Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Slootweg, Van der Molen en Van Dam over de inzet van een gebarentolk bij crisiscommunicatie door de overheid en bij persconferenties van de overheid
Vragen van de leden Slootweg, Van der Molen en Van Dam (allen CDA) aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media en van Justitie en Veiligheid over de inzet van een gebarentolk bij crisiscommunicatie door de overheid en bij persconferenties van de overheid (ingezonden 29 maart 2019).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) en van Minister De Jonge
(Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 14 juni 2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2018–2019, nr. 2259.
Vraag 1 en 3
Wat is uw reactie op de oproep van Ieder(in) om in het geval van crisiscommunicatie
door de overheid gebarentolken in te zetten, zodat de informatie ook voor doven en
slechthorenden goed te volgen is?1
Bent u bereid zich tot het uiterste in te spannen dat in de toekomst crisiscommunicatie
ook voor doven en slechthorenden goed te volgen is? Zo ja, hoe gaat u dat doen en
op welke termijn?
Antwoord 1 en 3
Het is belangrijk dat tijdens crisissituaties zo veel mogelijk mensen worden bereikt.
Daarom gaan we samen met cliëntenorganisaties en de veiligheidspartners aan de slag
om te kijken hoe we de crisiscommunicatie voor kwetsbare groepen, waaronder doven
en slechthorenden, kunnen verbeteren.
Dat zal onder meer de inzet van gebarentolken betekenen. Voor de concrete uitwerking
maken we een plan van aanpak, conform het verzoek van de Kamer (Kamerstuk 29 754, nr. 497, motie lid Drost c.s.), dat uw Kamer na de zomer zal ontvangen. Zie verder ook de
antwoorden op de Kamervragen van het lid Bergkamp (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2018–2019, nr. 3039, D66) en van de leden Kerstens en Kuiken (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019,
nr. 3041, beiden PvdA).
Vraag 2
Beseft u dat ondertiteling niet altijd goed volgbaar is voor doven en slechthorenden,
mede doordat gebarentaal veelal de moedertaal is waardoor de ontwikkeling van de Nederlandse
taal in geschrift achterblijft?2
Antwoord 2
Ja.
Vraag 4
Op welke wijze is de inzet van gebarentolken bij crisiscommunicatie door de overheid
in ons omringende landen geregeld?
Antwoord 4
Navraag levert een beeld op dat in België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk tijdens
crises voornamelijk gebruik gemaakt wordt van ondertiteling van woordvoering door
bestuurders, zo snel mogelijk na persconferenties. Daarnaast worden aparte communicatiekanalen
geregeld voor doven en slechthorenden, zoals een speciale website, zoals ook in Nederland
gebeurt.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het ontbreken van toegankelijke communicatie in strijd is met
het VN-verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap?
Antwoord 5
Nee. Wij delen niet de mening dat er sprake is van strijdigheid met het VN Verdrag
Handicap. Op grond van artikel 9 van het Verdrag, waarin onder meer is bepaald dat
staten maatregelen nemen om personen met een handicap toegang te garanderen tot informatie
en communicatie, zijn en worden in Nederland al maatregelen genomen. De Minister van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport zal vanuit zijn coördinerende rol voor het VN Verdrag
Handicap, daar samen met de collega’s in het kabinet verder aan blijven werken.
Zo is er een wettelijke regeling voor ondertiteling voor doven en slechthorenden.
Als het gaat om de toegankelijkheid van websites en mobiele apps die vallen onder
de verantwoordelijkheid van overheidsinstanties geldt, dat in 2018 een AMvB van kracht
is geworden: het Tijdelijk besluit digitale toegankelijkheid overheid. Dit besluit refereert aan een norm, die als doel heeft de toegankelijkheid te borgen
van websites en mobiele apps, voor mensen met een functiebeperking. In die norm zijn
ook succescriteria opgenomen die specifiek zijn bedoeld voor mensen met auditieve
beperkingen, zoals doofheid. In geval websites en apps worden ingezet voor communicatie
in crisissituaties, dan dient in principe – uitgezonderd live gestreamde media – te
worden voldaan aan de toegankelijkheidsnorm.
Vraag 6
Deelt u de mening dat dit betekent dat in principe bij alle persconferenties die de
overheid belegt een gebarentolk ingezet zou moeten worden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Persconferenties zijn in eerste instantie bedoeld voor journalisten. Dat geldt ook
voor de persconferenties na de ministerraad. In deze persconferenties worden in de
regel geen oproepen gedaan waarbij burgers meteen in actie moeten komen, zoals dat
wel in geval van een crisis kan zijn. Van de persconferenties na de ministerraad en
andere grote persconferenties van de rijksoverheid worden transcripties gemaakt. Deze
transcripties worden vervolgens op rijksoverheid.nl geplaatst. Op deze manier kunnen
doven en slechthorenden kennis nemen van de inhoud van de persconferenties. We gaan
in gesprek met de belangenorganisaties van mensen met een auditieve beperking in hoeverre
deze transcripties in een behoefte voorzien en hoe de bekendheid hiervan kan worden
vergroot.
Het maken van transcripties gebeurt niet bij alle persconferenties van de rijksoverheid.
Bewindslieden houden ook persconferenties en persbriefings die niet op radio of TV
worden uitgezonden. Van deze persconferenties en persbriefings worden in principe
geen transcripties gemaakt.
Vraag 7
Waarom is het voor de NPO wel mogelijk om een gebarentolk in te zetten in de ochtendjournaals
en bij evenementen, maar niet in het geval van crisissituaties of reguliere persconferenties
van de overheid?
Antwoord 7
De NPO voorziet op vrijwillige basis een aantal programma’s van een gebarentolk zoals
de ochtendjournaals en het Sinterklaasjournaal. Daarnaast zorgt de NPO er vanuit haar
eigen taakopdracht voor dat alle (live) uitzendingen op NPO1, 2 en 3 ook toegankelijk
zijn voor mensen met een auditieve beperking door toepassing van (live) geschreven
ondertiteling. Los van een journalistieke verantwoordelijkheid heeft de NPO geen formele
rol bij crisiscommunicatie en bij persconferenties van de rijksoverheid. Het vertalen
in gebarentaal hiervan is dan ook geen taak van de NPO. Ten aanzien van veel reguliere
persconferenties biedt de overheid faciliteiten (transcripties) waar ook doven en
slechthorenden gebruik van kunnen maken (zie het antwoord op vraag 6). Ten aanzien
van informatievoorziening tijdens crisissituaties zie ook de antwoorden op vragen
1 en 3.
Vraag 8
Bent u bereid om in gesprek te gaan met de NPO en het Nederlands Gebarencentrum om
afspraken te maken over de inzet van gebarentolken bij persconferenties die de overheid
belegt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Persconferenties zijn in eerste instantie bedoeld voor journalisten. Door de huidige
praktijk van transcripties wordt de inhoud van de persconferenties ook voor doven
en slechthorenden toegankelijk. Voor informatievoorziening tijdens crises wordt dit
vraagstuk, inclusief onder meer de inzet van gebarentolken, mede conform het verzoek
van de Kamer (motie lid Drost c.s., Kamerstuk 29 754, nr. 497) met betrokkenheid van belanghebbende partijen, opgepakt (zie het antwoord op vraag
1 en 3).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media -
Mede namens
M. (Mark) Rutte, minister van Algemene Zaken -
Mede namens
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.