Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Lee over het bericht ‘SodM legt last onder dwangsom op aan Akzo, Nedmag en Frisia’
Vragen van het lid Van der Lee (GroenLinks) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «SodM legt last onder dwangsom op aan Akzo, Nedmag en Frisia» (ingezonden 29 mei 2019).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 26 juni 2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «SodM legt last onder dwangsom op aan Akzo, Nedmag en Frisia»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het zorgelijk is dat alle zoutwinningsbedrijven die actief zijn
in Nederland geen of een onvolledig chemisch veiligheidsrapport hebben ingediend?
Antwoord 2
Ja, ik deel die mening. Alle zoutwinningen in Nederland moeten voldoen aan de geldende
wet- en regelgeving. SodM heeft om die reden de zoutwinningsbedrijven een last onder
dwangsom opgelegd. Hierin is een termijn gegeven om alsnog aan de Europese stoffenwetgeving
«Registration, Evaluation, Authorisation and Restriction of Chemicals» (REACH) te
voldoen. Onderdeel daarvan is dat de zoutwinningsbedrijven een gedegen risicoanalyse
maken van de door hen gebruikte diesel in de diepe ondergrond. Ook moeten de bedrijven
op basis van een chemisch veiligheidsrapport kunnen laten zien dat zij de risico’s
goed in beeld hebben en adequaat beheersen.
Vraag 3
Hoe is het mogelijk dat deze bedrijven zo laks waren op dit punt? Is er sprake van
een lakse bedrijfscultuur op het gebied van milieu?
Antwoord 3
In een eerder antwoord2 op vragen van lid Beckerman heb ik aangegeven hoe het is gekomen dat het gebruik
van diesel als mijnbouwhulpstof in de zoutwinning niet conform REACH is geregistreerd.
Mijn conclusie is dat alle betrokken partijen dit destijds niet hebben opgemerkt.
In de afgelopen jaren is door de toezichthouder SodM, naar aanleiding van een toename
van het aantal incidenten en de zorg vanuit uw Kamer, het inspectieregime op de zoutindustrie
verscherpt. Door dit vergrootglas zijn verschillende onderwerpen zoals de REACH-registratie
en de achterstand met het verlaten van de zoutcavernes naar voren gekomen. Op dit
moment wordt er vanuit beleid en toezicht gewerkt om dit op orde te brengen.
De typering «lakse bedrijfscultuur» als generiek beeld voor de zoutindustrie herken
ik niet. Daar waar er gebreken naar voren kwamen, is er door de toezichthouder opgetreden
hetgeen onder andere heeft geleid tot veranderingen waarover ik uw Kamer op 17 augustus
2018 per brief3 heb geïnformeerd.
Vraag 4
Wat is de voortgang van het saneren van de bodemverontreinigingen veroorzaakt door
de diesellekkages uit de zoutwinlocaties in Twente?
Antwoord 4
In 2018 is AkzoNobel Specialty Chemicals, inclusief de zoutactiviteiten, overgenomen
door een nieuwe eigenaar en het bedrijf is nu actief onder de naam Nouryon. De vergunningen
staan nog op naam van AkzoNobel. Per 1 juli 2019 zal de tenaamstelling van alle vergunningen
worden gewijzigd in Nouryon. In de onderstaande beantwoording wordt nog de naam van
AkzoNobel gebruikt.
AkzoNobel heeft bodemonderzoeksrapporten toegestuurd aan SodM en aan de betrokken
gemeenten van alle 18 putten die in het verleden hebben gelekt. Op basis daarvan heeft
AkzoNobel een plan op hoofdlijnen opgesteld en ingediend bij SodM en de betrokken
gemeenten, dat voorziet in een generieke aanpak van de verontreiniging van de 18 putten.
SodM en de gemeenten hebben hiermee ingestemd. Deze generieke aanpak wordt vervolgens
uitgewerkt in specifieke plannen per put, die bij SodM respectievelijk de gemeenten
zullen worden ingediend.
Voor de verontreiniging bij één put is een specifiek plan voor het treffen van tijdelijke
beveiligingsmaatregelen bij de desbetreffende gemeente ingediend. De gemeente heeft
hiermee ingestemd en binnenkort wordt met de uitvoering gestart. Het betreft hier
een verontreiniging die is ontstaan vóór 1987 waardoor de gemeente bevoegd gezag is.
