Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over het bericht 'Stop verplichte zoekperiode voor bijstand'
Vragen van het lid Jasper vanDijk (SP) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Stop verplichte zoekperiode voor bijstand» (ingezonden 29 mei 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen
26 juni 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Stop verplichte zoekperiode voor bijstand»?1 Wat is uw reactie hierop?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3, 4
Onderschrijft u de uitkomsten van het onderzoek van de Vrije Universiteit (VU) dat
de zoekperiode voor jongeren met problemen een barrière vormt in de hulpverlening?
Herkent u de geluiden van hulpverleners en gemeenten dat de verplichte zoekperiode
belemmerend werkt en problemen van jongeren verergert?
Onderkent u het risico dat probleemjongeren uit beeld verdwijnen door de verplichte
zoekperiode? Onderschrijft u dat het onwenselijk is dat deze jongeren uit beeld verdwijnen?
Antwoord 2, 3, 4
Van groot belang is dat de meeste jongeren gelukkig zelf hun weg te vinden naar school
of werk, zeker nu de arbeidsmarkt goed is. Maar we zien ook dat dit voor een deel
van de jongeren helaas niet geldt. Vaak zitten deze jongeren in een kwetsbare positie
en lopen ze ook vast op andere leefgebieden, zoals wonen, gezondheid en financiën.
Ik vind het belangrijk dat jongeren waar nodig adequate ondersteuning kunnen krijgen
en niet tussen wal en schip belanden. Ik zie veel professionaliteit bij gemeenten
om deze ondersteuning te bieden, ook als die vanuit verschillende domeinen nodig is.
Dit neemt niet weg dat ik het signaal herken dat de zoekperiode onbedoeld tot gevolg
kan hebben dat juist kwetsbare jongeren uit beeld raken en onvoldoende geholpen worden.
Gemeenten hebben verschillende, en steeds meer, manieren om jongeren in beeld te brengen
en te houden. Zo kunnen gemeenten de situatie van een jongere in beeld brengen zodra
de jongere zich meldt. Gemeenten mogen – zoals al eerder is gecommuniceerd, waaronder
laatstelijk in het Gemeentenieuws van SZW 2018-22 – tijdens de vier weken zoekperiode arbeidsondersteuning bieden als de omstandigheden
daar aanleiding toe geven.
Om te voorkomen dat jongeren uit beeld raken, wordt door gemeenten veel geïnvesteerd
in de samenwerking met scholen. De Inspectie SZW concludeert op basis van een representatief
onderzoek onder gemeenten en vso- en pro-scholen dat gemeenten schoolverlaters met
een arbeidsbeperking afkomstig van de vso- en pro-scholen goed in beeld hebben. Bij
de meeste gemeenten is er sprake van een warme overdracht van deze schoolverlaters
van school naar gemeente.
Daarnaast heeft, in opdracht van het Rijk en op verzoek van gemeenten, het Inlichtingenbureau
de tool «jongeren in beeld» ontwikkeld. Hiermee kan een gemeente maandelijks een rapportage
ontvangen met gegevens van jongeren van 23 tot 27 jaar, zonder startkwalificatie,
zonder onderwijsinschrijving, zonder werk en zonder uitkering. Vervolgens kan de gemeente
deze jongeren begeleiding aanbieden bij het vinden van een baan waarbij werken en
leren wordt gecombineerd. Tevens hebben gemeenten de mogelijkheid om samen te werken
met informele organisaties, jongerenwerkers en andere sleutelfiguren in de wijk. Dergelijke
organisaties en personen hebben een niet-professionele en niet-formele band met de
jongeren. Juist hierdoor kunnen zij jongeren bereiken – en waar nodig op weg helpen
– op een manier waarop de overheid of professionele organisaties dat vaak niet kunnen.
Zij kunnen jongeren helpen bij het vinden van de juiste ondersteuning en het formuleren
van de hulpvraag. Dat vraagt van gemeenten dat zij samenwerken met deze partners.
In opdracht van het Ministerie van SZW is hierover een handreiking ontwikkeld voor
gemeenten.
We blijven bezien hoe gegevensverzameling kan bijdragen aan passende ondersteuning
van jongeren. Waarbij we uiteraard de behoefte aan inzicht steeds dienen af te wegen
tegen het beoogde doel, met inachtneming van de regelgeving en het belang van privacy.
Vraag 5, 6
Wat is de stand van zaken van het onderzoek naar mogelijkheden om jongeren met een
arbeidsbeperking een uitzondering te geven op de verplichte zoekperiode?
Bent u bereid om ook voor andere jongeren met problemen een uitzondering of ontheffingsmogelijkheid
te creëren?
Antwoord 5, 6
In mijn brief van 27 december 20183 inzake het onderwerp «Simpel Switchen in de Participatieketen» heb ik aangegeven
te onderzoeken of jongeren (tot 27 jaar) met een arbeidsbeperking uitgezonderd moeten
worden van de vier weken zoekperiode die in de Participatiewet geldt. In mijn brief
van 23 mei 20194 over de stand van zaken uitwerking «Breed Offensief» ben ik ingegaan op de mogelijkheid
hiertoe. In dit kader heb ik de Kamer gemeld dat ik specifiek voor de jongeren die
behoren tot de doelgroepen «loonkostensubsidie» en «medisch urenbeperkten», een uitzondering
wil maken op de thans geldende vierwekenzoektermijn. Het voorstel hiervoor heb ik
opgenomen in het conceptwetsvoorstel uitvoeren Breed Offensief dat ik voor uitvoeringstoets
en internetconsultatie heb voorgelegd. De afbakening sluit aan bij het voorstel voor
de vrijlating van arbeidsinkomen die specifiek voor deze groep in het wetsvoorstel
is opgenomen. Na beoordeling van de uitgebrachte adviezen, behandeling in de MR en
advisering door de Raad van State verwacht ik het wetsvoorstel uitvoeren Breed Offensief
in de tweede helft van 2019 bij uw Kamer te kunnen indienen. Ik ga hierover graag
met uw Kamer in debat.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.