Amendement : Amendement van het lid Hijink over een schriftelijke informatieplicht
35 087 Wijziging van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten en de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg in verband met de invoering van de Wzd-functionaris
Nr. 10
AMENDEMENT VAN HET LID HIJINK
Ontvangen 12 juni 2019
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Aan artikel 1, onderdeel F, wordt toegevoegd «en wordt na de eerste zin ingevoegd
«De zorgverantwoordelijke stelt de cliënt of zijn vertegenwoordiger daarbij schriftelijk
in kennis van de grond voor en de klachtwaardigheid van deze toepassing van onvrijwillige
zorg en de mogelijkheid van advies en bijstand door de cliëntenvertrouwenspersoon.»».
Toelichting
Dit amendement regelt dat een met artikel 8:9, derde lid, van de Wet verplichte geestelijke
gezondheidszorg (hierna: Wvggz) vergelijkbare bepaling wordt toegevoegd aan artikel
13, tweede lid, van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte
cliënten. Indiener hecht grote waarde aan een goede informatievoorziening aan cliënten
of hun vertegenwoordiger over onvrijwillige zorg en de mogelijkheden tot bezwaar en
ondersteuning door een cliëntvertrouwenspersoon. Indiener regelt met dit amendement
dat er een verplichting komt om de cliënt of zijn/haar vertegenwoordiger in de situatie
van onvrijwillige zorg schriftelijk te informeren over de gronden daarvoor, de mogelijkheid
om bezwaar te maken en om ondersteuning te krijgen van de cliëntvertrouwenspersoon.
Met het toevoegen van deze verplichting wordt de informatieplicht geharmoniseerd met
de Wvggz (artikel 8:9) en daarmee gelijk getrokken in de zorgsector. Bovendien is
deze verplichting nu ook al opgenomen in artikel 40a Wet Bijzondere opnemingen in
psychiatrische ziekenhuizen en erkend in de jurisprudentie.
Indiener is van mening dat er geen onderscheid gemaakt moet worden tussen zorgsectoren
over de informatieplicht met betrekking tot dwangtoepassing. Ook wordt met dit amendement
tegemoet gekomen aan het motiveringsbeginsel zoals geregeld in artikel 3:46 Algemene
wet bestuursrecht dat stelt dat de overheid besluiten begrijpelijk, deugdelijk en
volledig moet motiveren. Het besluit tot vrijheidsbeperkende maatregelen of andere
vormen van onvrijwillige zorg mogen niet lichtzinnig genomen worden. Het wettelijk
vastleggen van het recht op informatie voor de cliënt verbetert de rechtsbescherming
van de cliënt, zeker in gevallen waarin onvrijwillige zorg op oneigenlijke gronden
wordt toegepast.
Hijink
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.P.M. Hijink, Tweede Kamerlid