Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Nispen en Jasper van Dijk over het bericht dat marktwerking voor gerechtsdeurwaarders te ver is doorgeslagen
Vragen van de leden Van Nispen en Jasper vanDijk (beiden SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht dat marktwerking voor gerechtsdeurwaarders te ver is doorgeslagen (ingezonden 18 maart 2019).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 14 juni 2019) Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 2219.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het interview met de voorzitter van de Koninklijke Beroepsorganisatie
van Gerechtsdeurwaarders waarin hij aangeeft dat marktwerking in de wereld van gerechtsdeurwaarders
is doorgeslagen? Bent u het eens met die constatering?1
Antwoord 1
Ja, ik heb kennisgenomen van het interview.
De constatering dat de marktwerking in de wereld van de gerechtsdeurwaarders is doorgeslagen
deel ik niet. Het is wel zo dat de gerechtsdeurwaarder functioneert in een zeer competitieve
markt. De gerechtsdeurwaarder werkt in opdracht van de opdrachtgever voor een tussen
hen overeengekomen tarief. In de verhouding met de debiteur is het Besluit tarieven
ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders gaan gelden, terwijl in de verhouding met de
opdrachtgever-crediteur de vrije marktwerking bestaat. Het is daarbij niet de bedoeling
dat gerechtsdeurwaarders zich bij de uitvoering van hun publieke taak laten leiden
door hun eigen verdiensten. Ik realiseer mij goed dat er een spanningsveld ligt en
daarom is het tarievenstelsel ook onderwerp van gesprek. De door mijn voorganger ingestelde
commissie herijking tarieven ambtshandelingen (commissie-Oskam) is thans bezig met
de herijking van het stelsel van financiering van de ambtshandelingen. Ik wacht de
uitkomsten van dat onderzoek af.
Vraag 2
Ziet u ook dat in het huidige systeem een perverse prikkel zit die een deurwaarder
bijna dwingt om de keuze te maken tussen omdraaien en niets krijgen, of wel wat doen
en een beetje krijgen? Bent u het er mee eens dat elke afweging die een deurwaarder
moet maken aan de deur waarbij hij aan zijn portemonnee moet denken, de onafhankelijkheid
van die deurwaarder schaadt? Vindt u dit een wenselijke situatie? Zo nee, wat gaat
u hier aan doen?
Antwoord 2
Het is aan de gerechtsdeurwaarder om een professionele afweging te maken of, en zo
ja, hoe hij optreedt. Daarmee rekening houdende met zijn opdracht, de verordeningen
van de KBvG en de rechtspositie van de debiteur. De marktwerking vormt daarbij een
natuurlijke prikkel om langs de weg van de onderhandeling tussen opdrachtgever en
opdrachtnemer scherpe tarieven vast te stellen. Opdrachtgevers zullen niet uitsluitend
kiezen voor de laagste prijs, maar voor de laagste prijs waarmee tegelijkertijd hun
vordering het beste wordt geïncasseerd. Soms wordt daarbij ook gebruik gemaakt van
prestatieafspraken.
Het maken van tariefafspraken tussen de gerechtsdeurwaarder en opdrachtgever is inherent
aan de in 2001 geïntroduceerde marktwerking. Het is niet de bedoeling dat gerechtsdeurwaarders
zich hierdoor bij de uitvoering van hun publieke taak laten leiden door hun eigen
verdiensten. De commissie- Oskam is zoals aangegeven bezig met de herijking van het
stelsel van financiering van de ambtshandelingen. Dat advies wacht ik af.
Vraag 3
Stimuleert de overheid, als schuldeiser, gerechtsdeurwaarders om personen naar schuldhulpverlening
te begeleiden in plaats van koste wat kost beslagen te leggen? Zo ja, op welke manier?
Zo nee, waarom niet en bent u bereid deze stimulering alsnog in te voeren?