Voor een verontreiniging die ontstaan is na 1987 nabij 2 andere putten is een specifiek
plan van aanpak ingediend bij SodM. Na instemming zal de feitelijke sanering op de
korte termijn starten. Het betreft een proefsanering die de basis zal vormen voor
de aanpak van de verontreinigingen bij de andere putten.
Vraag 5
Bent u bekend met het jaarverslag 2018 van de Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) waarin
staat dat Akzo nog steeds onder verscherpt toezicht is gesteld in verband met het
ontbreken van adequaat abandonneringsbeleid en de resultaten van een inspectie eind
2018?4 Welke inspectieresultaten betreft het concreet en welke mogelijke consequenties zijn
er voor Nouryon (voorheen Akzo) als het geen verbetering laat zien?
Antwoord 5
Ja, ik ben daarmee bekend. Op 3 juli 2018 heb ik naar aanleiding van Kamervragen van
lid Van Tongeren (GroenLinks) uw Kamer per brief5 geïnformeerd dat het verscherpte toezicht van kracht blijft. Op 21 mei 2019 heb ik
het SodM jaarverslag 2018 met begeleidende brief6 aan uw Kamer toegestuurd.
Het verscherpte toezicht op AkzoNobel is in september 2016 ingesteld vanwege lekkages
van putten en pijpleidingen. In april 2018 was de situatie rond de lekkages in Hengelo
voor een belangrijk deel onder controle. Het pijpleidingnetwerk was voor een groot
deel vervangen en er was een duidelijk beeld van putten die gelekt hadden. SodM heeft
het verscherpt toezicht toen niet gestaakt, omdat het vervangen van het leidingnetwerk
en het afdichten van lekke putten het probleem alleen voor de korte termijn oplost.
Voor de langere termijn is het noodzakelijk dat er goede managementsystemen in werking
zijn waarmee het bedrijf in staat is om lekkages preventief te voorkomen. Dergelijke
systemen zoals een Pijpleiding Integriteit Management Systeem (PIMS) of een Well Integriteit
Management Systeem (WIMS) waren op dat moment door AkzoNobel nog niet of onvoldoende
geïmplementeerd.
Begin 2018 heeft SodM geconstateerd dat het abandoneringsbeleid voor uitgeproduceerde
putten en cavernes van AkzoNobel in zowel Hengelo als Heiligerlee niet adequaat was.
AkzoNobel heeft een achterstand geconstateerd in het abandoneren van cavernes in zowel
Twente als bij Heiligerlee.
De inspectie van eind 2018 was er onder andere op gericht om de voortgang van de implementatie
van het PIMS en het WIMS vast te stellen. Daarbij is gebleken dat beide systemen nog
niet volledig geïmplementeerd zijn. Dat wil zeggen dat alle procedures actueel en
adequaat zijn, alle benodigde gegevens in het systeem zijn opgenomen, de procedures
in de praktijk gebruikt worden en dat de goede werking van de systemen via een interne
audit is geborgd. Zowel de constatering over het abandoneringsbeleid als de conclusie
dat het PIMS en WIMS niet voldoende zijn geïmplementeerd maakt de noodzaak van het
voortzetten van het verscherpte toezicht duidelijk. Als de toezichthouder op enig
moment constateert dat AkzoNobel niet voldoende verbetering laat zien en de gemaakte
afspraken niet nakomt dan kan de toezichthouder een last onder dwangsom opleggen.
Vraag 6
Klopt het dat COVA, een non-profitorganisatie die valt onder het Ministerie van Economische
Zaken en Klimaat, ruwe olie en diesel opslaat in cavernes? Om hoeveel benzine en diesel
gaat het? Kunt u uitleggen hoe deze opslag precies werkt? Waar liggen deze cavernes?
Antwoord 6
Ja, dat klopt. In opdracht van de Stichting Centraal Orgaan Voorraadvorming Aardolieproducten
(COVA) wordt in twee zoutcavernes van AkzoNobel in Enschede (industrieterrein de Marssteden)
diesel opgeslagen. Er wordt geen benzine of ruwe olie opgeslagen. In zoutcavernes
wordt in totaal circa 250.000 m3 diesel opgeslagen. COVA is een onafhankelijke organisatie die – in opdracht van de
Minister van Economische Zaken en Klimaat – de strategische olievoorraden voor Nederland
aanhoudt zodat wordt voldaan aan de voorwaarden die zijn opgesteld door het Internationaal
Energie Agentschap (IEA) en de Europese Unie (EU).
