwijzing van
               de situatie naar het ICC door de VN-Veiligheidsraad als bij het opzetten van een mechanisme
               om bewijsmateriaal zeker te stellen via het International Investigation Mechanism
               for Myanmar (IIMM). Daarbij onderstreept Nederland het belang van samenwerking van
               het bewijsverzamelingsmechanisme met het ICC. Tevens blijft het kabinet bij zowel
               permanente leden als nieuwe niet-permanente leden van de VN-Veiligheidsraad het belang
               benadrukken van agendering van deze crisis. Door interne verdeeldheid wordt actie
               door de VNVR echter tegengehouden, net zoals dat bij andere dossiers het geval is.
            
Vraag 7
            
Bent u bereid om zich ervoor in te zetten dat er een onafhankelijk internationaal
               onderzoek komt naar het doden en verwonden van burgers bij willekeurige aanvallen,
               executies zonder proces en marteling door het leger van Myanmar? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 7
            
Mede door actieve inzet van Nederland, conform toezegging aan de Kamer, werd op 27 september
               2018 een gezamenlijke EU-OIC-resolutie aangenomen in de VN-Mensenrechtenraad in Genève.
               Deze maakte het opzetten van een internationaal bewijsverzamelingsmechanisme mogelijk
               en verlengde en verbreedde het mandaat van de Independent International Fact-Finding
               mission on Myanmar. Het betreft hier een uniek voorbeeld van goede samenwerking van
               EU en de landen van de Organisatie voor Islamitische Samenwerking (OIC). De VN heeft
               voor het bewijsverzamelingsmechanisme de middelen beschikbaar gesteld en is begonnen
               met het werven van personeel. Het hoofd van het mechanisme is inmiddels aangesteld.
            
Vraag 8
            
Hoe beoordeelt u de oproep door de mensenorganisatie Amnesty International, in het
               bijzonder de stappen met betrekking tot een wapenembargo tegen Myanmar in te stellen?
            
Antwoord 8
            
Het kabinet deelt de mening van Amnesty International dat een internationaal wapenembargo
               kan bijdragen aan vermindering van het geweld. Nederland blijft zich daarom hiervoor
               inzetten conform motie Kuzu (5 oktober 2017), ondanks dat dit tot nu toe onhaalbaar
               is gebleken. Hierbij dient overigens opgemerkt te worden dat er op EU-niveau wel sinds
               26 april 2018 een verscherpt wapenembargo tegen Myanmar van kracht is.
            
Vraag 9
            
Hoe beoordeelt u de oproep door de mensenorganisatie Amnesty International om de plegers
               van de misdaden te vervolgen door het Internationaal Strafhof in Den Haag?
            
Antwoord 9
            
Zie antwoord op vraag 6.
Vraag 10
            
Bent u bereid alle mogelijke drukmiddelen aan te wenden om te helpen voorkomen dat
               het leger van Myanmar zich opnieuw schuldig maakt aan oorlogsmisdaden en andere mensenrechtenschendingen?
               Hoe beoordeelt u hierbij de positie van de VN Veiligheidsraad?
            
Antwoord 10
            
De strijd tegen straffeloosheid is een beleidsprioriteit voor Nederland, niet alleen
               om verantwoording te waarborgen maar juist ook ter voorkoming van misdrijven. Zie
               verder antwoord op vraag 2, 3, 6 en 7.
            
Vraag 11
            
Bent u bereid, gezien de laatste ontwikkelingen, het initiatief te nemen om de voltallige
               legerleiding op de EU-sanctielijst te plaatsen?
            
Antwoord 11
            
Het sanctieregime dat mede op initiatief van Nederland tot stand kwam, bestaande uit
               o.a. het EU-wapenembargo en de persoonsgerichte sancties tegen Myanmarese militairen,
               is in april van dit jaar nog verlengd. Tot nu toe is ervoor gekozen om de top van
               het Myanmarese leger niet op de sanctielijst te plaatsten om de mogelijkheid van een
               dialoog open te houden. Het plaatsen van personen op de sanctielijsten van de EU vereist
               unanimiteit in de Raad. Die unanimiteit is er niet. Minister Blok heeft op 17 juni
               in de RBZ nogmaals opgeroepen tot aanvullende sancties tegen de verantwoordelijken
               voor de mensenrechtenschendingen.
            
Vraag 12
            
Kunt u een lijst geven van alle organisaties in Myanmar waarmee de Nederlandse regering
               in het kader van ontwikkelingsbeleid mee samenwerkt en kunt u per organisatie aangeven
               of de rol en houding van deze organisaties met betrekking tot de Rohingya door de
               Nederlandse regering zijn onderzocht?
            
Antwoord 12
            
De rijksoverheid publiceert iedere maand actuele gegevens over ontwikkelingssamenwerkingsactiviteiten,
               o.a. over uitvoerende organisaties in het ontvangende land. Deze gegevens zijn beschikbaar
               in de open data-opmaak van het International Aid Transparency Initiative (IATI)3.
            
