Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Hijink over het bericht dat een ALS-patiënt een rekening van € 20.000 heeft moeten betalen door een fout van het zorgkantoor
Vragen van het lid Hijink (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat een ALS-patiënt een rekening van € 20.000 heeft moeten betalen door een fout van het zorgkantoor (ingezonden 29 april 2019).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 1 juni
2019) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 2680.
Vraag 1 en 2
Wilt u reageren op het verhaal van ALS-patiënt Anita die een rekening van € 20.000
van het CAK heeft ontvangen, enkel omdat het Zorgkantoor haar zorg niet op tijd heeft
gemeld bij het CAK?1
Vindt u het wenselijk dat het gezin van Anita nu fors heeft moeten betalen, terwijl
dit geld eigenlijk gereserveerd was voor de uitvaart van Anita en voor een woning
van haar dochter? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 1 en 2
Door een vertraagde aanlevering van informatie van het Zorgkantoor heeft mevrouw jarenlang
een te lage eigen bijdrage betaald voor de zorg die zij ontving. Op het moment dat
het CAK de juiste informatie ontving over de zorg van mevrouw heeft het CAK een correctie
van de eigen bijdrage doorgevoerd. Hoewel de eigen bijdrage van mevrouw is berekend
op basis van haar draagkracht, vind ik het zeer onwenselijk dat zij geconfronteerd
wordt met een hoge naheffing.
Ik heb daarom verschillende maatregelen genomen om zulke hoge stapelfacturen tegen
te gaan. Ik heb de termijn waarover het CAK een initiële oplegging van de eigen bijdrage
mag opleggen verkort van 36 naar 12 maanden. Deze verkorting is voor de Wlz en beschermd
wonen ingegaan per 1 januari 2019, voor de extramurale Wmo gaat dit per 1 januari
2020 in. Daarnaast heb ik het CAK en de zorgkantoren verplicht bestandsvergelijkingen
uit te voeren voor de Wlz, om verschillen in de registratie van cliënten tijdig op
te sporen. Het voornemen is om dergelijke bestandsvergelijkingen op termijn ook voor
de Wmo 2015 in te voeren.
Vraag 3
Vindt u, zeker nu het zorgkantoor van Zilveren Kruis stelt dat het hier een incident
betreft, dat er een tussenoplossing gevonden moet worden waardoor dit gezin niet zo
hard getroffen wordt? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 3
Ja, het CAK biedt in soortgelijke situaties een betalingsregeling aan, het gezin heeft
echter besloten af te zien van een betalingsregeling. Het CAK honoreert jaarlijks
ongeveer 6.500 betalingsregelingen voor de eigen bijdrage Wlz. Deze betalingsregelingen
zijn aangepast aan de individuele situaties van de cliënten en hoeveel zij maandelijks
financieel kunnen dragen.
Vraag 4
Hoeveel mensen hebben een rekening gekregen omdat gemeenten, aanbieders, het Centrum
Indicatiestelling Zorg (CIZ) of zorgkantoren te laat waren met het aanmelden van personen
bij het CAK of foutieve gegevens heeft doorgegeven aan het CAK? Kunt u een overzicht
geven van zowel gemeenten, aanbieders, het CIZ en zorgkantoren apart om hoeveel personen
dit betreft en om welke bedragen het gaat? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 4
In 2018 zijn er in de Wlz in totaal 3,2 miljoen facturen verstuurd. Een groot deel
van deze facturen, namelijk ruim 3 miljoen is binnen twee maanden verstuurd. Er wordt
gesproken van een stapelfactuur op het moment dat de factuur meer dan twee maanden
aan eigen bijdrage bevat. Een dergelijke stapeling treedt vaak op bij de aanvang van
de zorg. Daarnaast zijn niet alle stapelfacturen het gevolg van een vertraagde aanlevering
of foutieve gegevens. Binnen het totaal van de facturen zijn er 179 duizend stapelfacturen
(5,5% van het totaal aantal facturen). Hiervan hadden er 31 duizend betrekking op
een periode langer dan 12 maanden. Per 1 januari 2019 kan een initiële oplegging van
de eigen bijdrage betrekking hebben op een periode van maximaal 12 maanden (zie antwoord
op vraag 5).
