Motie : Motie van het lid Van den Hul over het gelijkstellen van de salarissen in het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs
35 000 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2019
Nr. 199
MOTIE VAN HET LID VAN DEN HUL
Voorgesteld tijdens het Notaoverleg van 17 juni 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de kansengelijkheid in het basisonderwijs wordt ondermijnd door
een groeiend lerarentekort, dat naar verwachting oploopt tot 4.200 voltijdvacatures
in 2023;
van mening dat werken in het primair onderwijs even belangrijk is als werken in het
voortgezet onderwijs;
overwegende dat het voor het tegengaan van het lerarentekort in het primair onderwijs,
naast het verlichten van de werkdruk, cruciaal is om de salariskloof tussen leraren
in het primair en voortgezet onderwijs te dichten;
verzoekt de regering, er bij de rijksbegroting voor 2020 zorg voor te dragen dat bij
de cao-onderhandelingen in het primair onderwijs van datzelfde jaar de salarissen
in het primair onderwijs gelijk kunnen worden gesteld met die in het voortgezet onderwijs,
zonder dat dit ten koste gaat van het onderwijs,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van den Hul
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.A.E. van den Hul, Tweede Kamerlid