Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van den Hul over de financiële gevolgen voor de Rijksbegroting van de ingetrokken wetswijziging van de rentemaatstaf voor de lening hoger onderwijs
Vragen van het lid Van den Hul (PvdA) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de financiële gevolgen voor de Rijksbegroting van de ingetrokken wetswijziging van de rentemaatstaf voor de lening hoger onderwijs (ingezonden 5 juni 2019).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen
24 juni 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Studenten heffen het glas na overwinning over studierente»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat met de intrekking van de wetswijziging van de rentemaatstaf voor de
lening hoger onderwijs er een gat van 226 miljoen euro (oplopend tot 2060) is geslagen
in de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap? Kunt u inzichtelijk
maken hoe de opbouw van dit tekort er tot 2060 uitziet?
Antwoord 2
De gederfde rente-inkomsten op de rijksbegroting beginnen in 2025 met € 1mln en lopen
op naar € 226 miljoen in 2060.
Vraag 3
Deelt u nog steeds de door u in diverse debatten, waaronder het debat van 5 december
2018, gedeelde opvatting dat de opbrengsten van deze maatregel toebehoren aan de algemene
middelen?2
Antwoord 3
De maatregel was inderdaad bedoeld om de houdbaarheid van de overheidsfinanciën te
verbeteren.
Vraag 4
Kunt u nader, en met concrete voorbeelden, toelichten wat u in datzelfde debat bedoelde
toen u zei dat het op orde brengen van de begroting via de route van Financiën, dit
«buitengewoon goed voor het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is.»?
Antwoord 4
Het kabinet heeft afgesproken om de totale overheidsfinanciën op orde te brengen.
Onhoudbare overheidsfinanciën zorgen vroeg of laat voor benodigde bezuinigingsmaatregelen,
bijvoorbeeld generieke taakstellingen op de Rijksbegroting. OCW is een groot onderdeel
van de totale rijksbegroting en draagt dus ook een groot aandeel bij aan eventuele
generieke taakstellingen. Vandaar heeft OCW een belang bij houdbare overheidsfinanciën.
Vraag 5
Deelt u de mening dat de begroting van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, onder meer
vanwege een doelmatigheidskorting, al onverantwoord onder druk staat? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, erkent u dat een extra bezuiniging onwenselijk is?
Antwoord 5
De doelmatigheidskorting was een erfenis van het vorige kabinet. Dit kabinet heeft
deze doelmatigheidskorting deels teruggedraaid en bovendien in het regeerakkoord zeer
fors geïntensiveerd op de OCW-begroting (€ 1,6 miljard in 2019). Ook dit voorjaar
is er weer generaal budget toegevoegd aan de OCW-begroting (€ 96 miljoen in 2019).
Vraag 6
Op welke wijze gaat u er zorg voor dragen dat het niet wijzigen van de rentemaatstaf
voor studieleningen, niet leidt tot extra bezuinigingen in het onderwijs?
Antwoord 6
De wijze waarop wordt omgegaan met de gederfde inkomsten als gevolg van het niet wijzigen
van de rentemaatstaf wordt in de augustusbesluitvorming bezien. Hier wordt u met Prinsjesdag
over geïnformeerd.
Vraag 7
Klopt het dat het kabinet in augustus dit jaar met een plan komt om het tekort van
226 miljoen euro te dichten? Bent u bereid de Kamer voorafgaand aan het debat over
de Voorjaarsnota te informeren over denkbare scenario’s?
Antwoord 7
De gederfde inkomsten als gevolg van het niet wijzigen van de rentemaatstaf worden
inderdaad betrokken in de augustusbesluitvorming. Hier wil ik niet op vooruit lopen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.