Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bruins over het bericht ‘Tien jaar Bel-me-niet Register, het werkt voor geen meter.’
Vragen van het lid Bruins (ChristenUnie) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Tien jaar Bel-me-niet Register: «Het werkt voor geen meter» (ingezonden 29 april 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Keijzer (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 18 juni
2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Tien jaar Bel-me-niet Register: «Het werkt voor geen
meter»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u het functioneren van het Bel-me-niet Register? Is bekend hoeveel
particulieren en eenmanszaken hun nummer hierin hebben laten opnemen?
Antwoord 2
Op 31 december 2018 stonden 9.471.066 telefoonnummers ingeschreven in het Bel-me-niet
Register (BMNR). In mijn Consumentenagenda, die ik op 8 oktober 2018 naar de Kamer
heb gestuurd, heb ik aangekondigd het Nederlandse systeem voor telemarketing te gaan
aanpassen van opt-out naar opt-in.2 Dat betekent dat natuurlijke personen alleen nog maar telefonisch benaderd mogen
worden als zij daar toestemming voor hebben gegeven of als zij klant zijn (geweest)
bij dat bedrijf. Hieronder vallen vallen tevens ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid,
zoals de eenmanszaak, vennootschap onder firma, commanditaire vennootschap,. en maatschap.
In de beantwoording van de feitelijke vragen over mijn Consumentenagenda ben ik uitgebreid
ingegaan op het functioneren van het BMNR.3 Volledigheidshalve verwijs ik naar mijn antwoorden op vragen 19 t/m 30 van die beantwoording.
Vraag 3
Hoe kan het dat het nog steeds vaak voorkomt dat mensen die staan ingeschreven in
het Bel-me-niet Register, worden gebeld door telemarketeers?
Antwoord 3
Op grond van de Telecommunicatiewet mogen abonnees die natuurlijke personen zijn op
dit moment door alle bedrijven worden gebeld voor commerciële, ideële of charitatieve
doeleinden, tenzij ze staan ingeschreven in het Bel-me-niet Register (het zogenoemde opt-out systeem).
Hierop gelden twee uitzonderingen. Ten eerste geldt het Bel-me-niet-register niet
voor bedrijven waaraan een natuurlijk persoon toestemming heeft gegeven om te bellen.
Ten tweede geldt het Bel-me-niet Register niet voor bedrijven waarbij de natuurlijk
persoon klant is (geweest) voor de verkoop van gelijksoortige producten of diensten
van het betreffende bedrijf. In beide gevallen moeten deze bedrijven de natuurlijk
persoon tijdens elk gesprek de gelegenheid geven verzet aan te tekenen (het zogenoemde
recht van verzet). Indien iemand verzet aantekent, mogen ook deze bedrijven niet meer
bellen.
Het onderscheid tussen het Bel-me-niet Register en het recht van verzet is niet voor
iedereen duidelijk. Dit kan leiden tot verwarring bij natuurlijke personen die zijn
ingeschreven bij het bel-me-niet-register als zij worden gebeld door – met name –
bedrijven waarbij zij klant zijn (geweest).
Ik heb aangekondigd het huidige systeem opnieuw te bezien en een opt-in systeem voor
telemarketing in te voeren. Dit betekent dat het Bel-me-niet-Register zal verdwijnen,
omdat natuurlijke personen straks alleen nog mogen worden gebeld door bedrijven die zij hiervoor toestemming hebben gegeven
en door bedrijven waarbij zij klant zijn (geweest). Deze bedrijven zullen nog steeds
tijdens elk gesprek de gelegenheid moeten geven verzet aan te tekenen en mogen niet
meer bellen indien inderdaad verzet wordt aantekent. Natuurlijke personen zullen met
het opt-in systeem beter worden beschermd tegen telemarketing en ik verwacht dat de
verwarring hierdoor zal afnemen.
Vraag 4
Hoe vaak is, sinds de inwerkingtreding, een boete opgelegd door de Autoriteit Consument
en Markt (ACM) aan telemarketeers die mensen bellen die staan ingeschreven? Hoe heeft
dit aantal zich de afgelopen tien jaar ontwikkeld? Om welk bedrag ging het gemiddeld?
Vraag 8
Op welke wijze kan de ACM beter worden ondersteund bij het handhaven van de bestaande
regelgeving, bijvoorbeeld door een plicht tot het bewaren van gesprekken door bedrijven?
Antwoord 4 en 8
De ACM is in 2013 ontstaan uit een fusie van de toezichthouders Consumentenautoriteit,
OPTA en NMa. Voor die tijd (sinds de inwerkingtreding van het Bel-me-niet Register
op 1 oktober 2009) is er door de OPTA regelmatig gehandhaafd. Zo werden er tussen
1 oktober 2009 en mei 2011 in totaal voor 1,2 miljoen euro aan boetes opgelegd voor
het negeren van het Bel-me-niet register.4 Sinds 2013 heeft de ACM verschillende boetes uitgedeeld. In 2014 heeft de ACM Essent
beboet voor het negeren van het BMNR, dit ging om een boete van € 47.5005. Daarnaast heeft de ACM sinds 2012 meerdere boetes opgelegd aan bedrijven en feitelijk
leidinggevenden voor overtredingen in telefonische verkoopgesprekken, zoals het verstrekken
van misleidende informatie in telefonische verkoopgesprekken en het niet vermelden
van het commerciële oogmerk aan het begin van dergelijke gesprekken. Ook heeft de
ACM recentelijk nog een last onder dwangsom opgelegd aan een bedrijf dat misleidende
handelspraktijken hanteerde bij telefonische verkoop. Deze boetes zijn opgelegd vanwege
handelen in strijd met consumentenregels in het Burgerlijk Wetboek, niet op basis
van handelen in strijd met de Telecommunicatiewet.
