Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Westerveld over leerlingen die worden uitgeschreven op school
Vragen van het lid Westerveld (GroenLinks) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over leerlingen die worden uitgeschreven op school (ingezonden 17 mei 2019).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 26 juni
2019) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 3042
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Wen Long (8) moet dagelijks zes uur reizen om passend
onderwijs te krijgen»?1
Antwoord 1
Ja.
Graag wil ik vooraf aangeven waar ik in mijn antwoorden wel of niet op in kan gaan.
In een aantal gevallen is mijn antwoord op uw vraag beperkt, omdat ik niet kan ingaan
op individuele gevallen. Wel geef ik toelichting op de handelwijze van het ministerie
en de onderwijsinspectie in algemene zin.
Vraag 2
Hoe rijmt u dit met uw uitspraken in het algemeen overleg van 21 februari 2019 inzake
onderwijs en zorg, waarin u heeft gezegd dat dit niet mag en een kind niet zomaar
kan worden uitgeschreven?
Antwoord 2
Zoals ik op 21 februari jl. heb aangegeven, een leerling kan niet zomaar worden uitgeschreven
door de school. Dat kan alleen op verzoek van ouders. Wanneer er geen toestemming
van de ouders is, is er sprake van verwijdering. Een school kan verschillende redenen
hebben om een leerling te verwijderen, denk aan: wangedrag van de leerling of ouders,
of als een leerling ingeschreven staat op twee scholen. Wanneer dat laatste het geval
is, kan de school waar de leerling het eerst stond ingeschreven ervan uit gaan dat
er geen verplichting bestaat een andere school te zoeken die bereid is de leerling
toe te laten.
Voor de verwijderingsprocedure gelden strikte wettelijke eisen, die per onderwijssector
verschillen. In alle gevallen geldt:
• De beslissing tot verwijdering wordt in beginsel genomen door het schoolbestuur.
• De beslissing over de verwijdering wordt schriftelijk meegedeeld aan de ouders, met
de redenen erbij vermeld.
• In deze schriftelijke mededeling wordt ook vermeld hoe tegen de beslissing bezwaar
kan worden gemaakt.
• Een leerling kan voorafgaand aan een verwijdering voor ten hoogste één week geschorst
worden.
• Voordat wordt besloten tot verwijdering heeft de school er voor gezorgd dat een andere
school bereid is de leerling toe te laten.
Vraag 3
Hoe kan het dat deze specifieke casus bij u in februari onder de aandacht is gebracht,
maar er nog steeds geen oplossing is gevonden voor kind en ouders?
Antwoord 3
Zie antwoord 1.
Vraag 4
Is er tussen 21 februari 2019 en de uitzending van EenVandaag contact geweest tussen
het Ministerie van OCW en de ouders? Zo ja, wanneer en wat is er afgesproken? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 4
Zie antwoord 1.
Vraag 5
Hoe kan het dat de Inspectie van het Onderwijs (onderwijsinspectie) constateert dat
de uitschrijving onrechtmatig was, maar hier geen consequenties aan worden verbonden?
Antwoord 5
Wanneer de onderwijsinspectie constateert dat een school zich niet houdt aan de regels
rond uitschrijven, dan spreekt zij de school daar op aan. Vervolgens vraagt de onderwijsinspectie
aan de school de tekortkoming te herstellen door ervoor te zorgen dat de verwijderingsprocedure
aan wet- en regelgeving voldoet. Mocht de school de tekortkoming niet herstellen,
kan de onderwijsinspectie namens mij de bekostiging opschorten of inhouden.
Vraag 6
Waarom verwijst u in het plenaire debat van 27 maart 2019 naar een nationale geschillencommissie
en zorgcoördinatoren bij onrechtmatige uitschrijving2 en wijst u in uw schriftelijke reactie op vragen van EenVandaag naar de onderwijsconsulenten?
Antwoord 6
Goed om te lezen dat u mijn schriftelijke reactie heeft gelezen. Helaas is deze niet
meegenomen in de uitzending van EenVandaag.
Als ouders en school het niet eens worden over het best passende aanbod (wat kan leiden
tot uitschrijving of verwijdering), zijn er verschillende stappen die ouders kunnen
nemen. Het door mij verwijzen naar die verschillende stappen, heeft te maken met de
verschillende situaties waar op dat moment over werd gesproken.
Vraag 7
Kunnen ouders bij de geschillencommissie, de zorgcoördinator of de onderwijsconsulent
terecht als hun kind onrechtmatig is uitgeschreven? Kunt u uiteen zetten wat de bevoegdheden
en mogelijkheden van deze personen en instanties zijn wanneer ouders er niet uitkomen
met school of het samenwerkingsverband?
Antwoord 7
Voor elke situatie geldt een wenselijke volgordelijkheid in het nemen van de stappen.
