Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kuiken en Asscher over het bericht dat Facebook toch in de fout gaat met politieke advertenties uit het buitenland
Vragen van de leden Kuiken en Asscher (beiden PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat Facebook toch in de fout gaat met politieke advertenties uit het buitenland (ingezonden 22 mei 2019).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
19 juni 2019)
Vraag 1
Kent u het bericht «Bits of Freedom: «Facebook gaat de fout in met politieke advertenties»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herinnert u zich uw eerdere antwoorden op Kamervragen over de aanpak van nepnieuws
en over nepadvertenties op Facebook die onze democratie ondermijnen (antwoorden ontvangen
op 4 februari 2019 en 30 november 2018)?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3 en 4
Deelt u de mening dat uit het genoemde bericht blijkt dat het nog steeds eenvoudig
mogelijk is om vanuit een land politieke advertenties gericht op een ander land op
Facebook te plaatsen? Zo ja, hoe verhoudt zich dat tot de belofte van Facebook om
dat onmogelijk te maken? Zo nee, waarom deelt u die mening niet? En zo nee, waaruit
blijkt dan dat Facebook ook maar enige hindernis voor deze praktijk heeft opgeworpen?
Hoe verhoudt deze door Bits of Freedom aangetoonde praktijk zich tot de Code of Practice
on disinformation van Facebook of andere afspraken met Facebook of beloften van dat
bedrijf?
Antwoord 3 en 4
Ik zie het als een verantwoordelijkheid van Facebook dat de gedane toezeggingen in
de praktijk goed functioneren en zal hen hier op blijven aanspreken. Ik vind het positief
dat partijen als Bits of Freedom de maatregelen uit de gedragscode toetsen en ben
van mening dat het Facebook nuttige informatie biedt om de uitvoering van de gedragscode
te verbeteren. Wel is het teleurstellend dat het kennelijk vrij eenvoudig is om de
gedane toezeggingen te omzeilen, waardoor de technische kant van de toezegging niet
goed afgedekt lijkt te zijn.
In de Code of Practice on disinformationheeft Facebook zich gecommitteerd aan het transparant maken van politieke advertenties.
Deze gedragscode is een vorm van zelfregulering en is door de verschillende ondertekenaars
op verschillende manieren geïnterpreteerd. Google en Twitter staan bijvoorbeeld het
plaatsen van politieke advertenties in andere EU lidstaten wel toe. Zoals ook aangegeven
in mijn brief van 19 februari jl. (Kamerstuk 35 078, nr.26) beschikken zowel het kabinet als de Europese Commissie momenteel niet over de bevoegdheid
om volledige transparantie van politieke advertenties van Facebook af te dwingen.
Dit geldt ook voor de andere toezeggingen uit de gedragscode.
De gedragscode wordt aan het einde van dit jaar door de Europese Commissie en de Europese
groep van regelgevende instanties voor audiovisuele mediadiensten (ERGA) en onafhankelijke
expertise geëvalueerd. De Europese Commissie heeft daarbij aangegeven dat verdere
acties, waaronder maatregelen van regelgevende aard, voorgesteld kunnen worden als
de uitvoering van de gedragscode onvoldoende blijkt.
Vraag 5
Deelt u de mening van de woordvoerder van Bits of Freedom dat «Facebook geen betrouwbare
gesprekspartner [is] gebleken. Deze keer deden ze zelfs beloften in de Tweede Kamer.
Daarmee zijn Kamerleden voorgelogen»? Zo ja, waarom? Zo, nee waaruit blijkt dan dat
in het kader van dit onderwerp Facebook wel een betrouwbare gesprekspartner is?
Antwoord 5
Facebook heeft, zoals eerder beloofd, voor de verkiezingen van het Europees parlement
de maatregelen uitgerold die voor meer transparantie van politieke advertenties zorgen.
Het is spijtig dat er in de uitvoering van deze maatregelen onvolkomenheden zitten
en ik roep Facebook dan ook op om deze aan te pakken. Om de gewenste transparantie
te creëren is het immers van belang dat de maatregelen effectief zijn.
Vraag 6
Deelt u de mening van de vragenstellers en de in het bericht genoemde woordvoerder
van D66 dat «het moment nu [is] aangebroken dat we de stap van zelfregulering en het
vertrouwen op de belofte van bedrijven, in gaan ruilen voor wetgeving»? Zo ja, op
welke termijn kan de Kamer een wetsvoorstel tegemoet zien? Zo nee, waarom niet en
waarom vertrouwt u zelfregulering door Facebook nog wel en hoe lang gaat u zelfregulering
nog een kans geven?
Antwoord 6
De inzet van het kabinet is tot nog toe gericht op zelfregulering, aangezien dit de
verantwoordelijkheid bij deze bedrijven zelf neerlegt. Bovendien heeft dit ook op
korte termijn meer transparantie opgeleverd. Wel ben ik op dit moment bezig een inventarisatie
te laten doen van de huidige wet- en regelgeving op het gebied van het tegengaan van
desinformatie. Wat betreft desinformatie moet eerst in kaart gebracht worden wat mogelijk
is met deze huidige wet- en regelgeving. De resultaten van deze inventarisatie worden
na de zomer verwacht.
De gevolgen van een eventueel wetgevingsvoorstel, bijvoorbeeld over de maatregelen
die in de Europese gedragscode tegen desinformatie worden genoemd, dienen goed uitgewerkt
te worden. Regulering moet bijvoorbeeld niet alleen van toepassing zijn op Facebook,
maar ook op de andere techbedrijven. Tegelijktijdig dient het geen hoge barrière op
te werpen voor nieuwe toetreders tot de markt waardoor concurrentie bemoeilijk wordt.
Ik ben daarom van plan om binnenkort het gesprek aan te gaan met enkele experts om
te spreken over wat er nodig is om de beloftes van techbedrijven over transparantie
en controleerbaarheid eventueel af te dwingen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.