Lijst van vragen en antwoorden : Lijst van vragen en antwoorden, gesteld aan de regering, over het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2018 bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII)
35 200 VIII Jaarverslag en slotwet Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2018
Nr. 5
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 11 juni 2019
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een aantal vragen voorgelegd
aan de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en voor Basis- en Voortgezet
Onderwijs en Media over de brief van de Algemene Rekenkamer van 15 mei 2019 inzake
het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2018 bij het Ministerie van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap (VIII) (Kamerstuk 35 200 VIII, nr. 2).
De Ministers hebben deze vragen beantwoord bij brief van 7 juni 2019. Vragen en antwoorden
zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Tellegen
Adjunct-griffier van de commissie, Arends
1
Is het in het verleden al eens voorgekomen bij het Ministerie van OCW dat aangaande
voor een bepaald doel aan scholen uitbetaald geld geen afrekening over de besteding
plaatsvond? Zo ja, waar en hoe?
In principe leggen schoolbesturen over alle middelen die zij ontvangen en al dan niet
besteden in het jaarverslag verantwoording af. Er is daarbij – voor wat betreft de
rijksbijdrage – geen sprake van afrekening. Als sprake is van subsidiering kan – afhankelijk
van de keuzes die subsidiegever heeft gemaakt – sprake zijn van afrekening ic. terughalen
van financiële middelen.
2
Kunt u een overzicht geven van alle incidenten op uw ministerie met betrekking tot
informatiebeveiliging in deze kabinetsperiode?
Ja, het Ministerie van OCW kan een overzicht geven van de incidenten met betrekking
tot informatiebeveiliging over de gevraagde termijn. Dit betreft informatie van vertrouwelijke
aard, waardoor het kennis nemen van deze informatie aan informatiebeveiligingsvoorschriften
is verbonden
3
Is het in het verleden al eens voorgekomen dat het Ministerie van OCW verrast is door
ongewenste ontwikkelingen op het gebied van informatiebeveiliging binnen haar eigen
organisatie? Zo ja, waar en hoe?
Neen, dergelijke voorvallen zijn niet bekend.
4
Wat is de verklaring van de stijging van het aantal FTE’s op het Ministerie van OCW
ten opzichte van 2017?
Deze stijging wordt voor het grootste deel veroorzaakt door de stijging van het aantal
fte’s bij DUO. In het kader van het beperken van de externe inhuur zijn bij DUO de
contracten van een groot aantal externen ontbonden, in de plaats hiervan is intern
personeel aangenomen.
5
Was de transparantie over de verantwoording van geld en prestaties bij scholen voor
het instellen van de lumpsumfinanciering beter en kon het parlement zich in die tijd
een beter beeld vormen dan nu op basis van de verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen
van de ministeries?
De verantwoording onder het zogenaamde «declaratiestelsel» was zeer gedetailleerd
op kostenniveau, maar gaf geen inzicht in de kwaliteit en de doelstellingen van het
onderwijs, inclusief de sturing hier op. Mede hierdoor was de transparantie over de
besteding van middelen richting de Tweede Kamer ook van mindere kwaliteit. De lumpsumfinanciering
is in de verschillende onderwijssectoren vanaf de jaren zestig ingevoerd, waarbij
allereerst is gestart met het universitair onderwijs en als laatste de sector primair
onderwijs is gevolgd met de invoering van de lumpsumfinanciering in 2006, nu meer
dan tien jaar geleden. Er is sinds die tijd zeer veel informatie op schoolniveau beschikbaar,
mede door ICT-ontwikkelingen. Daarnaast rapporteren we steeds meer op stelselniveau
via diversie monitors en indicatoren in begroting en het jaarverslag. Zoals wij in
onze beleidsreactie op het advies van de Onderwijsraad over «inzicht in en verantwoording
van onderwijsgelden» hebben aangegeven, is onze belangrijkste conclusie dat de verantwoording
door onderwijsbesturen beter moet. OCW blijft streven naar betere verantwoordingsinformatie
voor de Kamer.
6
Hoe kan het zijn dat onvolkomenheden die al in eerdere jaren bestonden niet al eerder
door gerichte maatregelen van het Ministerie van OCW zijn verholpen?