De diesel is in de beide cavernes gepompt waardoor de daar aanwezige verzadigde pekel
is verdrongen en via een pijpleiding naar de zoutfabriek is gepompt. Op het moment
dat de diesel nodig zou zijn, kan de brandstof er uit worden gehaald door verzadigde
pekel terug te pompen in de caverne. De integriteit van de putten wordt continu bewaakt
door het meten van de druk. Daarnaast wordt het diesel-volume van de cavernes maandelijks
gemeten en is er een olie-lekdetectie systeem geïnstalleerd op de putten. Mijn ambtsvoorgangers
hebben enkele malen met uw Kamer over de ondergrondse dieselopslag gesproken. Uw Kamer
heeft ook enkele keren hierover vragen gesteld7,
8,
9,
10,
11.
Vraag 7
Wordt bij deze opslag van ruwe olie en diesel wel de bestaande milieuwetgeving nageleefd,
zoals de REACH-richtlijn?12 Hoe ziet het SodM hierop toe en welke maatregelen worden getroffen wanneer de dieselopslag
niet aan de vigerende wetten en verordeningen voldoet?
Antwoord 7
SodM heeft aangegeven dat zij op dit moment onderzoekt of in het REACH-dossier van
de dieselopslag in de zoutcavernes, het chemisch veiligheidsrapport en de daarbij
behorende blootstellingscenario’s compleet en correct zijn. SodM voert dit onderzoek
uit in samenwerking met het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).
De resultaten van dit onderzoek worden eind juli 2019 verwacht en worden daarna gepubliceerd.
Vraag 8
Bent u bekend met het signaal van het SodM rondom het risicobeheersplan onder afvalopslag
Twence?13 Wanneer is het risicobeheersplan compleet en waarom duurt het zo lang voordat het
door Nouryon is opgeleverd? Is dit een ingrediënt voor de conclusie van het SodM dat
de veiligheidscultuur «nog onvoldoende op orde» was?
Antwoord 8
Ja, ik ben hiermee bekend. SodM heeft AkzoNobel op 20 juli 2018 gevraagd14 om het risicobeheersplan uiterlijk op 15 oktober 2018 in te leveren. AkzoNobel heeft
het plan tijdig ingeleverd. SodM heeft echter aanvullende vragen gesteld op het gebied
van de prioritering van de te stabiliseren zoutcavernes. Het risicobeheersplan heeft
tot doel dat AkzoNobel op voorhand nadenkt en vastlegt hoe men zal handelen in het
geval van een incident. Aan de hand van het plan kan AkzoNobel ook inventariseren
of alle benodigde regelingen en middelen daadwerkelijk ook beschikbaar zijn, zodat
men tijdig en adequaat kan handelen. Het zorgvuldig valideren van risicobeheersplannen
vergt enige tijd. Op dit moment beoordeelt SodM of AkzoNobel de prioritering van het
vullen van de zoutcavernes onder Twence goed heeft ingeschat en zal hierover een beslissing
nemen.
Ook ik constateer dat dit specifieke proces lang heeft geduurd. Het is aan SodM als
toezichthouder om te toetsen in hoeverre zorgvuldigheid en complexiteit dan wel een
«nog onvoldoende op orde» veiligheidscultuur hieraan debet zijn.
Vraag 9
Waarom begint Nouryon niet uit voorzorg al met het vullen van de cavernes onder de
vuilstort om instabiliteit te voorkomen?
Antwoord 9
Het stabiliseren van de potentieel instabiele zoutcavernes in Twente door deze uit
voorzorg te vullen, vindt plaats volgens een prioritering op basis van het risico
op instabiliteit. AkzoNobel laat de risico-inschatting door externe partijen uitvoeren.
Hierbij wordt onder andere rekening gehouden met het gebruik van de bovengrond. De
twee cavernes onder de afvalopslag van Twence maken – net als andere potentieel instabiele
zoutcavernes – onderdeel uit van deze prioritering. SodM heeft AkzoNobel al geïnformeerd
dat de cavernes onder Twence de eerstvolgende prioriteit moeten hebben. Nadat AkzoNobel
klaar is met het vullen van de huidige caverne, dienen de cavernes onder Twence gevuld
te worden, tenzij er volgens AkzoNobel goede redenen zijn qua veiligheid om een andere
caverne een hogere prioriteit te geven. Op dit moment ligt er een voorstel van AkzoNobel
ter beoordeling bij SodM. De toezichthouder zal hierop een beslissing nemen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.