Lijst van vragen : Lijst van vragen inzake uitvoering gewijzigde motie van de leden Alkaya en Van den Hul over uitsluiten van deelname van bedrijven aan handelsmissies (Kamerstuk 26485-307)
2019D24136 LIJST VAN VRAGEN
De algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft
een aantal vragen voorgelegd aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
over de brief van 27 mei 2019 inzake de Uitvoering gewijzigde motie van de leden Alkaya en Van den Hul over uitsluiten van
deelname van bedrijven aan handelsmissies (Kamerstuk
26 485, nrs. 302
en 307).
De voorzitter van de commissie, De Roon
De adjunct-griffier van de commissie, Meijers
Nr
Vraag
1
Kunt u – aangezien in de brief slechts wordt ingegaan op het nieuwe toetsingskader
– de verschillen tussen het oude en het nieuwe, aangescherpte toetsingskader onderdeel
voor onderdeel inzichtelijk maken? Welke toetsingen vonden voorheen nog niet plaats?
2
Hoe draagt het nieuwe beleid inzake handelsmissies bij aan het halen van de ambities
van de stuurgroep Buijink, waar ook u zich aan hebt gecommitteerd?
3
Waarom geeft u de richtlijnen voor multinationale ondernemingen van de Organisatie
voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) steeds vaker een verplichtend
karakter? Past dit wel bij de geest van de richtlijnen, die in feite soft law zijn en bedoeld zijn als aanmoediging en niet als toetsingsgrond?
4
Klopt het dat het Nationaal Contactpunt (NCP) al een rol heeft bij het bevorderen
van naleving van de OESO-richtlijnen? Hoe verhoudt de nieuwe rol van de Rijksdienst
voor Ondernemend Nederland (RVO) zich tot die van het NCP?
5
Hoe gaat u de geheimhoudingsplicht, die goed gewaarborgd is binnen het NCP, waarborgen
binnen de RVO, die onderworpen is aan de Wet openbaarheid van bestuur en geheimhouding
derhalve helemaal niet kán waarborgen?
6
Ondermijnt u met de nieuwe rol voor de RVO niet de rol van het NCP? Kunt u dit antwoord
uitgebreid toelichten?
7
Welke bedrijven die in het verleden hebben deelgenomen aan handelsmissies, zouden
onder de nieuwe regelgeving niet meer in aanmerking komen voor deelname?
8
In hoeverre is de aanscherping gebenchmarkt? Welke andere OESO-landen hebben hun handelsmissiebeleid
vergelijkbaar ingevuld? Kunt u de overeenkomsten opsommen?
9
Waarom stelt u dat een bedrijf dat weigert een verbeteringstraject uit te voeren uitgesloten
«kan» worden? Waarom is dit geen automatisme? In welke situaties acht u het denkbaar
dat een bedrijf mee kan op handelsmissie, ondanks dat het weigert een verbetertraject
uit te voeren?
10
Hoe definieert u een «redelijk vermoeden»? Ontstaat als gevolg van het hanteren van
het criterium een «redelijk vermoeden» niet het gevaar dat bedrijven op basis van
een klacht bij een NCP, zonder dat de schending bewezen is, worden uitgesloten en
het karakter van het NCP substantieel en in negatieve zin wordt gewijzigd? Hoe verhoudt
het hanteren van een «redelijk vermoeden» zich tot de binnen het NCP vastgelegde waarborgen
inzake hoor en wederhoor en teneinde te voorkomen dat een bedrijf onevenredig wordt
beschadigd?
11
Waarom transformeert u de rol van het NCP als bemiddelaar tot stok om bedrijven mee
te slaan? Welke landen met een nationaal contactpunt hebben hun NCP op vergelijkbare
wijze getransformeerd?
12
Bent u bereid een «redelijk vermoeden» beter te definiëren zodat het bedrijfsleven
weet wat zij kan verwachten en hoe zij kan voorkomen dat ze onredelijk wordt benadeeld
door de RVO?
13
Hoe wordt getoetst aan de uitsluitingslijst van de Financieringsmaatschappij voor
Ontwikkelingslanden (FMO)? Valt een bedrijf dat onderdelen voor de F-35 maakt of ontwikkelt
onder de categorie «wapens en munitie», zoals opgenomen in de uitsluitingslijst? Zo
ja, vindt u dat redelijk?
14
Hebt u de Stichting Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid (NIDV) geïnformeerd
over uw voornemen, voor zover nieuw, om bedrijven binnen hun domein uit te sluiten
van deelname aan handelsmissies? Zo ja, wanneer? Zo nee, waarom niet?
15
Welke andere landen hebben reeds bedrijven die defensiegerelateerde goederen ontwikkelen
uitgesloten van deelname aan handelsmissies? Kunt u dit inzichtelijk maken in een
overzicht?
16
Maakt het uit in welk land of onder welk rechtssysteem het bedrijf is veroordeeld
voor corruptie?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R. de Roon, voorzitter van de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede ondertekenaar
E.A.M. Meijers, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.