Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over de pilot van Legal Guard en de overeenkomst met de Raad voor Rechtsbijstand
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming over de pilot van Legal Guard en de overeenkomst met de Raad voor Rechtsbijstand (ingezonden 23 april 2019).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 12 juni 2019) Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 2648.
Vraag 1
Herinnert u zich uw eerdere antwoorden op Kamervragen over de start van de pilot consumentenzaken
met Legal Guard?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Bent u bekend met het WOB-verzoek waarmee een kopie van de overeenkomst tussen Achmea
en de Raad voor Rechtsbijstand is verkregen waarover «@strafarresten» informatie op
Twitter publiceerde?2
Antwoord 2
Ja, hier ben ik van op de hoogte.
Vraag 3
Wat kost deze pilot in totaal en door wie worden deze kosten betaald?
Antwoord 3
De kosten worden door de Raad voor Rechtsbijstand betaald. De totale kosten van de
pilot zijn nog niet bekend, aangezien deze net is gestart. Wel heeft de Raad voor
Rechtsbijstand in de door haar gesloten overeenkomst Pilot Consumentenrecht 2019–2020
(zie https://www.rvr.org/binaries/content/assets/rvrorg/informatie-over-de-r…) een vergoedingensystematiek met Legal Guard afgesproken, die er als volgt uit ziet:
De kosten per zaak zijn als volgt:
indien de diensten in maximaal 200 zaken worden verleend: € 929,– per zaak;
indien de diensten in minimaal 201 tot ten hoogste 400 zaken worden verleend: € 703,–
per zaak;
indien de diensten in minimaal 401 tot ten hoogste 600 zaken worden verleend: € 667,–
per zaak;
indien de diensten in meer dan 600 zaken worden verleend: € 626,– per zaak.
Vraag 4
Kunt u uw antwoord nuanceren dat de klankbordgroep, die de pilot begeleidt, bestaat
uit vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties in de consumentensector en
de Nederlandse Orde van Advocaten, gelet op het feit dat de Nederlandse Orde van Advocaten
zich haastte publiekelijk te melden geen deelnemer te zijn aan deze pilot (en slechts
1 beleidsmedewerker als waarnemer in de klankbordgroep te hebben), en de Consumentenbond
heeft geweigerd zitting te nemen omdat zij de pilot ziet als bezuinigingsmaatregel
waarvan onduidelijk is of die leidt tot een betere toegang tot het recht? Wat zegt
dit volgens u?
Antwoord 4
De Raad voor Rechtsbijstand heeft verschillende maatschappelijke organisaties benaderd
voor deelname aan de klankbordgroep. De Nederlandse Orde van Advocaten heeft aan de
bestuurder van de Raad voor Rechtsbijstand laten weten als waarnemer aan de klankbordgroep
deel te willen nemen. De Raad heeft ingestemd met deze waarnemersrol.
De Raad voor Rechtsbijstand betreurt het dat de Consumentenbond heeft geweigerd zitting
te nemen in de klankbordgroep. Deelname aan de klankbordgroep biedt immers de mogelijkheid
om in detail mee te kijken naar de pilot en deze te begeleiden. Daarnaast vraagt het
lidmaatschap geen commitment van de leden ten aanzien van de uitkomsten van de pilot
of mijn beleidsvoornemens. De Consumentenbond ziet dit anders. De Raad voor Rechtsbijstand
respecteert de keuze van de Consumentenbond.
Vraag 5
Is bewust gekozen voor een maximum van 750 zaken vanwege het feit dat de pilot daarmee
onder de aanbestedingsgrenzen zou vallen? Waarom wilde u deze pilot per se niet aanbesteden?
Antwoord 5
De besluitvorming over het wel of niet aanbesteden van de pilot valt buiten mijn verantwoordelijkheid.
De pilot is tot stand gekomen op initiatief van de Raad voor Rechtsbijstand en wordt
onder de verantwoordelijkheid van de Raad voor Rechtsbijstand uitgevoerd. Het is echter
juist dat de Raad voor Rechtsbijstand bewust heeft gekozen voor een maximum van 750
zaken. Het doel van de pilot is leerervaring opdoen met een aanbieder van juridische
dienstverlening – in casu een rechtsbijstandverzekeraar – die geen deel uitmaakt van
het huidige stelsel van rechtsbijstand. Om voldoende, significante data over de werkwijze
van deze aanbieder te kunnen genereren, heeft de Raad voor Rechtsbijstand gekozen
voor deze omvang van zaken in de pilot.