Antwoord 3
Het uitgangspunt is dat schulden voldaan moeten worden. Het is niet de verantwoordelijkheid
van de schuldeiser om zijn schuldenaar naar een vorm van schuldhulp te begeleiden.
Voor de overheid als bijzondere schuldeiser ligt dat genuanceerder, omdat van de overheid
meer verwacht mag worden als het gaat om maatschappelijk verantwoorde incasso. Dit
is ook een van de ambities uit de Rijksincassovisie en de Brede Schuldenaanpak.2 In het verlengde hiervan hebben diverse organisaties, zoals woningcorporaties en
drinkwaterbedrijven, zich eraan gecommitteerd om bij signalen van problematische schulden
door te verwijzen naar schuldhulpverlening. Daarnaast hebben Zorginstituut Nederland,
CAK, DUO, CJIB, UWV, SVB en belastingdienst afspraken gemaakt of convenanten gesloten
met de Nederlandse Vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren (NVVK)
voor bijvoorbeeld het meewerken aan minnelijke regelingen. De uitgangpunten van maatschappelijk
verantwoorde incasso gelden ook voor de gerechtsdeurwaarders. De gerechtsdeurwaarder
behoort als geen ander – met zijn bijzondere ambtelijke taak en bevoegdheid – een
spilfunctie te vervullen in de relatie tussen schuldeiser en schuldenaar, en zijn
opdrachtgever te adviseren over wat nuttig en haalbaar is. Daar hoort bij om extra
kosten en beslagen te vermijden, wanneer op voorhand duidelijk is dat er onvoldoende
verhaalsmogelijkheden zijn en de schuldensituatie alleen maar zou worden verergerd.
Die functie blijkt bijvoorbeeld uit een in ontwikkeling zijnde KBvG-platform voor
informatie over schulden (de schuldenwijzer), en uit een landelijk convenant met de
NVVK inzake VISH (de Verwijsindex Schuldhulpverlening), waarbij schuldhulporganisaties
en de Stichting Netwerk Gerechtsdeurwaarders gezamenlijk een signalering toepassen
zodra de gerechtsdeurwaarder tot een ambtshandeling wil overgaan.
Vraag 4
Klopt het dat het Centraal Justitieel Incassobureau bij de aanbesteding van opdrachten
wel vraagt om deurwaarders die zo goed mogelijk maatschappelijk verantwoord incasseren,
maar dat zij niet controleert hoe de inning bij individuele dossiers verloopt? Zo
ja, acht u deze werkwijze wenselijk in het kader van maatschappelijk verantwoord incasseren?
Antwoord 4
Het CJIB heeft bij de aanbesteding, die in 2017 is afgerond, gerechtsdeurwaarders
geselecteerd op hun vermogen om maatschappelijk verantwoord te incasseren. Het CJIB
oefent daar vanuit de rol van opdrachtgever toezicht op uit. In voorkomende situaties
maakt het beoordelen van individuele dossiers hier onderdeel van uit.
Vraag 5
Bent u bereid om een alternatief systeem te onderzoeken, waarbij marktwerking geen
rol speelt? Zo nee, bent u dan in ieder geval bereid met voorstellen te komen waardoor
de concurrentie in mindere mate betrekking heeft op de prijs, maar juist bij het gegeven
in welke mate een deurwaarder maatschappelijke verantwoord beslagen legt?
Antwoord 5
In antwoord op de Kamervragen van de leden Groothuizen (D66) en Van Nispen (Sp) is
aangegeven dat de Aanbestedingswet van 2012 het uitgangspunt voor deze aanbesteding
is.3 Ik zie geen noodzaak voor een verdere analyse. Daarnaast kan ik u melden dat de prijs
geen onderdeel uit gaat maken van de concurrentiestelling die wordt beoogd bij de
aanbesteding. Maatschappelijk verantwoord incasseren maakt wel een belangrijk onderdeel
uit van de aanbestedingsprocedure.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming -
Mede namens
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.