Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kerstens en Nijboer over te dure huurwoningen voor zorgcliënten in Zwolle
Vragen van de leden Kerstens en Nijboer (beiden PvdA) aan de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over te dure huurwoningen voor zorgcliënten in Zwolle (ingezonden 16 mei 2019).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
27 juni 2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Zwolle doet onderzoek naar te duur wonen zorgcliënten»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Heeft u eerder signalen ontvangen over zorgcliënten die gedwongen moeten verhuizen
omdat de huur van hun woning te hoog blijkt voor hun inkomen?
Antwoord 2
Nee. Bij huur van woonruimte zou een huurverhoging op grond van een faillissement
van de intermediaire verhuurder zich in principe ook niet kunnen voordoen. Huurders
van zelfstandige woningen (eengezinswoningen, appartementen) met een eigenstandige
huurovereenkomst kennen huurbescherming ten opzichte van de hoofdverhuurder. Wanneer
de intermediaire verhuurder niet langer een huurovereenkomst met de hoofdverhuurder
heeft, bijvoorbeeld in het geval van een faillissement, zet de hoofdverhuurder van
rechtswege het huurcontract dat de zorgcliënt met de intermediair heeft als verhuurder
voort. De hoofdverhuurder treedt dus in de positie van de onderverhuurder. Dat betekent
dat de voorwaarden van de onderhuurovereenkomst blijven gelden, bijvoorbeeld de huurprijs
die de zorgcliënt aan de intermediaire verhuurder betaalde.
Dit is anders wanneer het zorgcomponent in de gemengde zorg-huurovereenkomst zeer
sterk overheerst en de twee overeenkomsten niet naast elkaar kunnen bestaan. Dan is
er sprake van een zorgovereenkomst en niet van een huurovereenkomst voor woonruimte.
In dat geval geldt de huurregelgeving niet en heeft de onderhuurder geen huurbescherming
jegens de hoofdverhuurder. Het oordeel of er sprake is van een zorgovereenkomst of
van een huurovereenkomst (naast een zorgovereenkomst) is uiteindelijk aan de rechter.
Vraag 3
Wordt er toezicht gehouden op de huurprijzen van woonzorgvormen in relatie tot het
inkomen van zorgcliënten? Zo ja, hoe?
Antwoord 3
Nee, op huurprijzen wordt geen toezicht gehouden in relatie tot het inkomen van huurders
(die ook zorgcliënt kunnen zijn). De huurprijs van huurders van woonzorgvormen die
de woonruimte zelf huren (al dan niet via de begeleidende instelling die optreedt
als (intermediair) verhuurder), komt tot stand tussen de huurder en (intermediaire)
verhuurder. Woningen met een aanvangshuur onder de op de ingangsdatum van de huurovereenkomst
geldende liberalisatiegrens behoren tot het sociale of gereguleerde huursegment. Voor
deze huurwoningen geldt dat de huur niet hoger mag zijn dan de huurprijsgrens op basis
van het puntensysteem voor huurwoningen (het woningwaarderingsstelsel). Huurders die
vermoeden dat zij teveel huur betalen, kunnen de Huurcommissie inschakelen. Afhankelijk
van de hoogte van het inkomen, kunnen huurders van zelfstandige woningen in het gereguleerde
segment of daartoe aangewezen complexen met onzelfstandige woningen (kamers) aanspraak
maken op huurtoeslag. De huurtoeslag draagt bij de betaalbaarheid van het huren.
Vraag 4
Bent u bereid deze situatie te monitoren en indien nodig maatregelen te nemen, nu
dit een ongewenste situatie is?
Antwoord 4
Ik heb mij in contact gesteld met de gemeente Zwolle en zal volgen wat uit hun onderzoek
komt. Naar aanleiding van hun onderzoek zal ik bekijken of verder onderzoek of maatregelen
nodig zijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.