Nederland werkt op verschillende terreinen samen met internationale en nationale organisaties
               in Myanmar, met als doel steun te geven aan de democratische transitie, aan bevordering
               voor respect van mensenrechten en aan duurzame economische groei en ontwikkeling.
               De regering beoordeelt aanvragen voor financiering niet alleen beleidsinhoudelijk,
               maar ook op basis van een risicoanalyse met betrekking tot de doelstellingen, structuur
               en bewezen prestaties van de betrokken organisatie(s). In deze afweging wordt ook
               gekeken naar de reputatie van de organisatie in het algemeen. Er wordt in de afweging
               niet specifiek getoetst wat de rol en houding van de organisatie is tot de Rohingya,
               tenzij het een project betreft dat wordt uitgevoerd in een gebied waar ook Rohingya
               wonen.
            
Vraag 13
            
Bent u voornemens het geweld van Myanmar te bespreken tijdens de Raad Buitenlandse
               Zaken? Zo ja, bent u bereid de Kamer, voor zover mogelijk, over de uitkomsten te informeren?
            
Antwoord 13
            
Ja. Zoals in het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 17 juni jl. aan uw Kamer
               gemeld, heeft Minister Blok naar aanleiding van het rapport van Amnesty International
               de situatie in Myanmar daar opnieuw opgebracht, zorgen uitgesproken over de voortdurende
               mensenrechtenschendingen en opgeroepen tot aanvullende sancties tegen de verantwoordelijken
               voor de mensenrechtenschendingen.
            
Vraag 14
            
Wat heeft de Nederlandse regering sinds de vele schendingen die begaan zijn tegen
               de Rohingya-bevolking door het leger van Myanmar concreet gedaan om de situatie van
               de Rohingya te verbeteren? Kunt u hier een gespecificeerd overzicht van geven? Zo
               nee, waarom niet?
            
Antwoord 14
            
Sinds de aanvang van de nieuwe geweldsgolf tegen de Rohingya op 25 augustus 2017,
               en in de nasleep daarvan, roept Nederland steevast in bilaterale contacten, via de
               EU en via VN-mensenrechtenfora, Myanmar en de facto staatshoofd Aung San Suu Kyi op
               om:
            
1. Het gebruik van geweld door het leger van Myanmar een halt toe te roepen en te veroordelen;
2. Straffeloosheid van mensenrechtenschendingen en internationale misdrijven te bestrijden
                     en accountabilityte waarborgen;
                  
3. Direct de grondoorzaken van het conflict aan te pakken door de aanbevelingen van de
                     Annan-Commissie te implementeren;
                  
4. Toegang voor humanitaire hulp te verlenen aan o.a. de VN- Vluchtelingenorganisatie,
                     specifiek ook in VN-Veiligheidsraad verband;
                  
5. Het MoU met de VN-Vluchtelingenorganisatie en het VN-Ontwikkelingsprogramma uit te
                     voeren t.b.v. veilige, vrijwillige, waardige en duurzame terugkeer vluchtelingen,
                     specifiek ook in VN-Veiligheidsraad verband; en
                  
6. Samen te werken met de VN Speciaal Rapporteur voor Mensenrechten in Myanmar en de
                     VN Fact-Finding Mission.
                  
Inzet
• Nederland gebruikt iedere relevante mogelijkheid om de situatie in Myanmar, en specifiek
                     de misdrijven van het leger te agenderen en bespreken, zij het in internationale fora
                     of in bilaterale gesprekken.
                  
• De Minister van Buitenlandse Zaken heeft recentelijk de mensenrechtensituatie in Myanmar
                     aan de orde gesteld in bilaterale overleggen met VN-mensenrechtencommissaris Michelle
                     Bachelet, op 5 april jl. met Indonesische Minister van Buitenlandse Zaken, Retno Marsudi,
                     en tijdens de lunch van EU-ministers van Buitenlandse Zaken met hun Chinese collega,
                     Wang Yi op 18 maart 2019.
                  
• Op de dag dat het Amnesty-rapport uitkwam heeft onze ambassadeur in Myanmar de autoriteiten
                     hier ook op aangesproken.
                  
• Conform de motie Kuzu (5 oktober 2017) heeft Nederland tijdens het VN-Veiligheidsraad
                     lidmaatschap blijvende inzet voor internationaal wapenembargo bepleit (echter niet
                     haalbaar gebleken).
                  
• Conform de motie Ploumen (5 juli 2018) heeft Nederland de mogelijkheden voor een VN-missie
                     in Myanmar onderzocht (echter niet haalbaar gebleken).
                  
• Mede dankzij aanhoudende internationale druk heeft Myanmar een nationale Independent Commission of Enquiry ingesteld. Het rapport van de Commission of Enquiry wordt in de komende maanden verwacht.
                     Internationaal zijn er weinig verwachtingen van deze commissie, maar het betreft wel
                     erkenning door Myanmar dat er een probleem bestaat dat geadresseerd moet worden.
                  
• Mede door Nederlands aandringen is in de ASEM slotverklaring in oktober 2018 een tekst
                     aangenomen die inzet op accountability. Myanmar is een van de leden van ASEM.
                  
