Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Wassenberg en Van Kooten-Arissen over het bericht 'Shell wil fundamenten olieplatforms in Noordzee na gebruik laten staan'
Vragen van de leden Wassenberg en Van Kooten-Arissen (beiden PvdD) aan de Ministers van Infrastructuur en Waterstaat en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «Shell wil fundamenten olieplatforms in Noordzee na gebruik laten staan» (ingezonden 7 juni 2019).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat), mede
namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 1 juli 2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «Shell wil fundamenten olieplatforms in Noordzee na gebruik laten
staan»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wist u dat in het OSPAR-verdrag (Convention for the Protection of the Marine Environment
of the North-East Atlantic) is opgenomen dat platforms die niet meer gebruikt worden,
inclusief leidingen, moeten worden verwijderd?
Antwoord 2
Ja. Daarbij bevat het OSPAR Besluit 98/3 de mogelijkheid om een ontheffing aan te
vragen voor het deels laten staan van niet meer in gebruik zijnde offshore olie/gas
installaties. Ontheffingen kunnen worden toegekend wanneer na een uitgebreide assessmentmethode
is aangetoond dat het milieutechnisch en veiligheidstechnisch beter is om de installaties
te laten staan dan om deze te ontmantelen en op land verder te verwerken.
Vraag 3
Kunt u bevestigen dat er elfduizend ton chemicaliën en olie achterblijft in onderzeese
tanks indien de Britse regering besluit Shell een vrijstelling te verlenen om de fundamenten
van haar olieplatforms te laten staan? Kunt u uitsluiten dat deze chemicaliën en olie
op den duur in het milieu terechtkomen?
Antwoord 3
Wanneer de ontheffing voor het achterlaten van de fundamenten door het VK wordt verleend,
dan blijft in de betonnen opslagcellen in totaal elfduizend ton verontreinigd materiaal
achter. Op de zeer lange termijn zal de inhoud dan langzaam in het omliggende watermilieu
terechtkomen. Uit door Shell geleverde informatie blijkt dat bodemdieren in een straal
van maximaal 3,5 km vanaf de bron hiervan negatieve effecten ondervinden.
Vraag 4
Wist u dat de Duitse regering ernstige bezwaren heeft bij het plan van Shell en bovendien
een formeel bezwaar heeft ingediend bij OSPAR tegen het voorgenomen besluit van de
Britse regering? Wat is uw reactie op deze bezwaren?2
Antwoord 4
In de procedure rondom de vergunningverlening door het VK voor het opruimen van de
drie platforms en uitzonderingen daarop, is bezwaar aangetekend door Duitsland en
Greenpeace. Het VK heeft met Duitsland over haar reactie gecorrespondeerd, deze correspondentie
is in ons bezit. Duitsland heeft al aan Nederland laten weten dat de bezwaren niet
zijn weggenomen, en een verzoek aan het OSPAR-secretariaat zal richten om een consultatieoverleg
te organiseren met alle verdragspartijen, de observerende partijen en de initiatiefnemer
(Shell). Nederland heeft Duitsland en VK gemeld het beleggen van dit overleg te steunen
en daaraan te zullen deelnemen.
Het algemene vertrekpunt voor het Nederlandse standpunt is dat alle mijnbouwplatforms
na gebruik volledig worden opgeruimd. Nederland kan instemmen met uitzonderingen op
deze regel wanneer opruimen technisch niet mogelijk is, milieuhygiënisch niet aanvaardbaar
is of wanneer de arbeidsomstandigheden te hoge veiligheidsrisico’s met zich meebrengen.
Ik heb opdracht gegeven om een onafhankelijk bureau alle rapportages en correspondentie
te laten bestuderen en mij en de Minister van EZK te adviseren over het definitief
in te nemen Nederlandse standpunt. Ik zal uw Kamer dit conceptstandpunt voorleggen
alvorens het definitieve standpunt richting het VK in te nemen. Nederland heeft aan
het VK laten weten een voorbehoud te maken voor het inbrengen van het Nederlandse
standpunt in het te beleggen OSPAR-overleg, hangende de behandeling daarvan in uw
Kamer.
Vraag 5
Wist u dat de Duitse regering waarschuwt dat Shell niet goed heeft onderzocht wat
de langetermijnrisico’s voor de natuur en het vaarverkeer zullen zijn? Wat is hierop
uw reactie?