In 2014 en 2015 heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven in drie zaken
met betrekking tot telemarketing uitspraken gedaan waaruit blijkt dat de handhaafbaarheid
van de regels in de Telecommunicatiewet voor de ACM in bepaalde opzichten moeilijk
is.6 De ACM kan bepaalde handelwijzen van bedrijven alleen controleren door gevoerde telefoongesprekken
na te luisteren. Ik ben voornemens om in de nieuwe regelgeving, die nu in voorbereiding
is te zorgen voor betere handhavingsmogelijkheden.
Vraag 5
Herkent u de constatering dat met name thuiswerkende zelfstandigen zonder personeel
(zzp’ers) een doelwit zijn van telemarketeers, omdat deze groep zich niet kan beroepen
op het consumentenrecht van twee weken bedenktijd? Onderschrijft u de oproep van de
ACM aan energieleveranciers om thuiswerkende zzp’ers als consumenten te beschouwen?
Antwoord 5
Adverteerders, callcenters en andere bedrijven die gebruik maken van telemarketing
zijn, op grond van artikel 11.7 van de Telecommunicatiewet, verplicht te controleren
of de contactgegevens van een natuurlijke persoon met wie zij geen klantrelatie hebben
zijn opgenomen in het BMNR. Hieronder kunnen ook de contactgegevens van bedrijven
vallen, als het telefoonabonnement van dit bedrijf op naam staat van een natuurlijke
persoon, zoals het geval kan zijn bij een vennootschap onder firma of een eenmanszaak.
Indien een ondernemer (ongeacht welke rechtsvorm zijn onderneming heeft) benaderd
wordt om een overeenkomst te sluiten voor doeleinden die in de privésfeer liggen,
is zijn positie vergelijkbaar met die van een consument. Dit geldt ook bij overeenkomsten
die deels binnen en deels buiten hun privé sfeer liggen én het beroep-of bedrijfsmatig
karakter ervan niet overheerst. In dat geval komen ondernemers in aanmerking voor
de bescherming die consumenten op grond van het BW genieten en voor bescherming bij
het aangaan van energiecontracten. Vanuit de Elektriciteitswet 1998 en het generieke
consumentenrecht is een brede bescherming gewaarborgd, in dit licht verwijs ik ook
naar mijn brief van 26 maart jl.7
Vraag 6
Ziet u mogelijkheid om het consumentenrecht van twee weken bedenktijd, of een vergelijkbaar
instrument, ook voor thuiswerkende zzp’ers te laten gelden?
Antwoord 6
Zoals toegelicht in antwoord 5, komt een zzp-er die een contract sluit die geheel
of grotendeels in de privésfeer ligt, in aanmerking voor de bescherming die consumenten
op grond van het BW genieten.
De ACM heeft aangekondigd intensiever te gaan handhaven en extra voorlichting te geven
aan ondernemers hierover. Daarnaast worden ondernemers sinds 1 juli 2016 beschermd
door de Wet strafbaarheid acquisitiefraude. Met acquisitiefraude worden misleidende
handelspraktijken tussen organisaties bedoeld, waarbij verkooptechnieken worden gebruikt
die puur als doel hebben de ander ertoe te bewegen een contract af te sluiten, terwijl
de tegendienst niet of nauwelijks wordt geleverd. Als gevolg van deze wetswijziging
zijn ondernemers tegen dergelijke misleidende praktijken beschermd.
Vraag 7
Herkent u de beschreven praktijk waarbij callcenterverkopers bewust de schijn wekken
een andere, betrouwbare, partij te representeren, waarmee de randen van het intellectueel
handelsrecht worden opgezocht en soms ook overschreden?
Antwoord 7
Ik heb van dergelijke praktijken gehoord. Volgens Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek
is het een handelaar niet toegestaan oneerlijke handelspraktijken jegens consumenten
te verrichten. Een oneerlijke handelspraktijk is bijvoorbeeld het verstrekken van
onjuiste, misleidende of onvolledige informatie. Voor ondernemers biedt de Wet strafbaarheid
acquisitiefraude hier bescherming.
Vraag 9
Deelt u de mening dat een Bel-me-wel Register, waarbij particulieren en zzp’ers net
zoals bij de ja/ja-sticker voor reclamedrukwerk pas na een actieve keuze door telemarketeers
kunnen worden benaderd, ergernissen kan voorkomen en het verkopers lastiger maakt
om de wet te omzeilen? Bent u bereid actie te ondernemen om te komen tot een dergelijk
register?
Antwoord 9
In mijn consumentenagenda heb ik een opt-in regime aangekondigd. Dit betekent dat
ik werk aan een wetsvoorstel waardoor natuurlijke personen straks alleen nog maar
gebeld mogen worden als zij daar expliciet toestemming voor hebben gegeven. Dit maakt
naar mijn mening een specifiek Bel-me-wel Register overbodig.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.