Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Helvert, Omtzigt, Sjoerdsma, Voordewind, Van der Staaij, Ploumen, Karabulut en Van Ojik over de oprichting van een tribunaal om IS-strijders te vervolgen
Vragen van de leden Van Helvert, Omtzigt (beiden CDA), Sjoerdsma (D66), Voordewind (ChristenUnie), Van der Staaij (SGP), Ploumen (PvdA), Karabulut (SP) en Van Ojik (GroenLinks) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Justitie en Veiligheid over de oprichting van een tribunaal om IS-strijders te vervolgen (ingezonden 16 mei 2019).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) en van Minister Grapperhaus (Justitie
en Veiligheid) (ontvangen 8 juli 2019).
Vraag 1
Heeft u met de Zweedse regering een gesprek gehad over de oprichting van een tribunaal
om IS-strijders te vervolgen?1
Antwoord 1
Ja. De Minister van Justitie en Veiligheid heeft zijn Zweedse ambtgenoot op 14 mei
jl. gesproken. In dat gesprek is de berechting van ISIS-strijders aan de orde gekomen,
een internationaal tribunaal is een van de opties die daarbij is benoemd. Ook in andere
gesprekken bespreekt het kabinet het belang van vervolging en berechting van ISIS-strijders.
Zo heeft de Minister van Buitenlandse Zaken dit onlangs aan de orde gesteld in gesprekken
met de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties, de heer Guterres, de hoge vertegenwoordiger
voor mensenrechten van de Verenigde Naties, mevrouw Bachelet, en bijvoorbeeld zijn
Noorse collega, mevrouw Soreide. Ook heeft de Minister van Buitenlandse Zaken op 23 mei
de landen van de VN Veiligheidsraad opgeroepen om over te gaan tot actie.
Vraag 2
Herinnert u zich dat in het regeerakkoord staat dat Nederland zich inzet om een tribunaal
op te zetten?
Antwoord 2
In het regeerakkoord «Vertrouwen in de Toekomst» is opgenomen dat Nederland zich in
de VN-Veiligheidsraad actief inzet voor de bestrijding van ISIS en de berechting van
ISIS-strijders. Het regeerakkoord spreekt zich er niet over uit hoe deze berechting
precies vorm zou moeten krijgen.
Vraag 3
Herinnert u zich dat de Nederlandse regering uitgesproken heeft dat IS-strijders (inclusief
Nederlanders) zich hoogstwaarschijnlijk schuldig gemaakt hebben aan genocide en misdaden
tegen de menselijkheid?
Antwoord 3
Het kabinet heeft aangeven van oordeel te zijn dat ISIS zich hoogstwaarschijnlijk
schuldig heeft gemaakt aan zeer ernstige internationale misdrijven, waaronder genocide
en misdrijven tegen de menselijkheid (zie Kamerbrief van 22 december 2017 over het
«advies over het gebruik van de term genocide door politici», Kamerstuk 34 775 V, nr. 44). Het kabinet heeft de VN-veiligheidsraad meerdere malen opgeroepen vast te stellen
dat ISIS genocide heeft gepleegd, onlangs nog door de Minister van Buitenlandse Zaken
op 23 mei 2019 in de VN veiligheidsraad (ook indachtig de motie-Voordewind c.s. over
de erkenning van genocide door ISIS (Kamerstuk 32 623, nr. 193) en de motie-Van Helvert c.s. over de bestrijding van ISIS (Kamerstuk 34 775, nr. 20).
Vraag 4
Deelt u de mening dat het van groot belang is dat IS-strijders, die zich immers willens
en wetens hebben aangesloten bij een organisatie waarvan uit haar publieke uitingen
duidelijk was dat zij zich schuldig maakte aan misdaden tegen de menselijkheid en
genocide, bestraft worden wegens (medeplichtigheid aan) die misdaden?
Antwoord 4
Ja. Het kabinet deelt de mening dat het van groot belang is dat ISIS-strijders strafrechtelijk
worden vervolgd voor (medeplichtigheid) aan internationale misdrijven. De bewijslast
voor (medeplichtigheid aan) internationale misdrijven, zoals genocide en oorlogsmisdrijven
is in vergelijking met andere misdrijven bijzonder hoog. Het aansluiten bij ISIS is
daarvoor niet voldoende. Ook voor een veroordeling voor misdrijven tegen de menselijkheid
dienen specifieke delictsbestanddelen te worden bewezen die niet gelden voor commune
(terroristische) misdrijven.