Antwoord 5
Zie antwoord op vraag 4.
Vraag 6
Wist u dat de Duitse regering bezwaren heeft tegen de methodologie die gebruikt wordt
door Shell en hen ervan beschuldigt bewust deze omstreden methodologie te gebruiken,
omdat vooraf bekend is dat deze in de richting stuurt van de goedkopere optie, waarbij
de platforms blijven staan? Wat is hierop uw reactie?
Antwoord 6
Zie antwoord op vraag 4. Hierbij wil ik aantekenen dat het OSPAR Besluit 98/3 in 2018
kritisch is gereviewd, waarbij zowel de ontheffingsuitgangspunten en de assessmentmethode
overeind zijn gebleven. Shell heeft deze assessmentmethode toegepast.
Vraag 7
Wist u dat de Duitse regering bezwaar heeft tegen het feit dat er door Shell geen
plan is ingeleverd voor het slopen van het fundament, terwijl daar wel technische
mogelijkheden voor zijn? Wat is hierop uw reactie?
Antwoord 7
OSPAR Besluit 98/3 biedt de mogelijkheid om een verzoek in te dienen bij de vergunningverlenende
instantie van de betreffende verdragspartij om delen van de installatie te laten staan.
Dit is bijvoorbeeld het geval voor omvangrijke betonnen installaties waaruit de Brent
installaties bestaan. Er zijn op dit moment geen technische mogelijkheden om dit soort
installaties te verwijderen.
Vraag 8
Vindt u, gezien de bezwaren die geuit zijn door de Duitse regering, dat Shell aan
de voorwaarden voor een vrijstelling op de verplichting om het boorplatform geheel
te verwijderen, heeft voldaan? Kunt u dat toelichten?
Antwoord 8
De discussie spitst zich toe of het mogelijk is het verontreinigde materiaal uit de
opslagcellen te verwijderen. Hierover heb ik nog geen standpunt ingenomen: zie antwoord
op vraag 4.
Vraag 9
Kunt u bevestigen dat er drie OSPAR-leden nodig zijn om een formeel bezwaar tegen
het voorgenomen besluit van de Britse regering te kunnen indienen?
Antwoord 9
Ja.
Vraag 10
Kunt u bevestigen dat Nederland, net als Duitsland, een formeel bezwaar zal indienen?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Nederland heeft nog geen standpunt ingenomen: zie het antwoord op vraag 4.
Vraag 11
Deelt u de mening dat het plan van Shell en de Britse regering het doel van het OSPAR-verdrag
om het mariene milieu in de Noordzee te beschermen, zal ondermijnen? Bent u bereid
uw Britse ambtsgenoot hierop aan te spreken?
Antwoord 11
Van ondermijning van het OSPAR-verdrag is geen sprake. Een en ander verloopt volgens
de in het OSPAR besluit 98/3 vastgelegde procedures.
Vraag 12
Kunt u verklaren hoe het kan dat Shell niet beter heeft onderzocht hoe de boel kan
worden opgeruimd voor ze het platform plaatsten?
Antwoord 12
De betreffende installaties zijn in de jaren 1970 gebouwd. Toen bestond nog geen opruimplicht.
Vraag 13
Deelt u de mening dat Shell de verantwoordelijkheid heeft de rotzooi die zij maakt
zelf op te ruimen?
Antwoord 13
In principe moet de verontreiniging die door Shell is veroorzaakt, ook door Shell
opgeruimd worden. Hierbij moet conform OSPAR Besluit 98/3 wel nadrukkelijk gekeken
worden welke milieubelasting dit met zich meebrengt en of het technisch en op het
gebied van arbeidsomstandigheden veilig te realiseren is.
Vraag 14
Kunt u deze vragen een-voor-een beantwoorden, voorafgaand aan de ambtelijke bijeenkomst
van OSPAR van volgende week?
Antwoord 14
In tegenstelling tot wat wordt gesuggereerd in de Volkskrant, vond het genoemde overleg
niet vorige week plaats. Het VK heeft aangegeven dat dit overleg eind augustus–begin
september zal plaatsvinden. Nederland heeft aan het VK laten weten een voorbehoud
te maken voor het inbrengen van het Nederlandse standpunt in het te beleggen OSPAR-overleg,
hangende de behandeling daarvan in uw Kamer: zie ook vraag 4.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.