Op alle afgegeven onvolkomenheden worden door het Ministerie van OCW gerichte maatregelen
genomen. Deze maatregelen zijn vaak tweeledig, de eerste actie is om de onvolkomenheid
goed in beeld te krijgen en gericht de risico’s te beheersen. De tweede actie betreft
het oplossen van de onvolkomenheid. De doorlooptijd van het oplossen kan meer tijd
in beslag nemen, tegelijkertijd wordt het risico van de onvolkomenheid wel beheerst
en is er altijd voortgang op de onvolkomenheid. Voor alle langer lopende onvolkomenheden
geldt wel dat er voortgang wordt geboekt, maar nog niet afdoende om de onvolkomenheid
als opgelost te beschouwen.
7
Kunt u nader toelichten wat de concrete verbeteringen in 2019 gaan zijn om de informatiebeveiliging
op het kerndepartement op orde te krijgen en wat u doet met de aanbevelingen van de
Algemene Rekenkamer?
Met betrekking tot de conclusie ten aanzien van informatiebeveiliging is voor het
verschil van interpretatie ten opzichte van de constateringen van de Auditdienst Rijk
(ADR), die ook onderzoek naar informatiebeveiliging heeft gedaan, niet duidelijk.
Ondanks de onvolkomenheid over de afwezigheid van een visie en vastgesteld beleid,
is OCW van mening dat in 2018 goede stappen zijn gezet, waarbij het toekomstbeeld
zich steeds duidelijker aftekent. Hier gaat OCW In 2019 onverminderd mee door en verwachten
de in 2018 ingezette verbetering verder door te kunnen zetten.
Ref: Reactie minister van OCW op Rekenkamer Verantwoordingsonderzoek 2018 Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, bijlage
bij Kamerstuk 35 200 VIII, nr. 2.
Ref: ADR Auditrapport 2018 Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII), paragraaf 3.4.4, pagina 16.
In de recent afgegeven «in control verklaring» (ICV) geeft OCW aan in control te zijn
op het gebied van Informatiebeveiliging. Daarnaast zijn er belangrijke risico’s onderkend.
Hiervoor worden als verbeteracties genoemd:
• het opstellen van een informatiebeveiligingsvisie;
• het beter inrichten van Informatiebeveiligingsmonitoring;
• informatiebeveiliging meer enten op risicomanagement in plaats van dat het wordt gedreven
door techniek en IT-projecten;
• en meer aandacht schenken aan bewustwording.
OCW onderschrijft de in de ICV vermelde noodzakelijke verbeteringen. Met name het
ontwikkelen van een visie op informatiebeveiliging acht OCW van groot belang.
8
Kunt u aangeven hoe u in het kader van de informatiebeveiligingsproblemen bij DUO1 een vervolg gaat geven aan de woorden van de ARK «dit probleem verdient meer voortvarendheid»?
Dit is als prioritair onderwerp geagendeerd in de managementafspraak. De CIO en FEZ
is gevraagd hier op een scherpe control te voeren. In de managementafspraak die jaarlijks
tussen het departement en DUO wordt afgesloten is de aanpak van de tekortkomingen
rondom informatiebeveiliging (waaronder autorisatiebeheer) opgenomen. Dat houdt in
dat ik periodiek rapportages krijg over de aanpak van de tekortkoming en de voortgang
op de implementatie van de maatregelen zoals de controle op de autorisaties, de tooling
en de controles op de actualiteit van verstrekte autorisaties. Zie ook het antwoord
op vraag 17.
9
Hoe gaat u er voor zorgen dat er in 2019 bij DUO een goed autorisatiebeheer komt met
periodieke controles zodat elke medewerker een passende autorisatie heeft?
Zie antwoord op vraag 8.
10
Kunt u nader toelichten wat de vervolgstappen in 2019 zijn om de bedrijfsvoering bij
DUO te verbeteren?
Binnen DUO is de hoofddirecteur Financiën & Services verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering.
Binnen zijn hoofddirectie zijn voor 2019 onder meer de volgende strategische prioriteiten
voorzien op het verbeteren van de bedrijfsvoering; de regie op het oplossen van de
tekortkomingen zoals geconstateerd door de ADR en de ARK, het verbeteren van de informatievoorziening
voor betere sturing en verantwoording binnen DUO, het verduurzamen van de werkplekken
en een OCW breed document en managementsysteem zodat informatie duurzaam en digitaal
toegankelijk is.
11
Welke redenen zijn er voor het feit dat bij sommige door het Ministerie van OCW verleende
voorschotten de beoordelaar geen directe toegang had tot de documentatie, waardoor
inhoudelijke controle niet werd uitgevoerd?