Vraag 5
Herinnert u zich dat leden van de Nederlandse delegatie in de Assemblee van de Raad
van Europa voorstellen gedaan hebben om een tribunaal op te zetten?
Antwoord 5
Ja.
Vraag 6
Bent u bereid om deel te nemen aan de conferentie over een internationaal tribunaal
waarvoor Zweden Nederland heeft uitgenodigd?
Antwoord 6
Ja. Zweden heeft Nederland uitgenodigd deel te nemen aan een expertbijeenkomst over
de uitdagingen van nationale berechting en mogelijkheden van internationale berechting
van ISIS-strijders. Deze bijeenkomst vond plaats op 3 juni jl. in Stockholm. Nederlandse
experts van de ministeries van Justitie en Veiligheid en van Buitenlandse Zaken hebben
deelgenomen aan deze bijeenkomst.
Vraag 7
Bent u bereid om in de komende twee weken een position paper te schrijven (mogelijk
samen met andere landen) waarin Nederland duidelijk maakt hoe zij IS-strijders in
internationaal verband wil vervolgen?
Antwoord 7
De vervolging en berechting van ISIS-strijders in de regio wordt weliswaar door veel
landen gesteund, maar overeenstemming over de precieze vorm waarin dit moet gebeuren
is nog niet bereikt. Het is mede daarom dat Nederland, samen met gelijkgezinde partners
en de VN, een discussie voert over het vinden van een breed gesteunde oplossing voor
de berechting van ISIS-strijders.
Over de mogelijke internationale berechting van ISIS-strijders heeft de Minister van
Buitenlandse Zaken de extern volkenrechtelijk adviseur (EVA) om advies gevraagd, met
het verzoek om dit advies uiterlijk 8 juli 2019 uit te brengen.
Tegelijkertijd is het kabinet in nauw contact met andere landen om de mogelijke politieke
complicaties van dergelijke berechting te bespreken. Zo heeft de Minister van Buitenlandse
zaken op 23 mei jl. in New York de landen van de VN Veiligheidsraad opgeroepen om
over te gaan tot actie en een informele bijeenkomst georganiseerd met experts uit
een aantal partnerlanden. Hieruit kwam naar voren dat veel landen worstelen met de
vervolging van ISIS-strijders nu een door de VN gemandateerd tribunaal via de weg
van de VN Veiligheidsraad onwaarschijnlijk blijkt. Ook het feit dat Irak niet partij
wil worden bij het Statuut van Rome, en dat het tot nu toe niet bereid is om de doodstraf
op te geven bij de berechting van ISIS-strijders zijn moeilijkheden waar deze landen
tegenaan lopen. Ondanks deze complicaties blijft het kabinet zich inzetten voor berechting
in de regio en wordt in gesprek met partnerlanden bekeken wat opties kunnen zijn voor
bijvoorbeeld een internationaal tribunaal.
De gesprekken die Nederland met andere landen voert en het uiteindelijke advies van
de extern volkenrechtelijk adviseur zullen worden meegenomen in een bijeenkomst die
Nederland zal organiseren tijdens de Algemene Vergadering van de VN in september.
Hierbij worden alle landen en organisaties met wie we nauw samenwerken, zoals UNITAD,
de bewijzenbank Syrië en UNAMI, bij elkaar gebracht om concreet te maken hoe ISIS-strijders
kunnen worden vervolgd.
Vraag 8
Is er in Nederland al een officier van justitie aangesteld die IS-strijder kan vervolgen
voor genocide?
Antwoord 8
De opsporing en vervolging van internationale misdrijven (te weten genocide, oorlogsmisdrijven,
misdrijven tegen de menselijkheid, foltering, gedwongen verdwijning en het misdrijf
agressie) is binnen het OM bij het cluster internationale misdrijven van het Landelijk
Parket (LP) belegd. Binnen dit cluster zijn er gespecialiseerde Officieren van Justitie
werkzaam die IS-strijders kunnen vervolgen voor deelname aan internationale misdrijven,
waaronder genocide. Het OM zal het kabinet naar verwachting voor het reces nog informeren
of daarnaast een speciale officier van justitie specifiek voor de vervolging van ISIS-strijders
voor genocide van toegevoegde waarde is.
Vraag 9
Kunt u deze vragen een voor een en zo spoedig mogelijk beantwoorden?
Antwoord 9
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.