De eerste stap is altijd om het gesprek aan te gaan met de school. Het is raadzaam
om hier de zorgcoördinator of intern begeleider eventueel samen met de schoolleiding
bij te betrekken. Zij zijn het eerste aanspreekpunt voor leerlingen met een zorgbehoefte
binnen hun onderwijsinstelling. Als dat niet lukt, dan is de volgende stap om het
samenwerkingsverband te betrekken en in gesprek te gaan. De school initieert deze
actie over het algemeen. Het samenwerkingsverband is namelijk verantwoordelijk voor
een goed ondersteuningsaanbod voor alle kinderen in de regio samen met zorg. Er kan
gedurende het hele traject een beroep worden gedaan op onderwijsconsulenten. Deze
kunnen advies geven op afstand of uiteindelijk ook meehelpen door middel van bemiddeling
om tot een oplossing te komen. Wanneer sprake is van een daadwerkelijk geschil over
de toelating, de verwijdering of de ondersteuning (zoals verwoord in het ontwikkelingsperspectiefplan),
kan een verzoek ingediend worden voor een advies bij de Geschillencommissie passend
onderwijs. Dat verzoek moet worden ingediend binnen 6 weken na de dag waarop het ontwikkelingsperspectiefplan
of de beslissing over toelaten of verwijderen is bekendgemaakt. Daarnaast kunnen ouders
een geschil voorleggen via een kort geding aan de rechter voor een bindende uitspraak.
Hoewel ons niet bekend is dat adviezen van de geschillencommissie niet worden opgevolgd,
ga ik naar aanleiding van het rapport van Marc Dullaert «de kracht om door te zetten»3 waarin hij een aanbeveling doet om te komen tot een bindende arbitrage, verkennen
welke mogelijkheden er zijn om de Geschillencommissie passend onderwijs een bindend
advies te kunnen laten doen.
Vraag 8
Is waar dat onderwijsconsulenten moeten stoppen met het bemiddelen naar een oplossing
tussen leerling, ouders en school, als ouders juridisch advies inwinnen of zich laten
bijstaan door een jurist of advocaat?
Antwoord 8
Nee dat is niet waar. Onderwijsconsulenten hebben als taak om te bemiddelen tussen
leerlingen en hun ouders en de school, in een specifieke situatie. Wanneer daarover
een juridische procedure wordt gestart, is bemiddeling in de praktijk vaak niet meer
goed mogelijk. Om die reden kan de bemiddeling in dergelijke gevallen stoppen.
Vraag 9
Is het waar dat de Geschillencommissie Onderwijs niet bevoegd is omdat het hier niet
gaat om een verwijderingsbesluit maar om de informatieplicht van scholen aan het Ministerie
van OCW, onder andere ten behoeve van de handhaving van de leerplichtwet?
Antwoord 9
Nee. De Geschillencommissie passend onderwijs is bevoegd te adviseren over de toelating
en de verwijdering van een leerling. In het regelement op de website van de Geschillencommissie
passend onderwijs is voor belanghebbenden te vinden wat de Geschillencommissie wel
en niet in behandeling neemt.
Vraag 10
Wat is de reden dat de onderwijsinspectie toestaat dat scholen antedateren, zoals
is gebeurd bij een leerling op het Vossius Gymnasium? Vindt u dit wenselijk?
Antwoord 10
De onderwijsinspectie staat niet toe dat scholen antedateren. De onderwijsinspectie
heeft vastgesteld dat het Vossius Gymnasium onrechtmatig heeft gehandeld.
Vraag 11
Wat is de reden dat de onderwijsinspectie de school niet heeft aangesproken op de
naleving van artikel 27 van de Leerplichtwet?
Antwoord 11
Zoals in het (openbare) rapport4 van de onderwijsinspectie over het onderzoek bij het Vossius Gymnasium is vermeld,
is de school door de onderwijsinspectie aangesproken op het niet naleven van de Leerplichtwet.
Vraag 12
Is bekend hoeveel kinderen door de school worden uitgeschreven zonder toestemming
van de ouders? Zo nee, bent u bereid dit te inventariseren?
Antwoord 12
Nee dat is niet bekend. Feitelijk is het zo dat kinderen niet mogen worden uitgeschreven
zonder toestemming van ouders, tenzij de leerling ook op een andere school staat ingeschreven.
Wanneer er geen toestemming van ouders is, is er sprake van verwijdering. Voor die
procedure gelden strikte wettelijke eisen. Zie ook mijn antwoord op vraag 2. Het kan
gebeuren dat een school zich niet houdt aan de regels rond verwijderen. Wanneer de
onderwijsinspectie dat constateert, dan spreekt zij de school daar op aan en vraagt
de school de tekortkoming te herstellen.
Vraag 13
Kunt u de Kamer informeren over het aantal scholen dat sinds de aanpassing van de
Leerplichtwet (per 1 januari 2012) op de schending van de informatieplicht door de
onderwijsinspectie is aangesproken? Is bekend in hoeveel van die overtredingen door
de onderwijsinspectie een maatregel is opgelegd?