Vraag 6
Weet u zeker dat het initiatief voor deze pilot bij de Raad voor Rechtsbijstand lag
en dit geen idee van Achmea was?
Antwoord 6
Het contact tussen de Raad voor Rechtsbijstand en Achmea loopt al sinds 2016 toen
de Raad voor Rechtsbijstand voornemens was om in hun Rechtwijzerapplicatie een platform
te bouwen voor huurgeschillen. Dit is toen om diverse redenen niet doorgegaan. De
Raad voor Rechtsbijstand heeft het contact met Achmea gehouden om te onderzoeken of
er op een andere wijze samengewerkt kan worden rond gestandaardiseerde hulp. Gaandeweg
is het idee voor een pilot op het gebied van het consumentenrecht ontstaan.
Vraag 7
Waarom vindt u het moeilijk een vergelijking te maken tussen de vergoeding die in
deze pilot per zaak is afgesproken en de vergoeding die bij een vergelijkbare zaak
aan een sociaal advocaat toekomt? Het klopt toch dat een bedrag van minimaal 626 euro
per zaak wordt betaald, ook voor de zaken waarin heel weinig werk verricht hoeft te
worden? Ook klopt het toch dat Legal Guard geen aanvullende proceshandelingen hoeft
te verrichten en juristen in mag zetten die niet aan dezelfde opleidings- en kwaliteitseisen
als sociaal advocaten hoeven te voldoen? Het is toch zo dat Legal Guard de proceskosten
wederpartij en buitengerechtelijke incassokosten mag houden terwijl advocaten die
procederen op toevoeging die af moeten dragen, en dat Legal Guard het voordeel heeft
dat het geld aan het begin van de zaak wordt uitgekeerd terwijl sociaal advocaten
daar vaak heel lang op moeten wachten? Erkent u inmiddels dat de vergoedingen aan
Legal Guard hoger zijn en dat daarnaast betere voorwaarden gelden dan voor sociaal
advocaten in vergelijkbare zaken?
Antwoord 7
De Raad voor Rechtsbijstand betaalt geen forfaitaire vergoeding, maar een tarief op
basis van de eerder genoemde staffel (zie antwoord vraag 3). Hierdoor kan ervaring
worden opgedaan met een andere manier van bekostigen. De aanname is dat de meeste
zaken via module 1 en 2 van het arrangement kunnen worden afgehandeld waardoor de
kosten voor een groter volume (van 750 zaken) in beeld kunnen worden gebracht. Dat
is een ander uitgangspunt dan de forfaitaire vergoeding en daardoor niet vergelijkbaar.
Voor het nieuwe stelsel wil ik onderzoeken hoe er meer voor oplossingsrichtingen kan
worden betaald in plaats van forfaitaire uren, zodat de oplossing meer centraal staat.
Deze pilot doet daarmee een eerste ervaring op.
Voor wat betreft de opleidingseisen geldt dat de juristen van Legal Guard geen advocaat
zijn; zij voldoen dan ook niet aan dezelfde opleidings-en kwaliteitseisen als sociale
advocaten. De juristen van Legal Guard moeten voldoen aan de Kwaliteitscode Rechtsbijstand
en de door de werkgever gestelde eisen.
Bij het nieuwe stelsel wil ik kwaliteitscriteria stellen aan pakketten/oplossingsrichtingen
die voor de rechtshulp gelden ongeacht of die wordt verleend door een advocaat.
Wat betreft de proceskosten en buitengerechtelijke incassokosten is het inderdaad
zo dat Legal Guard deze kosten mag houden. Het is eveneens juist dat het geld aan
het begin van de zaak wordt uitgekeerd. Deze afspraken zijn door de Raad voor Rechtsbijstand
in het kader van deze specifieke pilot gemaakt.
Vraag 8
Wat moet een rechtszoekende doen als het werk voor Legal Guard erop zit na het opstellen
van één processtuk en één zitting, maar de zaak nog niet is afgerond? Moet dan alsnog
een advocaat worden ingeschakeld en wat betekent dat dan voor de vergoeding voor de
rest van het werk?