Het is de vraag wie «de beoordelaar» is in de context die door de Algemene Rekenkamer
wordt beschreven. De partij die de administratie voert van de voorschotten heeft in
ieder geval directe toegang tot de documentatie. Hier wordt ook de inhoudelijke controle
uitgevoerd. In een aantal gevallen heeft echter de verantwoordelijke beleidsdirectie
en/of de directie FEZ geen directe toegang tot de documentatie. Dit wordt door OCW
niet als een gemis ervaren in het beheer op de voorschotten. Mocht het voor een analyse
nodig zijn om toegang te krijgen tot die specifieke informatie dan is dat wel mogelijk.
12
Overweegt u om bij gebleken onregelmatigheden na controle van de werkgeversverklaring
naast terugvordering van onrechtmatig verkregen geld ook aanvullende sancties op te
leggen aan leraren die valse/onjuiste gegevens hebben overlegd bij de aanvraag van
de lerarenbeurs?
De regeling voor het schooljaar 2019–2020 is begin april reeds gepubliceerd, voor
deze regeling kan geen verandering in sanctiebeleid worden doorgevoerd. Naar aanleiding
van de bevindingen van de ADR en de AR onderzoeken wij hoe opvolging te geven aan
de geconstateerde bevindingen, deze willen wij verwerken in de regeling voor het schooljaar
2020–2021. Onderdeel daarvan is dat wij onderzoeken of en welk sanctiebeleid passend
is bij de controle op de aanvraag van de lerarenbeurs.
13
Is het eigenlijk wel goed mogelijk om in een onderzoek (zoals door de Algemene Rekenkamer
aan u aanbevolen) een per definitie subjectieve «ervaren lagere werkdruk bij leraren»
in echt harde cijfers boven water te krijgen, met daarin een «nulmeting», een «concrete
doelstelling» en een «eenduidige indicator»? Zo niet, wat levert zo’n onderzoek dan
aan meerwaarde voor u bij de beoordeling van het «rendement» van de uitgekeerde werkdrukmiddelen?
14
Klopt het dat u de nulmeting en het krijgen van zicht op de besteding van de werkdrukmiddelen
reeds heeft toegezegd aan de Kamer en bent u bereid om de aanbevelingen van de Algemene
Rekenkamer over te nemen om goed inzicht te krijgen op de inzet en resultaten van
de werkdrukmiddelen?
Het doen van een nulmeting is niet toegezegd aan de Kamer. De tussenevaluatie die
plaatsvindt in 2020 zal inzicht bieden in de besteding en de effecten van de werkdrukmiddelen.
De nog resterende werkdrukmiddelen worden op basis en onder voorbehoud van uitkomsten
van deze evaluatie uitgekeerd. Zie hiervoor ook het antwoord op vraag 13.
Overigens hebben de PO-Raad en de Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS) recentelijk
peilingen uitgevoerd onder hun achterban en DUO onderwijsadvies & onderzoek heeft
onafhankelijk onderzoek gedaan naar de eerste effecten van het werkdrukakkoord. Uit
deze recente peilingen blijkt dat het afgesproken proces wordt gevolgd op scholen.
Dit blijkt ook uit het beperkt aantal meldingen bij het meldpunt werkdruk van de sociale
partners. Daarnaast weten leraren hoe de middelen zijn ingezet en is een groot deel
van deze middelen besteed aan extra (vak)leerkrachten en onderwijsassistenten.
15
Bent u bereid te onderzoeken hoeveel vaste arbeidscontracten voortvloeien uit de extra
middelen voor het werkdrukakkoord?
In de tussenevaluatie wordt onderzocht waar de werkdrukmiddelen aan worden besteed.
Hieruit zal duidelijk worden hoeveel middelen onder andere besteed zijn aan personeel.
Scholen beslissen zelf waaraan zij de werkdrukmiddelen willen uitgeven. Dat kan leiden
tot investeringen in extra personeel, maar er kan ook geïnvesteerd worden in bijvoorbeeld
materieel of ICT. Eerste peilingen geven het vertrouwen dat het geld wordt gebruikt
op een manier die voor teams nuttig is.
16
Is het mogelijk om voor werkdrukverlaging aan scholen betaald geld terug te vorderen
indien scholen het niet aan maatregelen voor werkdrukverlaging hebben uitgegeven?
De werkdrukmiddelen zijn toegevoegd aan de lumpsum. Zoals gebruikelijk bij lumpsumfinanciering
vindt geen afrekening plaats over de besteding van deze werkdrukmiddelen. Wel wordt
bekeken, op basis van de uitkomsten van de tussenevaluatie die in 2020 plaatsvindt,
of bijsturing voor de laatste tranche werkdrukmiddelen gewenst is.