Antwoord 13
De onderwijsinspectie doet in alle sectoren van het funderend onderwijs (po, vo en
so) en het mbo onderzoek naar de naleving van de Leerplichtwet 1969 door steekproeven
te nemen uit de verzuimadministratie van een school. Vanaf 1 januari 2012 tot op heden
heeft de inspectie totaal 28 keer (MBO: 23, VO: 4, SO:5 een bestuurlijke boete opgelegd omdat een school niet voldeed aan één van de verplichtingen
genoemd in artikel 27, onder b, Leerplichtwet, namelijk artikel 21 van de Leerplichtwet.
Dat is de verplichting om het verzuim zonder geldige reden van een leerling van in
totaal zestien uren les- of praktijktijd binnen vier weken te melden bij het verzuimloket.
Er is één bestuurlijke boete opgelegd wegens het niet voldoen aan artikel 27, onder
c, van de Leerplichtwet 1969 in verband met een tweede constatering van ontoereikende
verzuimregistratie.
Vraag 14
Deelt u de mening dat het niet zo kan zijn dat schoolbesturen zich door de uitschrijving
van een leerling aan hun zorgplicht kunnen onttrekken?
Antwoord 14
Het is inderdaad niet de bedoeling dat schoolbesturen zich aan de zorgplicht passend
onderwijs onttrekken door leerlingen uit te schrijven. Een school kan een leerling
niet verwijderen zonder dat er een passende plek op een andere school is gevonden.
Vraag 15
Deelt u de mening dat de zorgplicht van scholen te makkelijk omzeild kan worden als
doorzettingsmacht richting de scholen niet is geregeld? Zo ja, hoe wilt u dit regelen?
Antwoord 15
Nee, zie het antwoord op vraag 14. Wat betreft de doorzettingsmacht kan ik het volgende
melden. Regio’s kunnen nu al aan de slag, om binnen het kader van het op overeenstemming
gericht overleg (OOGO) en in de regionale thuiszittersaanpakken, afspraken met elkaar
te maken over wie het mandaat krijgt om de regie te nemen mocht het onderling vastlopen.
Daarbij moet aandacht zijn voor de termijnen, de casusregie, het mandaat van de casusregie
en de aanpak waarmee doorbraken kunnen worden bereikt als een situatie daarom vraagt.
De wijze waarop dit in de regio concreet wordt vormgegeven, is wat mij betreft uitdrukkelijk
aan de regio’s zelf. Dan gaat het bijvoorbeeld om bij welke professional de casusregie
wordt belegd.
De nadere invulling van de wettelijke verankering van doorzettingsmacht wordt komende
tijd verder uitgewerkt. Hierbij worden ook de aanbevelingen van Marc Dullaert6 meegenomen.
Vraag 16
Bent u bereid om op korte termijn een landelijk meldpunt of ombudsinstantie in te
richten zodat deze ouders, en alle andere ouders, zo snel mogelijk worden geholpen
met het vinden van een geschikte oplossing?
Antwoord 16
In de 13e voortgangsrapportage passend onderwijs informeer ik uw Kamer over hoe ik
de komende tijd voor ouders en betrokkenen duidelijker kan maken waar ze moeten zijn
en wat daar aan informatie en ondersteuning gekregen kan worden. Dat is wat mij betreft
niet een landelijk meldpunt of één loket, maar moet verbonden zijn aan de regio’s
waar uiteindelijk ook de keuzes gemaakt moeten worden.
Vraag 17
Mag een school aan leerling en ouder(s) een contract opleggen waarbij voorwaarden
worden gesteld aan het volgen van onderwijs, zoals het zoeken van professionele ondersteuning
buiten de school?
Antwoord 17
De extra ondersteuning is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de school
van inschrijving. De school is verplicht al dan niet met ondersteuning van buiten
goed en passend onderwijs te bieden. Deze ondersteuning is onderdeel van het handelingsdeel
van het ontwikkelingsperspectiefplan waarover overeenstemming moet zijn bereikt met
de ouders. Op deze manier is ook geregeld dat tussen de school en ouders overeenstemming
bestaat over de afwijking van het onderwijsprogramma.
Vraag 18
Is bekend hoe vaak het voorkomt dat een school een contract opstelt met nadere voorwaarden
voor het volgen van onderwijs?
Antwoord 18
Nee.
Vraag 19
Handhaaft de onderwijsinspectie in situaties waarin scholen extra voorwaarden stellen
aan toelating en plaatsing?
Antwoord 19
Dat is niet aan de orde. Het stellen van extra voorwaarden aan toelating en plaatsing
mag niet. Wel mag een school in overleg met de ouders maatwerk regelen, dat op de
leerling is toegesneden (afwijking onderwijstijd). Deze ondersteuning is onderdeel
van het handelingsdeel van het ontwikkelingsperspectiefplan. De onderwijsinspectie
kijkt in het toezicht in algemene zin of leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte
passende ondersteuning krijgen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.