Antwoord 8
De Raad voor Rechtsbijstand stelt zich op het standpunt dat burgers die aan de pilot
deelnemen geen nadeel mogen ondervinden door deelname aan de pilot. Mocht een zaak
niet kunnen worden afgerond binnen de dienstverlening van Legal Guard, dan kan de
burger zich tot de Raad voor Rechtsbijstand wenden voor een reguliere toevoeging.
Vraag 9
Waarom vindt u het gerechtvaardigd dat rechtszoekenden bij sociaal advocaten hogere
eigen bijdragen moeten betalen dan in deze pilot? Begrijpt u de opmerking dat dit
een vorm van «concurrentievervalsing» is?
Antwoord 9
De Raad voor Rechtsbijstand heeft deze lagere bijdrage bepaald om deelname aan de
pilot te stimuleren. De werkwijze in de pilot is ook voor rechtzoekenden iets nieuws
en daarmee minder vertrouwd. De lagere eigen bijdrage is bedoeld om mensen te prikkelen
om mee te doen met de pilot. Een dergelijke bepaling is mogelijk in de Wet op de rechtsbijstand.
Ik verwijs u naar artikel 4 van het Besluit toevoeging mediation waarin ook voor mediation
een dergelijke prikkel bestaat. De lagere bijdrage geldt in dit geval specifiek voor
deze pilot en is daarom geen «concurrentievervalsing». Het staat de rechtszoekende
in een consumentengeschil vrij om deel te nemen aan de pilot of voor een reguliere
toevoeging te kiezen.
Vraag 10
Kunt u uw antwoord op vraag 7 (1) nog eens bekijken, waarin u stelt dat de normen
en eisen aan de juristen van Legal Guard gelijk zijn aan die voor advocaten werkzaam
in de sociale advocatuur? Erkent u dat advocaten onder tuchtrecht staan en aan veel
meer opleidings- en kwaliteitseisen gebonden zijn? Zo ja, waarom schrijft u dat dan
niet op? Zo nee, kunt u aantonen dat de normen en eisen voor de juristen van Legal
Guard hieraan gelijk zijn?
Antwoord 10
U heeft gelijk dat advocaten onder tuchtrecht staan en de juristen bij Legal Guard
die geen advocaat zijn, niet. Voor advocaten die in dienst zijn van Achmea gelden
de Advocatenwet en tuchtrechtelijke gedragsregels.
De juristen van Legal Guard voldoen, voorzover van toepassing, aan de Kwaliteitscode
Rechtsbijstand. Daarnaast heeft de Raad voor Rechtsbijstand in haar overeenkomst met
Achmea serviceafspraken opgenomen over de dienstverlening van Legal Guard. Wat betreft
klachten, klantsignalen en geschillen wordt de interne procedure van Achmea gehanteerd.
De klachtenprocedure voldoet tenminste aan de Kifid-richtlijnen interne klachtprocedure.
De Tuchtraad Assurantiën toetst bij klachten het handelen en/of nalaten van de rechtsbijstandsverzekeraar
onder meer aan de Kwaliteitscode Rechtsbijstand.
Vraag 11
Waarom heeft de Raad voor Rechtsbijstand in deze overeenkomst de inspanningsverplichting
op zich genomen om deze pilot zichtbaar te ondersteunen, te promoten en waar mogelijk
van alle vormen van aandacht te voorzien? Waarom kan Achmea niet voor zichzelf reclame
maken?
Antwoord 11
Om voldoende significante data voor een evaluatie te genereren, is het van belang
dat er voldoende zaken in de pilot worden behandeld. De Raad voor Rechtsbijstand heeft
daarom de inspanningsverplichting op zich genomen om de pilot zichtbaar te ondersteunen.
De Raad voor Rechtsbijstand wil via het Juridisch Loket, Rechtwijzer.nl en door het
informeren van ketenpartners bekendheid voor de pilot genereren. Afhankelijk van de
instroom van zaken behoudt de Raad voor Rechtsbijstand zich het recht voor om andere
middelen in te zetten. Daarbij laat de Raad voor Rechtsbijstand weten dat niet gedacht
moet worden aan commerciële reclamecampagnes.
Vraag 12
Waarover is precies geheimhouding tussen Legal Guard en de Raad voor Rechtsbijstand
afgesproken?
Antwoord 12
Er is geheimhouding afgesproken over de vaste projectkosten en gegevens die herleidbaar
zijn tot personen werkzaam bij de Raad voor Rechtsbijstand en Legal Guard, of betrokken
bij de pilot.
Vraag 13
Kunt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 13
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.