Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Te weinig tijd, te veel moeite, te veel geld: IND stuurde criminelen niet weg’
Vragen van het lid Becker (VVD) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Te weinig tijd, te veel moeite, te veel geld: IND stuurde criminelen niet weg» (ingezonden 7 juni 2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «Te weinig tijd, te veel moeite, te veel geld: IND stuurde criminelen
niet weg»?1
Vraag 2
Klopt het dat er verslagen zijn van bijeenkomsten waarin medewerkers van de Immigratie-
en Naturalisatiedienst (IND) aangeven dat vanwege werkdruk en druk vanuit het management
bewust wordt overgegaan tot het opvoeren van niet-intrekkingen van de verblijfsvergunning
en het afsluiten van dossiers van criminele asielzoekers? Zo ja, waren deze verslagen
bekend bij uw departement en bij de commissie de Leeuw, op welk moment, en wat is
hiermee gebeurd?
Vraag 3
Hoe verklaart u de discrepantie tussen de conclusies van de commissie de Leeuw dat
werkdruk niet doorslaggevend is voor het overgaan tot niet-intrekkingen en het beeld
dat in het NRC-artikel wordt opgeroepen?
Vraag 4
Deelt u de mening dat de IND de onlangs aangescherpte juridische mogelijkheden om
een verblijfsvergunning te kunnen intrekken maximaal moet benutten om te zorgen dat
criminelen die onze gastvrijheid misbruiken het land kunnen worden uitgezet?
Vraag 5
Klopt het dat door IND-medewerkers dan wel management, vanwege de benodigde tijdsinspanning,
in bepaalde gevallen bewust wordt gekozen om niet de procedure voor intrekking van
een vergunning te starten, dan wel te doorlopen, maar over te gaan tot niet-intrekking?
Zo ja, in hoeveel gevallen van de 55.925 berichten die in de periode januari 2017
tot en met februari 2019 bij de IND binnenkwamen heeft dit een rol gespeeld? Zo nee,
waarom niet?
Vraag 6
Wat is de beleidsvrijheid van een medewerker bij de IND om bij een crimineel antecedent
tot een niet-intrekking over te gaan zonder de volledige procedure te doorlopen, terwijl
er wel een indicatie is dat intrekking mogelijk zou kunnen zijn? Wilt u overwegen
deze beleidsvrijheid in te perken, door het principe in te voeren dat bij een indicatie
dat intrekking vanwege criminele activiteiten mogelijk zou kunnen zijn, altijd moet
worden gepoogd dat ook te doen?
Vraag 7
Kunt u inventariseren in hoeveel van de gevallen zonder juridische procedure is overgegaan
tot een niet-intrekking en bent u bereid deze zaken te laten herbeoordelen, zodat
bij criminelen met een verblijfsvergunning mogelijk alsnog tot intrekking kan worden
overgegaan?
Vraag 8
Bent u bereid de recent aangekondigde extra middelen voor de IND, niet alleen te benutten
voor het terugbrengen van de termijnen voor de algemene asielaanvragen, maar juist
ook in te zetten voor voldoende capaciteit voor het beoordelen van zaken waarin tot
intrekking dan wel uitzetting zou kunnen worden overgegaan? Zo ja, hoeveel extra trekt
u hiervoor uit? Zo nee, waarom niet?
Indieners
-
Gericht aan
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Indiener
Bente Becker, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.