Stapelfacturen kunnen verschillende gevolgen voor de cliënt hebben. Zo kan het voorkomen
dat een cliënt geld terugkrijgt van het CAK. Dit was het geval bij 34 duizend stapelfacturen.
Het kan ook zo zijn dat de factuur geen gevolgen heeft voor de cliënt. Daarvan was
in 2018 bij 8 duizend stapelfacturen sprake. Als laatste kan het ook voorkomen dat
een cliënt meer eigen bijdrage moet betalen dan eerder is opgelegd. Dit was bij 137
duizend stapelfacturen het geval, die kunnen zien op een periode van drie tot 12 maanden.
Het totale aantal Wmo 2015 facturen over 2018 was 5,7 miljoen. Ongeveer 328 duizend
facturen betroffen stapelfacturen (5,8% van het totale aantal facturen). 103 duizend
stapelfacturen hadden betrekking op een periode langer dan 12 maanden geleden. Bij
91 duizend stapelfacturen had de factuur geen gevolgen voor de cliënt. In het geval
van 37 duizend kreeg de cliënt geld terug van het CAK. Het aantal stapelfacturen waardoor
de cliënt een hogere eigen bijdrage aan het CAK moest betalen was 200 duizend (3,5%
van het totale aantal facturen).
Het CAK houdt geen expliciete registratie bij welke partij binnen de Wlz en Wmo2015
de geautomatiseerde gegevensaanleveringen (te) laat bij hen aanleveren. Daarom kunnen
bovengenoemde cijfers niet worden uitgesplitst. Stapelfacturen zijn overigens niet
altijd het gevolg van een fout. Stapelfacturen kunnen ook veroorzaakt worden door
veranderende inkomensgegevens, zoals doorgegeven door de Belastingdienst. Daarbij
kan de late aanlevering het gevolg zijn van een late belastingaangifte door de burger.
Ook komt het voor dat het CIZ een indicatiebesluit voor de Wlz, of de gemeente een
besluit in het kader van de Wmo2015, afgeeft met een ingangsdatum in het verleden.
Het totaalbedrag van de stapelfacturen voor zowel de Wlz als de Wmo 2015 kunnen op
dit moment niet worden geleverd door het CAK.
Vraag 5
Welke aanvullende maatregelen gaat u nemen om Anita en haar familie te helpen, maar
ook om te voorkomen dat dit soort verschrikkelijke situaties in de toekomst niet meer
voorkomen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 5
Ik heb diverse maatregelen genomen om het aantal stapelfacturen flink te verminderen
ten opzichte van de cijfers die ik hierboven heb genoemd.
Voor de Wlz en Wmo beschermd wonen heb ik per 1 januari 2019 de termijn waarover een
initiële oplegging van de eigen bijdrage mag worden opgelegd verkort van 36 naar 12
maanden. Voor de extramurale Wmo 2015 gaat deze maatregel per 1 januari 2020 in. Aanvullend
hierop heb ik het CAK en zorgkantoren verplicht voor de Wlz bestandsvergelijkingen
uit te voeren, om verschillen in de registratie van cliënten tijdig op te sporen.
Voor de Wmo 2015 wordt op dit moment verkend of een dergelijke bestandsvergelijking
ook kan plaatsvinden met gemeenten. Hierdoor worden fouten eerder ontdekt en worden
minder cliënten geconfronteerd met een zeer hoge naheffing van de eigen bijdrage.
Daarnaast ben ik op dit moment bezig met het uitwerken van een algemene maatregel
van bestuur waarmee de termijn waarover een herziening van de eigen bijdrage mag worden
opgelegd in geval van fouten in de keten voor zowel de Wlz als de Wmo 2015 wordt verkort
van 36 naar 12 maanden. Cliënten worden op deze manier geconfronteerd met minder hoge
naheffingen als het gevolg van een ernstige fout of vertraging van het CAK of één
van zijn ketenpartners. Ook creëer ik voor het CAK een bevoegdheid tot het leveren
van maatwerk. Deze bevoegdheid geldt zowel voor initiële opleggingen van de eigen
bijdrage als een herziening. De inwerkingtreding is voorzien per 1 januari 2020.
Daarnaast zal ook de invoering van het abonnementstarief in de Wmo leiden tot een
daling van het aantal stapelfacturen en de hoogte van de naheffingen, omdat sprake
is van een vaste lagere bijdrage en eenvoudiger berichtenverkeer.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.