17
Welke stappen heeft u in 2018 gezet om de informatiebeveiliging op het Ministerie
van OCW en DUO naar een acceptabel niveau te brengen?
In 2018 is de Baseline Informatiebeveiliging Rijksdienst 2017 doorgevoerd en is het
OCW beveiligingsbeleid vastgesteld. Binnen DUO is in 2018 een apart budget aangewend
voor de implementatie van zaken die te maken hebben met compliance zoals de algemene
verordening gegevensbescherming en de baseline informatiebeveiliging rijk. Daarnaast
is nieuwe ICT ondersteunde tooling verworven opdat vanaf 2020 het autorisatiebeheer
voor geheel DUO breed optimaal geautomatiseerd ondersteund wordt. De nieuwe tooling
wordt gefaseerd binnen DUO in gebruik genomen. Totdat de implementatie hiervan DUO-breed
gerealiseerd is, worden op semi geautomatiseerde wijze (risicogericht) controles uitgevoerd
op juistheid van autorisaties door het verantwoordelijk management.
18
Welke plannen heeft u om te zorgen dat de verslaglegging van de instellingen op afstand,
waaronder NWO2, onderdeel wordt van de controle en het budgetrecht van het parlement?
Voor de controle en het budgetrecht is het van belang dat uw Kamer voldoende is geïnformeerd
om een oordeel te kunnen vormen over de staatsuitgaven en de staatsontvangsten. Zbo’s,
waaronder ook NWO, zijn op grond van de Kaderwet zbo’s verplicht om jaarlijks een
jaarverslag op te stellen en toe te sturen aan de beide Kamers der Staten-Generaal.
Voor zbo’s is naast het jaarverslag ook de periodieke evaluatie met een beoordeling
van de doelmatigheid en doeltreffendheid van het functioneren een belangrijke bron.
Deze evaluaties worden eveneens aan de beide Kamers aangeboden. In een recente brief
van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (4-4-2019) staat
reeds aangekondigd dat BZK en Financiën inzetten op een solide beoordeling van de
doelmatigheid van het functioneren van zbo’s en de verantwoording hierover (Kamerstuk 33 147, nr. 7.). Ten slotte wordt de financiële informatie van instellingen op afstand ontsloten
via departementale begrotingen en jaarverslagen, open data en het zbo-register.
19
Kan worden aangegeven wat de onderzoeksvragen waren in de genoemde peilingen over
de werkdrukmiddelen onder leerkrachten van het Ministerie van OCW?
Deze onderzoeksvragen waren gericht op het in kaart brengen van het proces voor het
vaststellen van een bestedingsplan voor de werkdrukmiddelen (inspraak schoolteam en
instemming personeelsgeleding medezeggenschapsraad, P-MR). Daarnaast is er gevraagd
naar de besteding van de werkdrukmiddelen, of de middelen bijdragen aan werkdrukverlaging,
de mogelijke inzet van niet-financiële maatregelen en of het gesprek voor de besteding
van de middelen voor volgend jaar al wordt gevoerd.
20
Wat is de uitslag van de peilingen die het ministerie heeft gehouden onder de leerkrachten
over de werkdrukmiddelen?
Uit de peilingen is gebleken dat bij alle respondenten het gesprek op school over
de inzet van de werkdrukmiddelen was gevoerd. Het overgrote merendeel gaf daarbij
aan dat de P-MR instemming op het bestedingsplan heeft gegeven. Daarnaast gaf het
merendeel aan dat de werkdrukmiddelen bijdragen aan werkdrukverlaging en dat met name
wordt gekozen voor de inzet van extra handen in de klas.
21
Wat is de reden dat geen 0-meting is gehouden bij de overheveling van (de tweede tranche
van) de werkdrukmiddelen?
Veel verschillende factoren zijn van invloed op de ervaren werkdruk en de aanpak tegen
werkdruk vraagt om maatwerk. Het doen van een 0-meting op basis van een eenduidige
indicator zou de veelvormigheid van deze problematiek onvoldoende zichtbaar maken.
Dat neemt niet weg dat het van onverminderd belang blijft om de komende jaren informatie
te verzamelen op basis waarvan meer inzicht wordt verkregen in de aanpak en de invloed
die het heeft op de ervaren werkdruk. Zo worden voor de tussenevaluatie verschillende
typen onderzoek uitgevoerd. Er worden enquêtes afgenomen, casestudy’s uitgevoerd,
en jaarverslagen geanalyseerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
O.C. Tellegen, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
M.H.R.M. Arends, adjunct-griffier