• Minister Kaag was op 7 en 8 november 2018 zelf in Myanmar waar zij de Myanmarese autoriteiten
                     persoonlijk aansprak op de mensenrechtensituatie in het land, in het bijzonder de
                     Rohingya crisis.
                  
EU-inzet
• De EU heeft op initiatief van o.a. Nederland, gesteund door enkele andere lidstaten,
                     tweemaal sancties ingesteld tegen in totaal 14 militairen en leden van de grenspolitie.
                     Meest recente toevoeging was op 21 december 2018 (conform motie VAO-Myanmar 5 juli
                     2018, Sjoerdsma D66, Ten Broeke VVD, van Helvert CDA, Voordewind ChristenUnie). Het
                     sanctieregime, waar het EU-wapenembargo en de persoonsgerichte sancties tegen Myanmarese
                     militairen onder vallen, is in april van dit jaar nog verlengd.
                  
VN-inzet
• Bezoek van de VN-Veiligheidsraad aan Myanmar en Bangladesh april 2018, waarmee druk
                     op de Myanmarese autoriteiten door de Raad verder is opgevoerd. Dit bezoek had niet
                     plaatsgevonden zonder blijvende druk en inzet van Nederland en gelijkgezinde landen
                     tijdens ons voorzitterschap. In een debriefing van de reis in de Raad op 14 mei 2018
                     heeft Nederland tevens (als eerste) opgeroepen tot doorverwijzing van de situatie
                     in Myanmar door de VN-Veiligheidsraad naar het Internationaal Strafhof (ICC).
                  
• Door inspanning van Nederland met gelijkgezinde landen is het gelukt om het FFM-rapport
                     ook in de VN-Veiligheidsraad te agenderen middels een briefing van de voorzitter van
                     de FFM op 24 oktober 2018 (cfm. motie Ploumen c.s. over het rapport van de Fact-Finding
                     Mission aan de orde stellen in de VN-Veiligheidsraad – Algemene Vergadering der Verenigde
                     Naties 21 september 2018).
                  
• Nederland zet in de Mensenrechtenraad in Géneve krachtig in op accountability en bevordering
                     van mensenrechten in Myanmar. Mede door inzet van Nederland staat Myanmar sinds september
                     2017 in principe iedere Mensenrechtenraad op de agenda onder Item 4 (meest ernstige
                     mensenrechtenschendingen). De EU is penvoerder voor de resoluties, waarbij actief
                     de samenwerking met OIC wordt gezocht.
                  
• De FFM roept in zijn rapport op tot verlenging eigen mandaat en oprichten bewijsverzamelingsmechanisme
                     om te voorkomen dat bewijs verloren gaat. Mede door actieve inzet Nederland, conform
                     toezegging aan Kamer, werd op 27 september 2018 een gezamenlijke EU-OIC-resolutie
                     aangenomen in de Mensenrechtenraad in Genève. Deze maakte het opzetten van een internationaal
                     bewijsverzamelingsmechanisme mogelijk en verlengde en verbreedde het FFM-mandaat.
                     De VN heeft daarvoor inmiddels de middelen beschikbaar gesteld en is begonnen met
                     het werven van personeel voor dit mechanisme.
                  
• Nederland blijft zich ook inzetten voor Internationaal wapenembargo, ondanks dat dit
                     tot nu toe onhaalbaar blijkt (VNVR-veto van China en Rusland).
                  
• Een resolutie via VNVR met ICC-verwijzing eind 2018 is niet gelukt. China, gesteund
                     door Rusland, was van mening dat Myanmar gesteund moet worden door de internationale
                     gemeenschap. Nederland blijft zich voor een ICC-verwijzing inzetten in verschillende
                     fora, ook nu het niet meer in de VNVR zit.
                  
Humanitaire inzet
• Nederland heeft sinds het uitbreken van de crisis in augustus 2017 ruim 10 miljoen
                     EUR bijgedragen aan noodhulp via internationale hulporganisaties en de Dutch Relief
                     Alliance.
                  
• Daarnaast draagt Nederland indirect bij aan noodhulprespons via ongeoormerkte bijdragen
                     aan VN-hulporganisaties, ICRC en het VN-noodhulpfonds (CERF), waarvan Nederland een
                     van de grote donoren is.
                  
• Tenslotte financiert Nederland via het bilaterale OS-programma in Bangladesh diverse
                     programma’s op het gebied van water, veiligheid van vrouwen en meisje en het verlenen
                     van psychosociale hulp aan vluchtelingen.
                  
• Het VN-Joint Response Plan dat loopt van januari tot december 2019 bedraagt 920,5
                     miljoen USD. Tot nu toe is dit pas voor 23% gedekt.
                  
• De extra bijdrage van 2 mln. EUR voor vluchtelingen in Bangladesh naar aanleiding
                     van amendement van de Kamerleden Kuzu/Van Hul op de BHOS-begroting is momenteel in
                     voorbereiding, en zal worden uitgegeven via UNHCR. De helft is gereserveerd voor algemene
                     respons van UNHCR, de andere helft zal (eveneens via UNHCR) specifiek besteed worden
                     voor hulp aan vrouwen en meisjes, cfm. amendement.
                  
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken - 
              
                  Mede ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.