Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van der Lee en Kröger over het bericht 'Steeds meer biomassacentrales, goed of slecht voor het klimaat?'
Vragen van de leden Van der Lee en Kröger (beiden GroenLinks) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Steeds meer biomassacentrales, goed of slecht voor het klimaat?» (ingezonden 2 mei 2019)
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat), mede namens de Staatssecretaris
van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 19 juni 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Steeds meer biomassacentrales, goed of slecht voor
het klimaat?»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wanneer worden de duurzaamheidscriteria en cascaderingsafspraken voor de inzet van
biomassa vastgelegd?
Antwoord 2
De Staatssecretaris van IenW heeft in de antwoorden op de feitelijke vragen over het
Uitvoeringsprogramma Circulaire Economie 2019–2023 die op 5 april jl. naar uw Kamer
zijn verzonden (Kamerstuk 32 852, nr. 78), toegelicht dat het duurzaamheidskader volgens de huidige planning naar verwachting
wordt opgeleverd in het eerste kwartaal van 2020. Hierna vindt besluitvorming door
het kabinet en doorvertaling naar de vijf sectoren plaats.
Vraag 3
Deelt u de opvatting dat de eisen rondom luchtkwaliteit en filters omhoog moeten worden
bijgesteld? Deelt u de zorgen van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
(RIVM) en deelt u de mening van het RIVM dat er meer onderzoek moet worden gedaan
naar de gezondheidseffecten van biomassa?2 Zo ja, gaat u meer onderzoek doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Momenteel werkt de staatsecretaris van IenW aan het Schone Lucht Akkoord (SLA) waarover
is toegezegd uw Kamer te informeren. In dit akkoord is het uitgangspunt de permanente
verbetering van de luchtkwaliteit. De Staatssecretaris laat momenteel een onderzoek
uitvoeren naar de eventuele aanscherping van de emissie-eisen van biomassastookinstallaties
tot 50 MW. Vanaf 50 MW moeten deze biomassacentrales, zoals de geplande centrales
in Diemen, in ieder geval voldoen aan emissie-eisen volgens het Activiteitenbesluit
milieubeheer en worden zij in het kader van de vergunningverlening door de provincie
bovendien individueel getoetst op toepassing van de beste beschikbare technieken in
de recent opnieuw vastgestelde Bref3 voor grote stookinstallaties. Evenals het RIVM hecht ik veel waarde aan kennisontwikkeling
en monitoring over luchtkwaliteit. Met het SLA zet ik in op een permanente verbetering
om de gezondheidsschade door luchtverontreiniging terug te dringen.
Vraag 4
Deelt u de mening dat, gezien de zorgen van zowel veel omwonenden van biomassacentrales
als het RIVM, het verstandig is een pas op de plaats te maken met het verlenen van
nieuwe vergunningen en subsidies aan biomassacentrales, in ieder geval tot de duurzaamheidscriteria
en cascaderingsafspraken zijn vastgesteld? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Als aan alle wet- en regelgeving is voldaan – in het bijzonder ook de vereisten op
het gebied van luchtemissies en luchtkwaliteit –, dan kent de Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht (Wabo) geen weigeringsgrond om een activiteit te verbieden.
Wanneer biomassacentrales SDE+-subsidie aanvragen, dient de biomassa te voldoen aan
de duurzaamheidscriteria uit de Regeling conformiteitsbeoordeling vaste biomassa voor
energietoepassingen.
Vraag 5
Hoeveel biomassa is er naar uw opvatting binnen Nederlands grondgebied potentieel
duurzaam beschikbaar? Heeft u een voorkeur voor lokale bronnen van biomassa zoals
snoeihout?
Antwoord 5
Het kabinet vindt dat alle biomassa die in Nederland gebruikt wordt duurzaam moet
zijn. Daarbij heeft het kabinet geen principiële voorkeur voor lokale biomassa of
biomassa die elders is geproduceerd. Wel zet het kabinet zich in voor het verhogen
van de productie van duurzame binnenlandse biomassa, vanuit de overtuiging dat het
hoe dan ook wenselijk is het aanbod van duurzame biomassa te vergroten. Het is op
dit moment niet mogelijk om aan te geven hoeveel (binnenlandse) duurzame biomassa
er nu en in de toekomst beschikbaar is, dit wordt in het kader van het uitwerken van
het duurzaamheidskader nader onderzocht door PBL.
Vraag 6
Bent u bereid het traject rondom bijvoorbeeld de biomassacentrale in Diemen gezien
het bovenstaande tijdelijk stop te zetten, totdat meer duidelijk is wat de gevolgen
zijn voor de luchtkwaliteit en wat de afspraken zijn rondom duurzaamheid en cascadering?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Het kabinet is niet betrokken bij de totstandkoming van specifieke projecten en een
interventie is dus niet aan de orde. Zie hiervoor ook het antwoord op vraag 4.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Mede namens
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.