Schriftelijke vragen : Het bericht dat de Groningse universiteit meer grip wil krijgen op het Koninklijk Nederlands Instituut Rome
Vragen van het lid Futselaar (SP) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht dat de Groningse universiteit meer grip wil krijgen op het Koninklijk Nederlands Instituut Rome (ingezonden 13 juni 2019).
Vraag 1
Kent u het artikel «Rel over Groningse «coup» in Rome?1 Wat is uw reactie daarop?
Vraag 2
Deelt u de mening dat het Koninklijk Nederlands Instituut in Rome, dat het oudste
en grootste van de Nederlandse Wetenschappelijke Instituten in het Buitenland is en
dat onderzoek doet naar stukken in de Vaticaanse archieven die over de Nederlandse
geschiedenis handelen, gerenommeerd en van nationaal belang is?
Vraag 3
Kunt u garanderen dat de kwaliteit van het hoogstaande interdisciplinaire onderwijs
en onderzoek gewaarborgd blijft? Welke stappen gaat u zetten als de kwaliteit dreigt
te dalen?
Vraag 4
Deelt u de mening van scheidend directeur Hendrix dat de Groningse notitie is gebaseerd
op deels onvolledige en onjuiste informatie en dat het Groningse plan een degradatie
is van het instituut? Kunt u dit toelichten?
Vraag 5
Kunt u informatie verschaffen over de hoogte van de bijdragen van de RUG en andere
universiteiten aan het instituut? Klopt het dat de RUG evenveel bijdraagt als andere
universiteiten?
Indieners
-
Gericht aan
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Indiener
F.W. Futselaar, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.